Rapport van de Kampioen: hoogste cijfer Tadic, slechts één onvoldoende voor Ajax

3 mei 2021 om 11:30

Ajax heeft zich zondag op overtuigende wijze tot kampioen van Nederland gekroond. De Amsterdammers wonnen met 4-0 van FC Emmen en zijn drie duels voor het einde niet meer te achterhalen in de Eredivisie. VoetbalPrimeur maakt rapport op van de kampioensploeg van trainer Erik ten Hag.

Andre Onana – 6: De vreugde was groot bij de achterban, toen duidelijk werd dat 'De Kat uit Kameroen' nog een jaar zou blijven. Onana is een absolute topkeeper voor Ajax en hij was - op een ketser tegen Liverpool na - weer bezig aan een uitstekend seizoen. Het furosemide-incident gooide roet in het eten. Onana nam per ongeluk een plaspil van zijn vrouw en dat mag gerust een oliedomme actie genoemd worden.

Maarten Stekelenburg – 8: Het is razend knap wat Stekelenburg laat zien bij Ajax. De 38-jarige routinier had al jaren geen wedstrijd meer gekeept, toen Ten Hag hem plots keihard nodig had. Stekelenburg was meteen een rustpunt voor zijn defensie. Met de 58-voudig international onder de lat verloor Ajax zelfs niet één keer en werd alleen tegen PSV (1-1), AS Roma (1-1) en FC Utrecht (1-1) gelijkgespeeld. Het is niet voor niets dat Stekelenburg terugkeerde in de selectie van het Nederlands elftal en mag hopen op het EK.

Kjell Scherpen – 5,5: De rol van Scherpen was duidelijk: de voormalig sluitpost van FC Emmen mocht zich in de schaduw van Onana verder ontwikkelen. Bij Jong Ajax toont Scherpen aan dat hij wel degelijk is gegroeid, maar in het eerste elftal kon hij dat nog niet bewijzen. Hij blunderde in het bekerduel met FC Utrecht in december, waarna Ten Hag niet voor niets voor Stekelenburg koos na de schorsing van Onana. Tegen Roma had Ajax Scherpen nodig, maar weer ging het mis.

Noussair Mazraoui – 6: De Marokkaanse international begon ijzersterk aan het seizoen, maar niet voor het eerst in zijn loopbaan werd de rechtsback achtervolgd door pech. Hij bleef tot dusver steken op vijftien competitieduels, mede doordat hij sinds 13 februari niet meer in actie kwam vanwege problemen met zijn gezichtsvermogen. Mazraoui moest lijdzaam toezien hoe de concurrentie ondertussen flink toenam door toedoen van Devyne Rensch en Jurriën Timber.

Devyne Rensch – 7,5: Rensch maakt een stormachtige ontwikkeling door. De tweebenige verdediger, die op alle posities achterin uit de voeten kan, won de concurrentiestrijd van Sean Klaiber na het wegvallen van Mazraoui. Ook Ten Hag geniet van de 'reuzenstappen' van het talent, die van drempelvrees geen last lijkt te hebben. "Op het veld is hij brutaal. Hij heeft een fantastisch spelinzicht, gekoppeld aan atletisch vermogen en techniek", prees de coach hem.

Sean Klaiber – 5,5: 'Je kan die jongen niet kwalijk nemen dat Ajax hem haalt. Toch hou je continu je hart vast iedere keer als hij aan de bal komt.' Is getekend, Wim Kieft. Ajax nam Klaiber over van FC Utrecht als back-up voor Mazraoui, maar Rensch en Timber streefden hem voorbij. Klaiber deed twaalf keer mee in de Eredivisie, waarvan de helft als basisspeler. Hoewel het te vroeg is voor een waardeoordeel en hij in de Eredivisie een nuttige speler kan zijn, zal hem dat toch niet lekker zitten.

Jurriën Timber – 7,5: Timber is haast niet meer weg te denken uit het elftal van Ajax, maar veroverde pas begin dit kalenderjaar een basisplaats. Hij is sterk aan de bal en dribbelt graag in, maar is ook venijnig en doortastend in het verdedigende werk. Mede daardoor krijgt hij nu de voorkeur boven Perr Schuurs. Na dit seizoen wacht voor Timber het EK: het is alleen nog even afwachten of dat met Jong Oranje of het Nederlands elftal is.

Perr Schuurs – 6: De Limburger was duidelijk aan het begin van het seizoen: "Dit moet mijn jaar worden", zo vertelde hij aan Ajax TV. Schuurs begon ook als basisspeler, maar zorgde al snel voor verdeeldheid. Na het Champions League-duel met Liverpool was Michael Owen lyrisch over 'de nieuwe Matthijs de Ligt', maar in Nederland was er meer kritiek. Schuurs zou niet meedogenloos genoeg zijn. Het kwam dan ook niet als een verrassing dat hij uit de basis verdween.

