Ambitieuze Manders: 'Nederland moet zesde competitie van Europa kunnen zijn'

22 mei 2019 om 08:22

Mattijs Manders ziet voldoende uitdagingen bij de Eredivisie CV, waar hij Jacco Swart opvolgt als voorman. De vijftigjarige directeur komt over van ADO Den Haag, een club die volgens hem een verbindende rol kan spelen.

"Er staat enorme druk op de nationale competitie. Zo wordt er gesproken over een Europese Super League, maar tegelijkertijd is de Eredivisie de laatste jaren verder weggezakt ten opzichte van de landen om ons heen. Daarnaast hebben we niet de beste tv-deal", zegt Manders tegen het Algemeen Dagblad over de uitdagingen.

Manders weet dat belangen van grote en kleine clubs vaak botsen. Dat bleek wel in de discussie rond de veranderagenda. Hij denkt dat ADO een verbindende factor kan zijn als middenmoter. "Natuurlijk weten we allemaal dat het grote geld in Europa wordt verdiend. Dat maakt het lastig, want welke concessie moet je doen om het Europees voetbal van Ajax, PSV, Feyenoord en AZ te faciliteren? Ajax heeft ook de kleinere clubs nodig om kampioen te kunnen worden, zonder competitie ben je nergens."

Manders beseft dat de veranderagenda onvoldoende heeft opgeleverd. "Voor niemand gaat het ver genoeg. Als je het hebt over achttien of zestien clubs, kunstgras, de beloften of de promotie- en degradatieregeling. Ik zie dat als een gemiste kans. We moeten met elkaar vooruit, de Eredivisie moet meer vermarkt worden."

"Nederland moet de zesde competitie van Europa kunnen zijn na Engeland, Spanje, Italië, Duitsland en Frankrijk. Daar hoort ook een bepaalde waarde bij in de vorm van televisiegelden. Dat is best een ambitie", besluit Manders.