Frenkie open: 'Ik leek wel een beetje gek, nog steeds moeilijk om over te praten'
Frenkie de Jong vindt het nog altijd moeilijk om te praten over het EK in Duitsland, dat hij vanwege een enkelblessure aan zich voorbij moest laten gaan. De middenvelder van FC Barcelona kijk aanvankelijk bijzonder erg uit naar het toernooi en probeerde 'tegen beter weten in' alsnog aan te haken.
Het verhaal is bekend: in april liep De Jong voor de derde keer dat seizoen een enkelblessure op. Uiteindelijk zou de Nederlander lange tijd uit de roulatie liggen en het EK in Duitsland met Oranje missen, ondanks dat hij zich nog wel meldde in Zeist. De Jong vertelt in gesprek met Voetbal International dat hij extra uitkeek naar dat EK. "Ik heb twee eindrondes mogen spelen, het EK in 2021, dat corona-toernooi en het WK in Qatar, toen er zowat geen Nederlandse supporters waren. Duitsland zou mijn eerste échte toernooi worden, in de zin van dicht bij huis, met al die Nederlandse fans op de tribune en in de steden."
"Ik keek er zo naar uit, dat het eigenlijk nog steeds moeilijk is om erover te praten", vervolgt een eerlijke De Jong, die uitlegt waarom hij alsnog alles eraan heeft gedaan om het EK te halen. "Om mezelf niks te kunnen verwijten. Natuurlijk was het tegen beter weten in, want ik ben pas eind oktober teruggekomen en de voorbereiding op het EK begon eind mei. Als ik het er nu zo over heb, leek ik wel een beetje gek, maar het zegt ook wat over hoe graag ik dat toernooi wilde spelen."
De Jong heeft het idee dat hij het verschil had kunnen maken als hij wél van de partij was geweest in Duitsland. "Ja, want voordat ik de tweede keer geblesseerd raakte aan mijn enkel, dat was in maart, stak ik echt in de vorm van mijn leven. Ik voelde me goed, ik speelde goed. Dit toernooi was voor mij hét toernooi. Als je dan ziet dat we ook nog de halve finale haalden... In het leven is er altijd wel iets dat erger is, maar voor mij, op dat moment, was het mentaal zwaar. Een rampseizoen."