Alles-of-niets bij Ajax lijkt mentale kwestie: 'Ze voeren hun taak niet meer uit'
Af als een gieter in Almelo en vier dagen later de pannen van het dak spelen tegen een van de beste ploegen ter wereld: hoe valt zo'n alles-of-niets-week van Ajax eigenlijk te verklaren? Zit het, zoals door sommigen gesuggereerd, tussen de oren? Sportpsycholoog Martijn Ruitenburg, die profvoetballers individueel begeleidt en actief is in de jeugdopleiding van PEC Zwolle, benadrukt dat het mentale aspect ontegenzeggelijk trainbaar is.
Hakim Ziyech maakte er na de nipte nederlaag tegen Real Madrid op woensdagavond geen geheim van. Ja, tegen De Koninklijke was er duidelijk sprake van een 'ander soort motivatie'. Bijna alles lukte bij Ajax, in tegenstelling tot een paar dagen eerder, toen de zo gelauwerde topclub op bezoek bij Heracles een wanprestatie leverde (1-0 verlies) en daarmee de landstitel nog verder uit het zicht verloor.
"Sportpsychologen hebben het altijd over: aandacht richten op je taak. In het geval van Ajax en de manier waarop Erik ten Hag wil spelen is dat bijvoorbeeld druk op de bal zetten, vooruit verdedigen. Motivatie speelt een belangrijke factor bij het uitvoeren van die taak. Of je dat met vólle overtuiging doet", analyseert Ruitenburg in gesprek met VoetbalPrimeur. "Ik denk dat je er inderdaad niet omheen kunt dat er bij sommige wedstrijden in de Nederlandse competitie minder sprake is van een sparkle dan wanneer je thuis tegen Real Madrid mag spelen."
"Wat uiteindelijk de kunst is, en daar gaat het dus ook over wanneer ik met topsporters werk: leren herkennen wat het met je doet. Het is oké, het werkt nu eenmaal zo, als je gaat proberen om het te veranderen houd je jezelf voor de gek. Maar als je eenmaal op het veld staat, moet je wél in staat zijn om je aandacht op je taak te richten. Wat je bijvoorbeeld tegen Heracles zag, was dat bepaalde jongens nét te laat waren in verdedigend of aanvallend opzicht. Ze zijn er met hun aandacht niet volledig bij."
Misvatting
Ruitenburg denkt dat er in het profvoetbal sprake is van een hardnekkige misvatting. "Men zegt: je moet een bepaald gevoel hebben voor een wedstrijd. Spelers gaan daar vervolgens in geloven. Nee, ook met een minder gemotiveerd gevoel, of juist met zenuwen, moet je leren om de aandacht op je eigen spel te houden."
"Natuurlijk is dat aan te leren, anders was ik werkloos geweest. Spelers moeten leren wat er in hun hoofd gebeurt. De eerste stap is: herkennen van je eigen gevoel. Heb ik gezonde spanning of juist te veel spanning? Dat moet je gaan voelen, om vervolgens te leren hoe je daar op een handige manier mee omgaat."
"Dan kun je op het veld namelijk je aandacht richten op je taken: vrijlopen, tactische afspraken nakomen, kijken wie er vrij staat - dat soort dingen. Dat zijn aspecten die vaak vanzelf gaan, maar op sommige momenten moet je daar bewust met je aandacht naartoe, omdat je afgeleid bent. Het richten van aandacht is écht een kwestie van trainen."
Vier factoren
Dat de mentale weerbaarheid van de spelers van Ajax nu aan de kaak wordt gesteld, vindt Ruitenburg niet zo vreemd. "Voor een prestatie zijn er vier factoren belangrijk: technisch, tactisch, fysiek en mentaal. Op die eerste drie vlakken is waarschijnlijk niet veel veranderd bij Ajax, dus dan blijft er één factor over. De spelers van Ajax zullen het zelf moeten nagaan: hoe is het nu mogelijk dat je tegen Heracles minder goed speelt?"
"De vraag is natuurlijk ook: wanneer is de druk eigenlijk groter voor Ajax? Als je tegen Real Madrid speelt, er relatief weinig verwachtingen zijn? Misschien heb je dan juist een vrijer gevoel. Op bezoek bij Heracles, op papier al een lastige wedstrijd, verwacht íedereen dat je wint."
Sportpsychologen en mental coaches komen van pas wanneer profvoetballers 'er zelf niet helemaal de vinger op kunnen leggen'. "Je probeert iemand een spiegel voor te houden. Ik gebruik ook vaak beelden. Je vraagt aan iemand: hoe heb je de wedstrijd beleefd? Hoe stapte je het veld op? Als een ploeg bijvoorbeeld op een 2-0 achterstand komt, zie je soms ook veranderingen in gedrag."
"Uiteindelijk is de samenvatting meestal: spelers zijn niet meer bezig met hun taak. Allerlei afleidingen gaan meespelen. Daar probeer je ze bewust van te maken, ze moeten herkennen wanneer ze afgeleid worden en in staat zijn om zich te focussen. Blijven aanbieden, zorgen dat je op de goede positie loopt, bij balverlies druk vooruit... Als je analyseert, is dat vaak precíes wat je ziet: spelers voeren hun taak niet meer uit. Ze komen een stap te laat bij het druk zetten of staan te slapen waardoor ze niet vrij staan. Wij, als toeschouwers, krijgen dan de indruk: ze willen helemaal niet. Het is vaak een kwestie van secondes, van timing."
Frenkie
Rafael van der Vaart en Theo Janssen stipten Frenkie de Jong deze week aan als een van de Ajacieden die met zijn vorm worstelt. Ruitenburg gelooft en ziet echter niet dat het prijskaartje van 75 miljoen euro om de nek van de middenvelder invloed heeft op diens spel. "Wat ik zo knap aan hem vind, is dat-ie eigenlijk hetzelfde is blijven doen sinds al die verhalen over zijn transfer. Hij stond bekend als iemand die het initiatief nam, risico nam. Dat doet De Jong nog steeds. Hij is niet voorzichtiger of angstiger geworden."
"Natuurlijk kan het best zijn dat er intern wel veel veranderd is. Dat het wel iets met hem doet. Ik vind dat je dat op het veld helemaal niet terugziet. Als je hem hoort in interviews, krijg je ook niet het gevoel dat het prijskaartje hem heel veel zegt. Daar is-ie zelf niet van onder de indruk."
(Paul Audenaerd/VoetbalPrimeur)