'Trend' uit Cruijff-tijd valt verkeerd bij De Mos: 'Daardoor ontstaan problemen'

De Mos ziet dat er 'vanuit de tijd van Johan Cruijff bij Ajax en het Nederlands elftal' een trend is ontstaan. 'Cruijff was een voorstander van keepers die ver voor hun doel speelden en meevoetbalden. Hij had een hekel aan keepers die veel doken. Dat betekende voor hem dat ze niet goed hadden gecoacht."

"Nu komen we bij het volgende punt van Cruijff", gaat De Mos verder. "De twee centrale verdedigers moesten van hem allebei kunnen voetballen. Voor het WK in 1974 speelde het Nederlands elftal de kwalificatiewedstrijden met het duo Barry Hulshoff en Aad Mansveld. Dat vond Cruijff niks, omdat hij vond dat zij hem te langzaam inspeelden. Hij wilde verdedigers die heel goed waren in de passing."

De voormalig oefenmeester van onder andere Ajax en KV Mechelen vindt het fenomeen 'de meevoetballende keeper' zelf maar niets. "Pep Guardiola heeft de ideeën van Cruijff geïmplementeerd. Als zo’n succesteam als Manchester City het voorbeeld wordt voor Europa, gaan we dat allemaal nadoen. Zelfs de jeugd en de amateurs. En door die nieuwe regel, dat de tegenpartij bij een doeltrap in eerste instantie uit de zestienmeter moet blijven en er dus ’kort’ kan worden opgebouwd, ontstaan er problemen. De meeste coaches overschatten de kwaliteiten van hun elftal."

De Mos krijgt bijval van Westerveld. "Tien jaar geleden werd ik door Vitesse gevraagd of ik nog een keeper wist? Ze zeiden: hij is bij ons wel de eerste aanvaller en moet kunnen opbouwen. Ik antwoordde: heb je geen keeper nodig die gewoon een bal tegenhoudt? In alle jeugdopleidingen waar ik heb rondgekeken moesten keepers onder álle voorwaarden opbouwen. Het ging zo vaak fout, maar dat deerde de trainers niet..."

Beluister de nieuwste #DoneDeal over Ajax, PSV, Feyenoord, Manchester United én El Clásico!