Daley Blind – 8: De verslagenheid was groot bij Ajax, toen Blind een zware voetblessure opliep in Gibraltar. Het zegt veel over de status van de veelzijdige linkspoot, die met zijn inzicht en passing een enorm wapen is voor de ploeg van Ten Hag. Onder meer in de Europa League-duels met AS Roma bleek dat de Amsterdammers eigenlijk niet zonder hem kunnen. 'Het brein van het team', zoals Alfred Schreuder hem noemde in De Telegraaf, was namelijk aan een uitstekend jaar bezig.

Lisandro Martínez – 7,5: De Argentijn beleefde als middenvelder een prima debuutseizoen bij Ajax, maar aan het begin van deze jaargang verdween hij – tot veler verrassing -  naar de bank. Daar kwijnde Martínez maandenlang weg, maar in 2021 kwam zijn antwoord. Ten Hag kan niet meer om Martínez heen, die opvalt met zijn uitstekende inspeelpass én samen met de andere Latino's een flinke portie Grinta aan het elftal toevoegt.

Nicolás Tagliafico – 6,5: Tagliafico is sinds zijn komst naar Ajax in 2018 onomstreden, maar dit seizoen kwam de Argentijnse motor wat moeizaam op gang. Hij weet dat zelf mede aan de coronaonderbreking. "Toen we opnieuw moesten beginnen, bleek mijn ritme verdwenen", zei hij daarover. De linksback kampte bovendien met de nodige pijntjes. Inmiddels lijkt Tagliafico weer de oude, maar zo krachtig en dominant als in voorgaande jaren was het lange tijd dus niet.

Edson Álvarez – 7: Een vertrek naar Valencia was nabij, toen Álvarez zich in januari toch weer oprichtte bij Ajax. Op de voetballende kwaliteiten van Álvarez wordt – terecht – het nodige aangemerkt, maar als balafpakker bewees hij in cruciale duels zijn waarde. De kritiek op de veelbesproken Mexicaan verdween enigszins naar de achtergrond en hij oogst nu – als werkpaard tussen de raspaardjes - ook waardering.

Davy Klaassen – 8: Klaassen werd als opvolger van zijn eigen opvolger Donny van de Beek teruggehaald door Ajax en bleek een schot in de roos. Als controleur knokte de Hilversummer zich al terug in het Nederlands elftal, maar sinds hij als nummer tien speelt is het echt gaan lopen. 'Mister 1-0' bewijst keer op keer zijn waarde voor Ajax. Deze jaargang staat de teller op twaalf Eredivisie-goals voor de muurligger van Ajax, mede door zijn dubbelslag tegen AZ eind april.

Ryan Gravenberch – 8: Heel even klonk er kritiek na de dubbele ontmoeting met AS Roma, maar Gravenberch nam revanche in de bekerfinale. Het is veelzeggend over de manier waarop er wordt gekeken naar de middenvelder, die pas achttien jaar is, maar nu al onomstreden. "Het is een ongelooflijk talent, misschien wel de grootste op de Nederlandse velden", zei Kenneth Perez bij ESPN. Dat Gravenberch eigenlijk nog een talent is wordt weleens vergeten, want hij speelt vrijwel alles en is sinds kort international.

Mohammed Kudus – 6: De Ghanees beleefde een daverende entree bij Ajax. Hij maakte indruk tegen Vitesse en sc Heerenveen en leek zich moeiteloos op te werken tot basisspeler. Tot het noodlot toesloeg tegen Liverpool. Tijdens zijn afwezigheid zag Kudus de puzzel bij Ajax in elkaar vallen en de laatste maanden moet hij het vooral doen met korte invalbeurten. Daarin kon hij echter geen potten meer breken.

Jurgen Ekkelenkamp – 5,5: Van het stempel 'Ronaldo-gooier' komt hij vermoedelijk nooit meer af, maar dat komt ook doordat zijn sportieve prestaties tot dusver tegenvallen. Ekkelenkamp, toch al 21 jaar, zag het wel zitten om verhuurd te worden, maar Ten Hag wilde hem niet kwijt. De vraag is waarom niet. Ekkelenkamp stond pas twee keer in de basis. Afgezien van het duel met VVV-Venlo (0-13), waarin hij twee keer scoorde en een assist gaf, was zijn rol beperkt.

Zakaria Labyad – 5,5: Labyad leek aan het begin van het seizoen te profiteren van het vertrek van Hakim Ziyech. Ten Hag probeerde het met hem als valse spits, maar een succes werd dat niet. Als aanvallende middenvelder deed hij het iets beter, maar ondanks vijf goals en vijf assists, was het toch allemaal wat magertjes wat de zesvoudig Marokkaans international liet zien. Sinds februari komt Labyad nauwelijks nog aan bod.

