NEC troeft buitenlandse clubs af: 'Hij heeft heel veel variatie in zijn spel'
NEC Nijmegen haalde onlangs Lars Olden Larsen op bij het Russische Nizhny Novgorod en de Noorse buitenspeler droomde als kind al van het Nederlandse voetbal. Technisch directeur Carlos Aalbers verklaart dat NEC als Nederlandse club een streepje voor had op de concurrentie.
Aalbers spreekt met Voetbal International over de nieuwste aanwinst van de Nijmegenaren. De Noorse buitenspeler kon bij Häcken blijven om de voorronde van de Champions League te spelen, maar kiest voor de nummer twaalf van de Eredivisie. "Het was al van jongs af aan zijn droom om in de Eredivisie te spelen", meent de bestuurder. "Lars liet me deze week nog een jeugdfoto van hem zien waarop hij voetbalde in een Oranje shirt. Hij was een jaar of acht, schat ik zo. Voor hem komt nu een droom uit."
Ibrahim Cissoko verruilde Nijmegen voor het Franse Toulouse FC. NEC ontving ongeveer drie miljoen euro voor de speler en haalde Larsen naar verluidt voor ruim drie ton op. "Ik ben hier begonnen met de opdracht om te presteren en de ambities waar te maken, maar zoals negentig procent van alle clubs moet ook NEC geld verdienen met transfers. We hebben daarin nog een hele slag te maken", meent Aalbers. "Met Lars hadden we het geluk dat hij zijn droom wilde waarmaken door in de Eredivisie te komen spelen. Ik weet ook dat er clubs uit het buitenland waren die hem veel meer konden bieden dan wij."