De rode Feyenoord-cijfers: in vier jaar 38,6 miljoen verloren op de transfermarkt

Operationeel resultaat florissanter dan transferbeleid
De kerncijfers van de afgelopen vier seizoenen laten een voor voetbalclubs atypisch beeld zien. Bij veel clubs moeten transferinkomsten ervoor zorgen dat het operationele resultaat – het verschil tussen 'reguliere' inkomsten en uitgaven – gecompenseerd wordt, maar bij Feyenoord is precies het tegenovergestelde het geval. Het operationeel resultaat was in de seizoenen 2017/2018, 2018/2019 en 2019/2020 nog positief – en viel in het vorige coronaseizoen uit naar -4,1 miljoen euro – maar Feyenoord heeft sinds zijn laatste landstitel alleen maar geld verloren op de transfermarkt.

Ruim 38 miljoen verloren in vier jaar
De saldi van de zogeheten vergoedingssommen spreken voor zich: van -8,5 miljoen euro in '17/'18 naar -8 miljoen, -8,8 miljoen en vorig seizoen zelfs -13,3 miljoen euro, opgeteld een negatief saldo van 38,6 miljoen (!) euro. Feyenoord noemt in zijn jaarverslag drie bronnen van transferinkomsten over het vorige seizoen: Crysencio Summerville (Leeds United), Jordy Wehrmann (FC Luzern, eerst verhuurd, daarna verkocht) en een nabetaling voor de eerder vertrokken Jerry St. Juste (FSV Mainz 05), samen goed voor slechts drie ton.

Hier staat dus ruim dertien miljoen euro aan korte termijn- en lange termijnuitgaven tegenover. Feyenoord legde vóór 1 juli 2020 Mark Diemers al vast en betaalde vervolgens ook transfer- en huursommen voor Christian Conteh, Uros Spajic, Franco Antonucci, João Teixeira, Lucas Pratto en Aliou Baldé. Saillant detail: de namen van dit zevental worden niet genoemd in het Feyenoord-jaarverslag.

Transferresultaat ook volgend seizoen negatief?
Feyenoord heeft wel alvast vooruitgeblikt op het komende seizoen, waarin opnieuw een negatief vergoedingssommenresultaat verwacht wordt. Na 1 juli van dit jaar zijn Steven Berghuis (Ajax), Ridgeciano Haps (Venezia) en Wouter Burger (FC Basel) vertrokken, maar hier staan de inkomende transfers van onder meer Ofir Marciano, Gernot Trauner, Alireza Jahanbakhsh, Marcus Holmgren Pedersen en Fredrik Aursnes tegenover. De 'achterblijvende transferresultaten verdienen aandacht', vindt Feyenoord dan ook. Justin Bijlow, Lutsharel Geertruida, Tyrell Malacia, Orkun Kökcü en Luis Sinisterra worden als mogelijke oplossingen naar voren geschoven. De vijf jongelingen tekenden recentelijk langlopende contracten en moeten in de toekomst voor extra transferkapitaal zorgen.

Disney+ en TOTO
Op commercieel gebied heeft Feyenoord alvast nieuwe inkomstenbronnen gevonden. De club liet zich vorig seizoen van binnenuit volgen door Disney+ en ging ook in zee met onder meer TOTO en BMW: het leverde Feyenoord in totaal 1,4 miljoen euro extra op aan commerciële inkomsten, terwijl andere 'trouwe partners' als Heineken en de VriendenLoterij de club niet in de steek lieten. De merchandise-inkomsten zijn opvallend genoeg gelijk gebleven in vergelijking met '19/'20: 11,8 miljoen, ondanks het sluiten van de fanshops. Daarnaast was ook Feyenoord aangewezen op de overheidsmaatregelen Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) en Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), goed voor een welkome extra injectie van 7,8 miljoen euro.

8 miljoen van de overheid, 16 miljoen bespaard
De nood was namelijk hoog in De Kuip. De binnenkort afzwaaiende directeur Mark Koevermans nam in maart een stemmige video op, waarin hij supporters en sponsors op riep om af te zien van het geld dat ze tegoed hadden voor het missen van wedstrijden. Een groot deel van de Feyenoord-achterban heeft dit ook gedaan: goed voor acht miljoen aan besparingen.

De eerder genoemde overheidsinjectie is dus ook goed voor acht miljoen euro en Feyenoord heeft een vergelijkbaar bedrag uitgespaard met interne bezuinigingen, waaronder een loonoffer van spelers en andere werknemers. Zonder deze drie 'extraatjes' van in totaal 24 miljoen had Feyenoord diep in de problemen gezeten. Het miljoenenverlies is nu nét beheersbaar gebleven: van het eigen vermogen van 18,6 miljoen is nog slechts 1,6 miljoen overgebleven.

Conclusie
Het moge duidelijk zijn: nog zo'n seizoen kan Feyenoord absoluut niet gebruiken. De stadionclub heeft alle zeilen bij moeten zetten om een totaal doemscenario af te wenden, wist de bedrijfslasten met acht miljoen euro omlaag te krijgen (van 74,2 naar 65,9 miljoen), maar heeft alsnog rake klappen moeten incasseren. Op het hondstrouwe Legioen kan Feyenoord altijd rekenen, maar het spreekt voor zich dat de broodnodige extra inkomsten uit de transfermarkt moeten komen, waarschijnlijk na dit seizoen al. In de binnenlandse tv-markt zit niet veel winst en de Conference League wordt pas interessant als Feyenoord ver weet te komen. En er niet te veel vuurwerk meer wordt afgestoken tijdens de Europese avonden...

(Hein Nooijens/VoetbalPrimeur)