Ex-voorzitter Ajax slaat terug: 'Derksen en Driessen aanjagers van sentiment'
Pier Eringa hield het slechts een halfjaar vol als voorzitter van de raad van commissarissen bij Ajax. De 63-jarige bestuurder haalt in gesprek met BNR Nieuwsradio uit naar Valentijn Driessen en Johan Derksen, die 'enorme aanjagers' van het negatieve sentiment rond hem waren.
Eringa ging in maart aan de slag bij Ajax, maar vertrok in oktober met de staart tussen de benen uit de Johan Cruijff Arena. Hem werd onder meer verweten onvoldoende toezicht te hebben gehouden op directeur voetbalzaken Sven Mislintat, die meer dan honderd miljoen euro uitgaf aan veelal tegenvallende aankopen. Zelf meent hij dat vooral de beeldvorming tegen hem werkte.
"Ik was gewaarschuwd van tevoren. Weet wel: Ajax heeft een grote impact, iedereen kijkt naar Ajax. Het is een bijzondere wereld", vertelt Eringa bij BNR. Toch werd hij enigszins verrast. "Wat de dynamiek is als de harde kern van een club op gang komt, als de bestuursraad op gang komt en als de media op gang komen."
Zo kwam hij onverwachts met de rvc in het middelpunt van de belangstelling te staan. "Dat begon al door de vergoeding die speelde. Dat was niet bedacht door de rvc, maar inderdaad door de bestuursraad. Daardoor ontstond al dynamiek. Daarna ging het ook over een speler uit Rusland (de Armeen Eduard Spertsyan, red.), of hij wel of niet naar Ajax zou moeten komen. Het ging over een nieuwe technisch directeur, Van der Sar ging eerder weg en het lukte niet om snel een opvolger te vinden. Die (Alex Kroes, red.) komt nu pas in maart binnen. Voor je het wist, zat je als RvC in een front waarin je niet wil zijn."
In een interview met het Financieel Dagblad benadrukte Eringa wat volgens hem wel en niet tot het takenpakket van de commissarissen behoorde. Daarbij hamerde hij dat het een rol op de achtergrond was, een toezichthoudende functie. 'Boem, daar kwam het verwijt dat Eringa zijn straatje wilde schoonvegen. Zo werd het geframed. En dan kom je bij de twee D's terecht: Driessen en Derksen. Dat zijn in hun vak goede mensen, denk ik. Maar ik heb die mensen nog nooit gesproken. Ik spreek met veel journalisten, maar dat hebben zij nooit gedaan. Zij zijn wel enorme aanjagers geweest van sentiment.'
'Driessen plaats ik dan nog een beetje in de hoek van journalisten, Derksen in het amusement. Beiden kunnen zo beeldbepalend zijn. Het ging om beelden die heel ver af zitten van de werkelijkheid. Zo werd geschreven wat ik van Hendriks vond, maar daar was geen letter van waar', aldus Eringa, die niet snel verwacht terug te keren in het voetbal. 'Die wereld staat te ver van mij af.'