David Neres – 5,5: Na negen maanden leek Neres in augustus eindelijk te hebben afgerekend met fysiek malheur, maar niets was minder waar. De Braziliaan was aan een aardige – maar ook weer geen verbluffende - reeks bezig, toen hij begin december tegen Liverpool weer een blessure opliep. Pas op 20 januari maakte hij zijn rentree. De Neres van 2019 zagen we sindsdien heel weinig.

Antony – 7: Met acht goals en acht assists in 26 Eredivisie-duels beleeft Antony een zeer verdienstelijk eerste jaar in de Johan Cruijff Arena. Bij zijn debuut was hij zelfs meteen de matchwinner tegen Sparta. In de maanden die volgden was de Braziliaanse technicus regelmatig belangrijk als afmaker of aangever en kreeg hij ook de handen op elkaar met fraaie hoogstandjes. Hij ontsnapte daarna echter niet aan een flinke dip.

Dusan Tadic – 8,5: De aanvoerder én MVP van Ajax laat dit seizoen weer met regelmaat zijn klasse zien. Tadic was betrokken bij liefst dertig goals in de Eredivisie: veertien keer als doelpuntenmaker en zestien keer als aangever. Hij mist bovendien bijna geen minuut. Aan de kwaliteiten van de Serviër en zijn importantie voor Ajax – als spits of als linksbuiten - hoeft niemand te twijfelen.

Oussama Idrissi – x: Bij AZ was Idrissi nog één van de meest gevreesde linksbuitens van de Eredivisie, maar zijn verhuur aan Ajax is geen succes geworden. Door de concurrentie van de onvermoeibare Tadic viel hij pas vier keer in tijdens een Eredivisie-duel. Daarin kon Idrissi niet overtuigen, mede door een serieus gebrek aan wedstrijdritme. Hem daarop afrekenen, is niet fair.

Lassina Traoré – 5,5: Voor het hoogtepunt van Traoré dit seizoen moeten we terug naar 24 oktober, toen hij met vijf goals en drie assists de gevierde man was tijdens de 0-13 zege bij VVV-Venlo. In het vervolg van het seizoen kwamen daar echter nog maar twee treffers bij en veel indruk maakte de Burkinees niet meer. Hij moet Haller en Brobbey, die gratis de deur uitwandelt, voor zich dulden.

Sébastien Haller – 6: "Dit is een aankoop die je doet om het kampioenschap veilig te stellen", zei NOS-analist Pierre van Hooijdonk nadat Ajax 22,5 miljoen voor Haller had betaald. Met negen goals en vijf assists heeft de spits inderdaad een aandeel in de landstitel, maar er is toch ook kritiek op zijn spel. De Fransman zal zich moeten ontwikkelen in het 'meevoetballen', zoals dat zo mooi heet.

Brian Brobbey – 6,5: Brobbey maakte in de eerste seizoenshelft nog deel uit van Jong Ajax, maar is sinds de winterstop uitgegroeid tot supersub. Brobbeast bewijst keer op keer niet veel tijd nodig te hebben om iets te forceren voor de ploeg van Ten Hag. In negen competitieoptredens, waarvan acht als invaller, scoorde hij drie keer. Veel meer goals zullen daar helaas niet bijkomen.

Quincy Promes – 5: De enige onvoldoende op het kampioensrapport van Ajax is voor Promes. De 47-voudig international kwam aan het begin van het seizoen niet uit de verf als nummer tien, met het optreden in Groningen (1-0) als dieptepunt. Promes verdween uit de basis en bovendien kregen randzaken de overhand. In januari vertrok hij via de achterdeur naar Spartak Moskou.

Klaas-Jan Huntelaar – 6,5: Ook Huntelaar vertrok in januari bij Ajax, maar dan met opgeheven hoofd om zijn oude club Schalke 04 uit de brand te helpen. The Hunter was enkele dagen eerder nog zijn gewicht in goud waard. Als breekijzer had hij slechts één minuut nodig om Ajax met twee goals een cruciale zege op FC Twente te bezorgen.

Trainer
Erik ten Hag – 8: Voor de tweede keer in drie jaar tijd heeft Ten Hag Ajax naar de dubbel geleid. De 51-jarige oefenmeester kan uitstekende statistieken overleggen. Aan het begin van het seizoen was er even onvrede over zijn keuzes (Labyad in de spits, Promes op tien), maar hij wist de puzzel weer te leggen en zijn team kwam als grote winnaar uit de topduels in januari en februari.

(Teun Buis/VoetbalPrimeur)