Van Hanegem wijst twee Oranje-uitblinkers aan: 'Krijgen hem te weinig aan de bal'

In zijn column voor het Algemeen Dagblad laat Van Hanegem zijn licht schijnen over het doelpuntloze gelijkspel tussen Nederland en Frankrijk. 'Als je kijkt naar het resultaat, dan heeft Oranje het goed gedaan tegen de Fransen. Met dat punt is de knock-outfase wel bereikt. Het hadden er ook drie kunnen zijn als ze die goal van Xavi Simons hadden goedgekeurd. Je kunt het niet bewijzen, maar als we tegen Slovenië of Albanië hadden gespeeld hadden ze hem geteld.'

Van Hanegem vindt ook dat Oranje wel erg voorzichtig voor de dag kwam. 'Iedereen riep dat we niet in het mes moesten lopen van de Fransen en dat zag je terug op het veld. Tijjani Reijnders die naast Jerdy Schouten bleef spelen in de buurt van de verdedigingslinie. En Jeremie Frimpong die Theo Hernández moest uitschakelen. Ja, dat hoorde ik echt. Ik zie best veel voetbal en volgens mij was Frimpong afgelopen seizoen een stuk gevaarlijker dan die Hernández, maar Frimpong liep zich de zenuwen achteruit. Alles was erop gericht om een tegendoelpunt te voorkomen. Dat is in elk geval gelukt.'

'Bij Oranje vond ik Cody Gakpo en Stefan de Vrij de beste spelers. Gakpo was gevaarlijk, al krijgen we hem echt te weinig aan de bal. De Vrij is zeer solide. Er was een moment dat die Marcus Thuram even ontsnapte aan buitenspel, maar dat was het ook wel. Over Nathan Aké raakten de mensen na de eerste wedstrijd maar niet uitgepraat, zo goed had hij tegen de Polen gespeeld. Maar dan zie je wat het voor verschil maakt als er wel een rechterspits staat. Polen had niemand aan die kant en Aké kon zich naar hartenlust bemoeien met het aanvalsspel. Nu had hij zijn handen vol aan die snelle Ousmane Dembélé en het ging steeds maar net goed', besluit De Kromme.

Beluister hieronder de nieuwste aflevering van Studio Oranje!