Gudde: 'Eerste Divisie was collectief tegen Eredivisie met twintig clubs'
De beslissing om SC Cambuur en De Graafschap na het stilleggen van het seizoen niet te laten promoveren was niet alleen een juridische, maar ook een sportieve keuze. Dat zegt bondsdirecteur Eric Gudde in De Telegraaf.
Volgens Gudde was na 26 duels niet met honderd procent zekerheid te zeggen dat ADO Den Haag en RKC Waalwijk zouden degraderen, en dat Cambuur en De Graafschap zouden promoveren. Zonder onherroepelijkheid kun je zulke zware beslissingen niet nemen, meent hij.
"God moge het verhoeden, maar wat als we volgend jaar bijvoorbeeld na 24 wedstrijden weer niet verder kunnen vanwege een pandemie en het verschil is overal één of twee punten? Vinden de mensen die nu boos zijn dan nog dat er moet worden gepromoveerd en gedegradeerd?", vraagt Gudde zich af. "De eerste reactie – 'de verschillen zijn zo groot: promoveren en degraderen' – begreep ik. Maar ik word geacht de totale verantwoordelijkheid te nemen en moet dit ook over een jaar of twee jaar kunnen uitleggen."
Gudde benadrukt dat de KNVB niet per se voor of tegen een Eredivisie met twintig clubs was. "Maar vier dagen voor de vergadering was de Eerste Divisie collectief tegen een Eredivisie met twintig clubs. En een aantal Eredivisie-clubs was daar ook niet voor. Bovendien zat er in het schema voor het nieuwe seizoen, dat vanwege het EK op 24 mei 2021 moét aflopen, met twintig clubs geen enkele ruimte voor als het een keer zou gaan waaien of sneeuwen."
Volgens de bond zou het 'echt een onmogelijke situatie opleveren in een na-corona-jaar'. "Laten we overigens hopen dat het een na-corona-jaar is. Het was mijn verantwoordelijkheid om te zeggen: dit gaan we dus niet doen. Het gaat gewoon niet. Punt", besluit Gudde.