Van profvoetballer tot meester Erik: 'Van Gaal begon ook ooit als gymleraar'
Trainer, technisch directeur, scout, analist: de bedrijfstak betaald voetbal biedt genoeg carrièremogelijkheden voor spelers die hun loopbaan beëindigen. Sommigen van hen doen het echter nét even anders. VoetbalPrimeur portretteert een aantal oud-profs die het roer na hun carrière radicaal om hebben gegooid. In deze voorlopig laatste aflevering: Erik Quekel, voorheen spits van TOP Oss, FC Dordrecht, Helmond Sport, FC Den Bosch, Jong PSV, De Graafschap en weer TOP Oss, maar tegenwoordig basisschoolleraar in opleiding.
Quekel vertelde onlangs al aan het Brabants Dagblad hoe een radio-oproep voor mannelijke onderwijzers het beslissende zetje gaf. Het besluit om een lerarenopleiding te volgen kwam echter niet helemaal uit de lucht vallen. "Ik kan goed met mensen overweg, met alle soorten en types. En ik had het CIOS gedaan, richting basisschool- en gymdocent, dus het zat er al een beetje in", vertelt hij aan deze site.
Op zijn 27ste werd Quekel al eens als 'mentor' binnengehaald door PSV: de Eindhovenaren zochten een ervaren spits voor hun Jong-elftal, waarin ook aanstormende talenten als Steven Bergwijn, Rai Vloet en Clint Leemans speelden. "Ik was duidelijk iets ouder dan de rest, dus ik probeerde wel het goede voorbeeld te geven. Vooral op het gebied van mentaliteit, er vol voor gaan, zoals ik altijd al had gedaan. Extra werk na de training, voorzetten geven en afronden, zorgen dat je gezond eet, dat soort dingen."
Leerzame ruzie met Ruud Kaiser
Inmiddels zijn we ruim zes jaar verder: de oud-spits heeft zijn propedeuse binnen en stond als stagiair voor groep 8, groep 5 en de kleuterklassen. Komend schooljaar krijgt hij te maken een combinatieklas, groep 5 én 6. Daarnaast is hij werkzaam als personal trainer en wil hij ook zijn trainersdiploma's halen. "Met werk en privé is het allemaal prima te combineren", verzekert Quekel, die de 'schade' van zijn eerste profjaren inmiddels heeft ingehaald. Het CIOS heeft hij namelijk nooit afgemaakt. "Achteraf stom dat ik niet eerder een opleiding erbij heb gedaan. Het is altijd goed om je te ontwikkelen, dat zou ik de jonge spelers van nu ook mee willen geven. En ik heb ook geen 35 miljoen euro verdiend, zoals Messi...", knipoogt hij.
Als prof was hij vooral bezig met doelpunten maken, maar toch leerde Quekel toen al lessen die hem in zijn latere leven goed van pas zouden komen. Bij FC Den Bosch speelde hij samen met een aantal Juventus-huurlingen, voor wie De Vliert een etalage was. "Die jongens (Filippo Penna, Elvis Kabashi en Edoardo Ceria, red.) moesten gewoon spelen, dan zouden ze meer waard zijn. Ik zag dat, maar ik was toen geen prater en ik kropte alles op. En op een gegeven moment kwam het tot een aanvaring met trainer Ruud Kaiser."
Hij denkt er nog steeds met spijt aan terug. "Kaiser kon het niet accepteren dat ik als speler zo reageerde, hij kon er natuurlijk ook niks aan doen. Als ik alles terug kon draaien, had ik het heel anders gedaan, maar ik heb er wel heel veel van geleerd. Ik zou nu eerder aan de bel trekken en erover praten, ja." Quekel besteedt dan ook extra aandacht aan de meer introverte leerlingen in zijn klas. "Als een kind heel vaak stil is, dan leer ik om in gesprek te gaan. En kinderen hebben zó vaak ruzie, dan moet je toch zorgen dat het weer goed komt."
"Tot hier en niet verder"
Inmiddels weet hij dat voor leraren hetzelfde geldt als voor trainers: ze moeten boven de groep kunnen staan. "Misschien is het daarom ook misgegaan met Frank de Boer tijdens het EK. Mensen hebben toch een leider nodig", trekt Quekel zelf de vergelijking. "Ik merkte het als stagiaire al: als de leerkracht weggaat, wordt het wel iets rumoeriger. Ik had een klik met die kinderen, maar je moest wel meteen zeggen: tot hier en niet verder. Direct de druktemakers aanpakken, de grenzen stellen. Niet meteen heel streng doen, maar als je dat vaak bij de populaire jongens en meisjes doet, dan werkt dat wel."
Over ruim twee jaar hoopt Quekel zijn diploma binnen te hebben en definitief het onderwijs in te gaan. "Een hele mooie baan, met veel zekerheid. Dat is ook waar ik het voor heb gedaan." Desondanks denkt hij soms met weemoed terug aan zijn jaren in Oss, Dordrecht, Helmond, Den Bosch, Eindhoven en Doetinchem. "Het was lekker om elke dag flink bezig te zijn, helemaal kapot te gaan. Als ik een wedstrijd gespeeld had, viel ik altijd meteen in slaap, omdat ik helemaal op was. Dat mis ik nu wel. Als je lang binnen zit en een tijdje minder sport, merk je pas hoe ongezond het is."
De Van Gaal-route?
De deur naar de voetbalwereld blijft dan ook op een kier staan, hoe voortvarend zijn lerarenopleiding en zijn andere werkzaamheden ook lopen. "Zelf voetballen lukt me niet meer, want ik werk vaak 's avonds en in de weekenden en ik heb drie kleine kinderen. Maar mijn oudste dochter gaat binnenkort op voetbal en het lijkt me leuk om mijn trainersdiploma's te halen. Ik weet nog niet in welke functie, maar stiekem zou ik ooit nog terug willen keren in het wereldje. Je weet nooit hoe het loopt, Louis van Gaal is ook ooit als gymleraar begonnen…"
Dit bericht bekijken op Instagram
(Hein Nooijens/VoetbalPrimeur)