Timber over weg naar aanvoerdersband Feyenoord: 'Je moet een leeuwenhart tonen'
Quinten Timber heeft in een interview met het Algemeen Dagblad stilgestaan bij zijn reis als voetballer, die hem uiteindelijk het aanvoerderschap van Feyenoord opleverde. De middenvelder vindt zichzelf zeker geen perfect mens, maar stelt wel dat zijn mentaliteit ervoor heeft gezorgd dat hij het gered heeft.
Timber stond deze week samen met tweelingbroer Jurriën op het veld tegen Duitsland. De twee waren van kleins af aan al samen terug te vinden met een bal. Dat ging er toen al hard aan toe. "Vroeger op straat stonden we ook vaak met de voorhoofden tegen elkaar hoor. Hoort erbij. Een wedstrijd is een beetje oorlog. Als het nodig is, pak ik Jurriën aan. Maar andersom ook. Maar we zijn broers, een tweeling zelfs. Mijn broer op het hoogste niveau zien presteren, er is niets mooiers dan dat", vertelt hij aan het AD.
Jurriën brak uiteindelijk door bij Ajax, en verdiende een toptransfer naar Arsenal. Quinten kon na een periode bij FC Utrecht ook terug naar Amsterdam. "Na FC Utrecht wilde Ajax mij terughalen als middenvelder of verdediger. Maar na een gesprek met Arne Slot wist ik dat ik naar Feyenoord moest gaan. En dat is goed uitgepakt, denk ik. Als acht of als zes kan ik aanvallen en verdedigen en zo kan ik mijn kracht en energie kwijt."
Daar heeft hij zich ontpopt tot een dragende kracht. Inmiddels is hij zelfs aanvoerder. "Je moet een leeuwenhart tonen bij alles wat je doet. Dat heb ik, als het slecht gaat komt bij mij 'ik ga dit niet accepteren' naar boven. Er gaat een knop om. Het winnaar zijn is in mijn ogen niet zozeer naar de prijzenkast kijken. Het is meer de uitvoering en hoe graag je wil. Geen medelijden, dat werk."
Volgende week begint het nieuwe Champions League-seizoen. Feyenoord speelt dan tegen Bayer Leverkusen. "Maar eerst FC Groningen uit. Ja, we zijn al vier punten kwijt, maar je moet door. En dan kun je dingen omdraaien."
Beluister de nieuwste #DoneDeal over Memphis, het bijzondere project in Indonesië, Ajax en FC Buitenkans!