PSV en Ajax op rapport: nul onvoldoendes voor PSV, zes onvoldoendes voor Ajax

PSV
Yvon Mvogo – 6: Hij werd afgelopen zomer binnengehaald als 'meevoetballende keeper', maar lijkt juist het tegenovergestelde te zijn. Met hoge ballen en terugspeelpasses oogt hij onzeker, maar met zijn reflexen is weinig mis: voor rust redde hij knap op een knal van Antony, al was de bal waarschijnlijk via de paal naast gegaan.

Denzel Dumfries – 5,5: Hij hield collega-aanvoerder Tadic redelijk in bedwang, maar had pech met de bal die hij vlak voor tijd tegen zijn hand kreeg. De frustratie was na afloop dan ook groot.

Jordan Teze – 7: Natuurlijk had hij alle geluk van de wereld toen hij de bal via zijn eigen paal uitverdedigde. Maar geluk dwing je af, toch? Teze kon in minuut één al twee sterke ingrepen noteren, zat meteen lekker in de wedstrijd en groeide uit tot rots in de Eindhovense branding.

Nick Viergever – 7: De ingevallen David Neres dacht er na een klein uur direct een sprint uit te gooien, maar werd schitterend afgestopt door een sliding van zijn ex-teamgenoot Viergever. De linkspoot moest dit seizoen veel geduld hebben, maar is weer boven komen drijven en was bijna negentig minuten lang nauwelijks op een foutje te betrappen. Zijn verloren kopduel – waar uiteindelijk de penalty voor Ajax uitkwam – was echter een flink smetje.

Philipp Max – 6: 'Van Philipp Max zijn ze gek in Eindhoven. Maar ik zie vooral iemand die totaal niet kan verdedigen', schreef Willem van Hanegem. Als Ajax gevaarlijk werd, gebeurde dat inderdaad meest al over Max' flank, al hield de Duitser hield zich tegen Antony iets beter staande dan in Amsterdam. De toegevoegde waarde van de linksback schuilt vooral in zijn aanvallende acties, maar Max moest doseren tijdens de topper en af en toe zijn momenten kiezen.

Pablo Rosario – 6,5: Nooit de meest opvallende speler van PSV, maar tegen Ajax was hij een meer dan nuttige kracht. Na 72 minuten schoffelen, buffelen, tackelen en rennen kon hij niet meer.

Olivier Boscagli – 6,5: Tegen Olympiakos blonk hij uit op de positie van de geschorste Ibrahim Sangaré. Tegen Ajax kon hij zich iets minder onderscheiden – één schitterende dieptepass op Max, die echter werd afgevlagd – maar de Fransman brengt wel het voetballende vermogen dat PSV zo node miste op het middenveld. Moet Sangaré een pas op de plaats maken als hij weer inzetbaar is?

Ryan Thomas – 6: Hij had vaak nét te veel tijd nodig aan de bal en maakte nét de verkeerde keuze, maar was nuttig in het ontregelen van Ajax' opbouw. Het arbeidsethos van de Nieuw-Zeelander was zoals altijd voorbeeldig, al is hij in balbezit geen speler die PSV beter maakt.

Mario Götze – 5,5: Natuurlijk zou hij niet in de Eredivisie spelen als hij topfit was, maar het is duidelijk dat er nog veel meer in zit voor Götze. Als hij aan de bal kwam, was het wel duidelijk dat hij nét iets meer rust en overzicht heeft dan de overige spelers op het veld. De WK-held van 2014 kon zijn stempel echter niet echt drukken.

Donyell Malen – 5,5: De topscorer van PSV moest de hoofdrol aan zijn collega's laten. Het versieren van de vrije trap waaruit de 1-0 viel en de loopactie in de aanloop naar de (afgekeurde) 2-0: dat waren in aanvallend opzicht de belangrijkste bijdragen van Malen. Vlak voor tijd maakte hij echter bij zijn eigen cornervlag een totaal onnodige overtreding op Tadic, waar uiteindelijk de 1-1 uit kwam.

Eran Zahavi – 7: We hadden hem 38 minuten lang nog nauwelijks gezien, maar toen kreeg PSV een vrije trap net buiten het strafschopgebied. En daar is Zahavi héél bedreven in, weten we sinds een paar weken. De Israëlische spits moest duidelijk even wennen tijdens zijn eerste maanden in Nederland, maar is nu helemaal los.

