Van profvoetballer tot aandelenhandelaar: 'Ik wilde niet door blijven modderen'

15 augustus 2021 om 15:00
Laatste update: 15 augustus 2021 om 15:02

Trainer, technisch directeur, scout, analist: de bedrijfstak betaald voetbal biedt genoeg carrièremogelijkheden voor spelers die hun loopbaan beëindigen. Sommigen van hen doen het echter nét even anders. VoetbalPrimeur portretteert een aantal oud-profs die het roer na hun carrière radicaal om hebben gegooid. In deze aflevering: Pepijn Kluin, voorheen spits bij FC Groningen, het toenmalige FC Zwolle en SC Veendam, maar tegenwoordig aandelenhandelaar.

Working 7.15 to 17.40
Kluin is net in de auto gestapt als hij de telefoon opneemt, na weer een lange werkdag bij vermogensbeheerder Van Lanschot Kempen. "Ik begin altijd om kwart over zeven. De beurs gaat om negen uur open, maar dan moet ik eerst alles voorbereiden, belangrijk nieuws lezen en klanten daarover informeren. De veiling is om 17.40 uur klaar. Ik maak dus lange dagen, maar dat heb ik ervoor over. Mijn werkgever is goed voor me."

Het doet denken aan zijn tijd in de AZ-jeugd, toen hij dagelijks om half zeven werd opgepikt in zijn Noord-Hollandse geboorteplaats Andijk. Op de middelbare school werd zijn interesse voor de financiële wereld gewekt en op zijn zestiende legde hij in feite de basis voor zijn latere carrière. Toen Kluin zijn eerste profcontract bij AZ had ondertekend, opende hij al een beleggingsrekening. "Ik had vijf-, zesduizend euro bij elkaar. Ik ging nooit uit, ik dronk niet en ik woonde nog thuis, dus ik hoefde niets te betalen. Ik was alleen maar met het voetbal bezig."

Van De Langeleegte naar de UvA
In de loop van de jaren verdiepte Kluin zich verder in de aandelenhandel. Als jeugdspeler van AZ had hij zijn eerste aandelenpakket al ("Een uitstekende les, vlak voor de crisis") en als speler van FC Zwolle volgde hij een aantal cursussen. Die opgedane theoretische kennis kon hij al snel in de praktijk brengen: aan De Langeleegte eindigde de professionele carrière van de Noord-Hollander, die ooit samen met Daley Blind, Patrick van Aanholt en Georginio Wijnaldum op een jeugd-EK speelde. "Veendam wilde wel door, maar ze vroegen of ik wilde inleveren. Toen zei ik: nee, geef maar wat mee, dan lever ik mijn contract in."

De spits is uiteindelijk uitgekomen op een handvol Eredivisie-wedstrijden en vier doelpunten op het één na laagste niveau: een stuk minder dan wat hij voor ogen had als beginnend prof. "Omdat ik altijd in de Oranje-jeugd heb gespeeld, had ik een heel hoog verwachtingspatroon. Het liep totaal niet zoals ik had gedacht." Kluin besloot het op zijn 22ste dus voor gezien te houden. "Omdat het verschil zo groot was met mijn verwachtingen, had ik niet meer de motivatie om door te blijven modderen. Of dat slim is geweest... We zullen het nooit weten."

Hoe dan ook, het werd tijd voor een nieuw leven: Kluin ging in de hogere amateurcompetities aan de slag en stortte zich vol overgave op zijn studie Economie in Amsterdam. "De omschakeling was eigenlijk geen probleem. Ik heb altijd veel discipline gehad en er hard voor gewerkt. Ik was iets ouder dan de rest, megagemotiveerd ook. Nu klinkt het alsof ik één of andere freak ben, maar ik wilde er koste wat kost een succes van maken. Mijn leven was wel iets losser dan toen ik nog voetbalde, maar ik had er echt iets voor opgegeven, dus ik dacht: ik ga niet lopen aankloten."

Dealing room als een voetbalkleedkamer
Kluin moet wel lachen als hem gevraagd wordt naar de verschillen tussen de profwereld en het studentenleven. "Het contrast was best wel groot, ja. Een heel andere omgeving, heel andere mensen, die dan je vrienden worden. De voetbalwereld is één grote bubbel en als je daaruit bent, bouw je toch een heel ander sociaal leven op. Ik heb van mijn twaalfde tot mijn 23ste bij profclubs gespeeld, maar bijna geen vrienden daaraan overgehouden. Dat is ook niet erg: als ik mensen van toen weer tegenkom, is het altijd wel goed. Maar echte vrienden zijn het dus niet."

Zelf voetballen zit er al een tijdje niet meer in, nadat Kluin als speler van het Amsterdamse AFC twee keer zijn kruisband afscheurde. Hij is volledig opgegaan in zijn nieuwe carrière, mét de lessen uit zijn proftijd in het achterhoofd. "Er zijn elke dag wel gemiste kansen en je neemt steeds minstens één verkeerde beslissing. Dan moet je niet in de put gaan zitten, ervoor blijven zorgen dat je meer dingen goed dan fout doet. In zo'n dealing room kan de druk groot zijn, dat mensen tegen je gaan schreeuwen, daar moet je tegen kunnen. Net als in de kleedkamer, ja: je moet je mannetje kunnen staan, anders sneeuw je onder. Of ik een voorsprong heb als oud-prof? Mentaal wel, ja. Ik ben weerbaar en ik ben eraan gewend dat er dingen geëist worden, dat je altijd scherp en alert moet zijn."

Een dag in de aandelenhandel is bovendien steeds weer een wedstrijd op zich, vindt Kluin. "Ik kom hier iedere dag binnen en dan staat de teller op nul. Aan het einde van de dag hebben we dan een goede of een slechte dag gehad, wat een beetje hetzelfde gevoel is als een wedstrijd winnen of verliezen. Dus het team- en competitie-element is ook vrij sterk aanwezig."

Vreemde eend in de bijt
Met zijn achtergrond – FC Groningen, FC Zwolle en Veendam, in plaats van een studentenvereniging – is Kluin naar eigen zeggen een 'vreemde eend in de bijt' bij zijn werkgever, waar hij dankzij een gelukkig toeval belandde. "Ik deed mee aan een masterclass: eigenlijk mocht ik niet mee, omdat ik nog geen master had afgerond, maar iemand anders had zich ziekgemeld. Ik weet nog steeds niet wie dat was, maar het was wel een mooi toeval, ja. Toen kwam ik hier voorbij en heb ik gevraagd of ik stage mocht komen lopen."

Inmiddels zijn we alweer zes jaar verder. Kluin voelt zich als een vis in het water in zijn huidige functie, waar hij het langer volhoudt dan bij zijn clubs. "Bij FC Groningen kon ik bijtekenen, maar ik dacht: ik ga hier niet in het eerste spelen, ik ga naar Zwolle. En daar had ik nog een doorlopend contract, maar toen dacht ik weer: nee, ik lever hem in en ik ga naar Veendam. Dat heb ik wel geleerd na mijn profjaren: rustiger en geduldiger zijn."

(Hein Nooijens/VoetbalPrimeur)