Ajax op rapport: zware onvoldoendes na nieuwe nederlaag tegen Brighton

Diant Ramaj – 6: De Duitser viel met name weer op door zijn bravoure aan de bal. Na een kwartier was hij kansloos toen Ansu Fati voor hem opdook, maar op slag van rust redde hij goed op een poging van Adingra. Na de break trok Adingra echter alsnog aan het langste eind.

Anton Gaaei – 6,5: We moeten voorzichtig zijn, maar Gaaei lijkt de laatste weken een positieve ontwikkeling door te maken. Ook tegen Brighton viel de Deen, voor zijn doen althans, in positieve zin op. En dat tegen Brighton-smaakmaker Mitoma.

Devyne Rensch – 6: Net voor de drie verdedigers probeerde Rensch zich constant aanspeelbaar te maken, maar ondanks zijn ijver was zijn impact gering. Na een klein uur verhuisde hij naar rechtsback.

Josip Sutalo – 6,5: Toonde lef met een paar knappe passes tussen de linies. Net als Gaaei lijkt Sutalo aan vertrouwen te winnen in de Ajax-defensie. João Pedro legde hem één keer in de luren, maar de Kroaat greep ook een paar keer goed in.

Jorrel Hato – 5: Ondanks zijn jonge leeftijd is Hato menig opponent fysiek de baas. Aan de bal koos hij tegen Brighton wel erg vaak de veilige oplossing. Bij de 0-2 kneep hij te ver naar binnen.

Silvano Vos – 4,5: Ajax had het best redelijk op de rit, maar de beginnersfout van Vos resulteerde in de openingsgoal van Ansu Fati. Het talent was niet op zijn gemak als controleur.

Kenneth Taylor – 5: Dat Taylor al in de rust werd gewisseld (en niet Hlynsson) mag eigenlijk geen verrassing heten. De middenvelder deed mee, maar dat was het dan ook wel. Onderhand mag je wel iets meer verwachten van hem.

Kristian Hlynsson – 6,5: De jonge IJslander is sinds deze week officieel speler van Ajax 1. Ook tegen Brighton was hij weer een lichtpuntje met zijn goede gevoel voor positie en efficiënte balbehandeling.

Steven Berghuis – 4,5: Berghuis gaf niet thuis tegen Brighton. Aan zijn inzet ligt het niet, maar de ervaren Oranje-international wist het jonge Ajax voetballend niet aan de hand te nemen. Ondanks enkele schoten was het te mager.

Brian Brobbey – 6: Hij worstelde met name met Van Hecke en deed het goed als aanspeelpunt. Hij bezorgde de Brighton-defensie de nodige problemen, maar vond weinig steun bij de scheidsrechter. Had pech in de afwerking, maar had dat ook beter kunnen doen.

Steven Bergwijn – 4,5: Net als Berghuis verwacht je van Bergwijn dat hij opstaat in dit soort duels. Daar was geen sprake van. De aanvoerder werd nu niet geholpen door een opkomende back en liet nauwelijks iets zien. De twee moeten je beste spelers zijn, maar de realiteit is anders.

Invallers
Chuba Akpom – 5,5: De supersub van de voorbije Eredivisie-duels kwam ditmaal meteen na rust in het veld. Technisch is het niet heel verfijnd en een hoofdrol bleef dit keer uit, hoewel hij nog wel een keer recht op de vuisten van Bart Verbruggen schoot.
Borna Sosa – 6: De Kroaat is weer fit na een blessure en viel behoorlijk in, nadat hij na 57 minuten Gaaei had afgelost. Hij lijkt Van ’t Schip voor een lastige keuze te stellen op linksback.
Carlos Forbs – 6,5: Ook Forbs kwam na 57 minuten in het veld en kende net als Sosa een best verdienstelijke invalbeurt. Er ging in ieder geval de nodige dreiging van hem uit.
Benjamin Tahirovic – x: Viel na 73 minuten in voor Vos en speelde te kort voor een beoordeling.
Georges Mikautadze – x: Viel na 78 minuten in voor Rensch en speelde te kort voor een beoordeling.

Trainer
John van ’t Schip – 5,5: Van ’t Schip koos verrassend voor Rensch als inschuivende centrale verdediger, waardoor Hato naar linksback ging. Die keuze pakte aanvankelijk goed uit, maar Brighton werd in het zadel geholpen door een persoonlijke fout. Zijn aanvallende wissels waren opvallend: Brighton kreeg wel heel veel ruimte op het middenveld.