De rode PSV-cijfers: Guus Meeuwis' Gemis met een Zachte G, 30 miljoen onderweg
PSV had tien jaar lang op rij zwarte cijfers geschreven, maar heeft na de uitbraak van de coronapandemie een pas op de plaats moeten maken. De Eindhovenaren boekten over het seizoen 2020/2021 een negatief nettoresultaat van 23,2 miljoen euro, hebben ze deze week bekendgemaakt. VoetbalPrimeur duikt dieper in de jaarcijfers van PSV.
Gemis met een Zachte G
De hoofdoorzaak voor de dieprode cijfers is vanzelfsprekend snel gevonden. Waar PSV in het Champions League-seizoen 2018/2019 nog een omzet van bijna honderd miljoen euro kon noteren, is het inkomstenpeil in de voorbije twee seizoenen net boven de zeventig miljoen uitgekomen. De impact van de coronapandemie ging voor PSV verder dan lege stadions tijdens thuiswedstrijden en compensatie voor seizoenkaarthouders, die ruim één miljoen euro heeft gekost. Ook het wegvallen van interlandwedstrijden, parkeerinkomsten, congressen in het Philips Stadion én de Groots met een Zachte G-concerten van Guus Meeuwis hebben een flinke wissel getrokken.
Negatief operationeel resultaat
PSV heeft zijn bedrijfslasten terug kunnen dringen van 87,7 naar 80,6 miljoen, maar kampte dus nog altijd met een gat van bijna tien miljoen euro tussen inkomsten en uitgaven. Het is bij Nederlandse voetbalclubs goede gewoonte dat zo'n negatief operationeel resultaat wordt gecompenseerd door de verkoop van spelers. Dat zat er vorig seizoen echter niet in voor PSV. Jeroen Zoet (Spezia), Sam Lammers (Atalanta Bergamo), Jorrit Hendrix (Spartak Moskou), Bruma (Olympiakos Piraeus, verhuurd) en Ritsu Doan (Arminia Bielefeld, verhuurd) zorgden nog voor enige transferinkomsten, maar hier stond de komst van spelers als Philipp Max, Ibrahim Sangaré, Eran Zahavi en Mario Götze tegenover.
Ook negatieve transferbalans
Het verschil in transferinkomsten en -uitgaven – de zogeheten 'vergoedingssommen' – valt hierdoor nóg hoger uit dan het operationele resultaat: 7,9 miljoen aan (al dan niet gespreid betaalde) inkomsten tegenover 28,8 miljoen aan afschrijvingen, een negatief resultaat van bijna 21 miljoen. Ter vergelijking: in '19/'20 eindigde PSV, mede door de verkoop van Hirving Lozano en Steven Bergwijn, nog 22 miljoen euro in de plus en kon het aan het eind van de rit zwarte cijfers schrijven.
Transfers Malen, Rosario en Dumfries 'te laat'
Ook volgend seizoen moeten de uitgaande transfers uiteindelijk voor een nettowinst gaan zorgen. 'Dit resultaat had er wezenlijk anders uitgezien als de transfers van met name Donyell Malen en Pablo Rosario een paar weken eerder hadden plaatsgevonden', concludeert PSV dan ook. De deals met respectievelijk Borussia Dortmund en OGC Nice werden allebei pas op 27 juli beklonken, inderdaad een kleine maand ná de balansdatum. Ruim twee weken later was het Denzel Dumfries die naar Internazionale verkaste.
Transfermiljoenen binnen, zwarte cijfers op komst
Als ook die transfer iets eerder had plaatsgevonden, zou PSV zowaar twee miljoen in de plus zijn geëindigd, heeft de club uitgerekend. De transferinkomsten voor Malen, Rosario, Dumfries, Mohamed Ihattaren (Juventus), Joël Piroe (Swansea City) en Nick Viergever (Greuther Fürth) verdwijnen echter komend seizoen pas in de boeken, met hoogstwaarschijnlijk weer een positief nettoresultaat tot gevolg.
Naweeën van COVID-seizoen
Het is voor PSV te hopen dat het coronavirus voor die tijd geen opleving meer zal krijgen, want de naweeën zijn nog altijd voelbaar. De wedstrijdgerelateerde inkomsten gaan waarschijnlijk pas in het seizoen 2023/2024 het oude niveau aantikken. Het eigen vermogen is in één jaar tijd met meer dan de helft is gekrompen: van 39,8 naar 16,6 miljoen euro. Bovendien moest er voor drie (!) ton aan coronatests betaald worden, onthulde financieel directeur Jaap van Baar tegenover het Eindhovens Dagblad. Eén seizoen in lege stadions kwam PSV nog wel door, maar de club heeft wel een beroep moeten doen op de overheid. De subsidieregelingen Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) en Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) hebben 12,7 miljoen euro opgeleverd.
Injectie van dertig miljoen
Aangezien PSV de ambitie uitspreekt om jaarlijks om de landstitel te strijden en de kloof met de Europese top-32 te dichten, bleek extern kapitaal meer dan welkom in Eindhoven. Het zogeheten Partnerfonds gaat op zeer korte termijn dertig miljoen euro aan 'additioneel kapitaal' in de club pompen, in de vorm van een aantal 'achtergestelde leningen'. Dat geld wordt in eerste instantie gebruikt om meer slagkracht op de transfermarkt te krijgen. 'Zo kunnen jonge en talentvolle spelers eerder naar Eindhoven komen, om daar in de opleiding te rijpen', aldus PSV.
Acute financiële problemen afgewend
Maar de miljoenen van het Partnerfonds zijn ook een welkome stok achter de deur, voor het geval er toch weer een nieuwe COVID-golf komt. 'Mede dankzij de inmiddels gerealiseerde transfers in 2021-2022 en de kapitaalinjectie vanuit het nieuwe Partnerfonds, blijkt (…) dat PSV, over voldoende middelen beschikt om haar activiteiten te blijven financieren.' Kortom: het was even slikken, er was wat hulp van buitenaf voor nodig, maar PSV kan alvast met vertrouwen uitkijken naar het volgende jaarverslag.
PSV realiseert negatief financieel resultaat door impact coronapandemie en timing transfers.
— PSV (@PSV) October 18, 2021
(Hein Nooijens/VoetbalPrimeur)