Top-drie in nood: waarom juist Ajax, PSV en Feyenoord het hardst geraakt worden
Het zal je vast niet ontgaan zijn: alle Eredivisie-spelers hebben een deel van hun salaris ingeleverd om hun club door deze moeilijke coronatijden heen te helpen. Ook Ajax, PSV en Feyenoord - de rijkste clubs van Nederland - hebben een beroep moeten doen op hun personeel. Juist voor de traditionele top-drie komt de huidige coronacrisis het hardst aan. Maar waarom eigenlijk? Wij leggen het kort uit.
Het kon na de Champions League-successen van vorig seizoen niet op voor Ajax: de Amsterdammers haalden bijna 200 miljoen euro aan inkomsten binnen. Ook de cijfers over het eerste half jaar van 2019/2020 mochten er zijn: een nettowinst van 53 miljoen euro, mede door de Champions League-inkomsten en de uitgaande transfers van Matthijs de Ligt, Kasper Dolberg en Lasse Schöne (afgesloten na 1 juli, dus meegenomen in de cijfers van dit seizoen). Desondanks verwachtte Ajax aan het einde van de rit 'een negatief operationeel resultaat', dat wil zeggen: meer uitgaven dan inkomsten, als de transferinkomsten niet meegerekend worden.
Bekijk hier onze YouTube-explainer over de tv-ranking! En abonneer je op ons kanaal voor meer van dit soort video's!
Ajax wist immers niet te overwinteren in de Champions League en was veroordeeld tot de Europa League, waar de bonussen en tv-inkomsten een stuk lager zijn. De Europese reis langs Thessaloniki, Nicosia, Valencia, Londen en Lille leverde net geen 60 miljoen euro op. Geen misselijk bedrag, maar wel 30 (!) miljoen minder dan wat Ajax in 2018/2019 verdiende. Ajax had de tegenvallende inkomsten dus al ingecalculeerd, maar kon ongetwijfeld niet vermoeden dat het op 7 maart al zijn laatste wedstrijd zou spelen…
Door de coronacrisis heeft Ajax vier thuiswedstrijden door moeten strepen en zijn er vier inkomstenbronnen weggevallen. Met een beetje pech mag Ajax pas in 2021 weer in een gevulde Arena spelen: ook dit zal doorwerken in het jaarverslag. In het najaar van 2019 alleen al haalde Ajax 28 (!) miljoen euro binnen met losse tickets, seizoenkaarten, business-seats, skyboxen en horeca-inkomsten.
De spelers en het overige personeel moeten ondertussen gewoon doorbetaald worden. Ajax tastte afgelopen zomer diep in de buidel: de bedrijfslasten stegen – mede door hogere salarissen voor de spelers – van 76,7 miljoen naar 93,1 (!) miljoen euro. Hakim Ziyech kan per 1 juli van de loonlijst geschrapt worden, maar verder zullen de transferinkomsten lager zijn dan voorzien. Welke topclub kan het zich nu nog veroorloven om de hoofdprijs te betalen voor Andre Onana of Donny van de Beek? Marc Overmars heeft de afgelopen jaren genoeg miljoenen binnengeharkt, waardoor Ajax voorlopig tegen een stootje kan. Maar deze crisis moet toch niet te lang duren voor de club met de duurste huishouding van Nederland.
PSV
Ook in Eindhoven moeten ze op de kleintjes letten. PSV-directeur Toon Gerbrands riep de fans onlangs op om – indien mogelijk – af te zien van compensatie voor de gemiste thuiswedstrijden. De tussentijdse transfers van Hirving Lozano en Steven Bergwijn zijn voorlopig voldoende om het gebrek aan Champions League-miljoenen te compenseren, maar PSV heeft er nu een extra probleem bij gekregen.
Als PSV pas in 2021 weer publiek toe mag laten in het Philips Stadion, zou dat vijftien miljoen euro aan inkomsten schelen. Dat bedrag moet dus ergens mee terugverdiend worden, in dit geval dus een tegemoetkoming van de seizoenkaarthouders en het personeel. Maar op de lange termijn zal PSV misschien wel spelers moeten verkopen.
Technisch directeur John de Jong heeft al gereageerd, door te snijden in de salariskosten. Grootverdieners Daniel Schwaab, Kostas Mitroglou en Ricardo Rodríguez verdwijnen per 1 juli van de loonlijst, misschien volgt ook Ibrahim Afellay. Een eventuele transfer van Jeroen Zoet en Denzel Dumfries zou voor extra inkomsten kunnen zorgen.
Feyenoord
Ook Feyenoord zit voorlopig met de gebakken peren. Directeur Mark Koevermans noemde thuiswedstrijden van Feyenoord 'één van de grootste evenementen van Nederland': deze massabijeenkomsten met gemiddeld 45 duizend man zullen er de komende maanden niet zijn. En dat kan in de papieren gaan lopen. De zogeheten wedstrijdbaten in 2018/2019 bedroegen 17.000 euro en de begroting voor komend seizoen is met 22,5 (!) miljoen euro omlaag gegaan.
De tussentijdse transfer van Sam Larsson was een onverwachte meevaller, maar Feyenoord is nog steeds niet uit de brand. Dit seizoen heeft de club zijn nek uitgestoken door flink te investeren in spelers als Marcos Senesi en Róbert Bozeník. Zij zullen ooit met winst doorverkocht moeten worden, maar dat zit er voorlopig nog niet in. Alle werknemers van de club hebben een gebaar moeten maken om Feyenoord überhaupt overeind te houden.
Ook qua inkomende transfers is het vooralsnog stil. Feyenoord kwam er financieel niet uit met Bryan Linssen en heeft ook niet de middelen om Joey Veerman binnen te halen. De contractbesprekingen met Orkun Kökcü zitten voorlopig ook vast en Eric Botteghin en Leroy Fer kunnen alleen hun contract verlengen als ze bereid zijn om in te leveren.
(Hein Nooijens/VoetbalPrimeur)