Hoek wil keepersprobleem Oranje oplossen: 'Is in Nederland veel minder geworden'

"Kijk eens naar de top van Nederland", analyseert Hoek in gesprek met De Telegraaf. "PSV, Feyenoord, Twente, AZ en Ajax hebben allemaal een buitenlandse keeper. Natuurlijk is Justin Bijlow van Feyenoord nu geblesseerd. Maar feit blijft dat het aantal Nederlandse keepers in de nationale én Europese top heel mager is."

Waar dat aan ligt denkt de voormalig keeperstrainer van onder andere Ajax, FC Barcelona, Bayern München, Manchester United en Oranje wel te weten. "Als je kijkt naar de rol van een keeperstrainer, is er in essentie weinig veranderd ten opzichte van toen ik in 1985 begon", beweert Hoek. "De rol van keeper is wél geëvolueerd. Vroeger hoefde je bij wijze van spreken alleen de ballen tegen te houden, maar de beste keepers van dit moment zijn ware atleten die ook uitstekend kunnen meevoetballen. Ik noem het nu ook 'goalplayer' in plaats van 'goalkeeper', omdat het een volwaardige speler is geworden."

Als perfecte voorbeelden noemt hij Ederson (Manchester City) en Alisson Becker (Liverpool). "Zij zijn typisch jongens die zijn begonnen als veldspeler en zijn opgegroeid met voetballen op straat. Daardoor kunnen ze nu het spel heel goed lezen. Dat is in Nederland veel minder geworden, terwijl dat eigenlijk de essentie zou moeten zijn van het opleiden van de goalplayer. Doe eerst zo veel mogelijk ervaring op als veldspeler, zodat je het spel leert begrijpen en ga jezelf dan pas vanaf pakweg dertien- of veertienjarige leeftijd specialiseren in het keepen", aldus Hoek.

"Ik ga echt niet zeggen dat ik de wijsheid in pacht heb, maar je moet ergens beginnen. Voor mij staat het vast dat we toe zijn aan vernieuwing", doelt Hoek op de ontwikkeling van de Nederlandse keepers.