'Ik had niet weg moeten gaan bij Ajax, had voor mijn kans onder Bosz moeten gaan'
Ricardo van Rhijn heeft in gesprek met de NOS teruggeblikt op zijn periode bij Ajax. De verdediger, die tegenwoordig bij AFC Amsterdam speelt, had met de kennis van nu langer bij de recordkampioen van Nederland willen blijven.
Van Rhijn, inmiddels 33, doorliep de jeugdopleiding van Ajax en speelde vier seizoenen in het eerste elftal. Lang had hij een basisplek, tot Kenny Tete doorbrak. "Die heeft mij uit het elftal gespeeld, hij deed het fantastisch, was verdedigend superstabiel. En ik speelde gewoon minder."
"Als je niet zo goed speelt, raak je haast een beetje verlamd. Het was lastig om daaruit te komen", blikt Van Rhijn terug. "Achteraf ben ik daar te lang in blijven hangen. Als ik dat wat eerder naast me neer had kunnen leggen, had dat veel gescheeld. Maar goed, ik weet dat ik dat nu in mijn volgende carrière wel kan. Zo sta ik in ieder geval nu in de wedstrijd, haha."
In 2016 trok Van Rhijn naar Club Brugge. Via AZ, sc Heerenveen, Karlsruher SC en FC Lisse kwam hij bij AFC. Als hij terugkijkt op zijn profcarrière, had hij het anders aangepakt. "Ik zou niet bij Ajax zijn weggegaan. Ik had voor mijn kans moeten gaan onder de nieuwe trainer, Peter Bosz. Ik had nog twee jaar contract, dat had ik achteraf zeker moeten uitzitten, minimaal."