Invallers
Erick Gutiérrez – x: Kwam in minuut 72 binnen de lijnen voor Rosario en speelde te kort voor een beoordeling.

Yorbe Vertessen – x: Viel een kwartier voor tijd in voor Thomas, had pech dat zijn 2-0 werd afgekeurd en speelde te kort voor een beoordeling.

Trainer
Roger Schmidt – 7: Uiteraard waren alle ogen op hem gericht, vanwege zijn curieuze wisselbeleid en zijn volgende aanvaring met Mohamed Ihattaren. Schmidt krijgt na de topper tegen Ajax echter een ruime voldoende. Drie dagen nadat PSV een linkse directe van Olympiakos Piraeus had gekregen, was het tot te tanden toe bewapend in de titelclash met Ajax: knap hoe Schmidt zijn ploeg toch weer op heeft kunnen lappen. De schlemielige 1-1 vlak voor tijd kunnen we Schmidt niet aanrekenen. Ja, hij had vaker kunnen wisselen, maar veel meer keuze had hij niet.

Ajax
Maarten Stekelenburg – 5,5: Tijdens zijn eerste één-op-éénduel hield hij Dumfries van scoren af, daarna was het alsnog raak voor PSV. De vrije trap van Zahavi was niet perfect in de hoek, maar De Steek keek toch als versteend toe. Een paar minuten later was hij betrokken hij een vreemd moment, toen hij een afzwaaier van PSV achter de lijn wilde vangen: de corner die PSV kreeg, was niet terecht, maar waarom liet Stekelenburg de bal niet gewoon achter de reclameborden vliegen? Ook na rust was hij niet onfeilbaar, ondanks een knappe saves op inzetten van Boscagli en met name Max.

Devyne Rensch – 6: Hij was oprecht verbaasd toen aan het begin van de tweede helft bleek dat hij gewisseld was. Dat was ergens begrijpelijk, want zo slecht speelde Rensch nu ook weer niet. Verdedigend kwam hij niet echt in de problemen, aanvallend droeg hij ook zijn steentje bij.

Jurriën Timber – 5,5: In minuut zeven kon hij opeens het hele veld oversteken, maar negeerde hij zijn teamgenoten en maaide hij over de bal heen. Wat als Timber zo vroeg in de wedstrijd iets meer overzicht had gehad? Na rust verhuisde de jongeling van het centrum naar de rechtsbackpositie: zijn optreden was redelijk, maar niet sprankelend.

Lisandro Martínez – 6: Als de Argentijn mag spelen, is hij meestal wel goed voor een zesje. Tegen PSV was hij zeker niet briljant, maar wel degelijk en fel. Wel had hij kort voor tijd, na een rare natrappende beweging tegen Zahavi, zomaar rood kunnen krijgen.

Daley Blind – 5: Was voorafgaand aan de wedstrijd een twijfelgeval, maar kon toch nog beginnen als linksback. Blind speelde echter niet zijn meest gelukkige wedstrijd: in offensief opzicht kon hij weinig bijdragen en een zeldzaam slippertje leidde bijna tot een goal van Dumfries.

Davy Klaassen – 6,5: Ajax speelde absoluut niet zijn beste wedstrijd van het seizoen, maar Klaassen wist zich – zoals bijna altijd – aan de malaise te onttrekken, zowel in de duels als aan de bal. Het terughalen van de Hilversummer is een gouden greep geweest voor Ajax. Hij was bovendien het meest verstandig toen Tadic na zijn 1-1 Dumfries wilde provoceren.

Edson Álvarez – 5: De revelatie van de laatste weken bij Ajax, maar Álvarez kon in de topper minder overtuigen. De Mexicaan was met name voor rust te 'statisch' – aldus ESPN-analist Marciano Vink – waardoor Ajax niet veel aan voetballen toekwam. Bovendien gaf hij de vrije trap weg waar de 1-0 uit viel, terwijl dit niet helemaal nodig leek.

Ryan Gravenberch – 5: Hij pakte in de openingsfase uit met een subtiel steekballetje op Rensch, waar bijna een doelpunt uit kwam. Daarna hebben we echter weinig van het toptalent vernomen.

Antony – 5: De ene week is hij bijna niet af te stoppen, de andere week valt hij flink tegen. In de openingsfase was hij dreigend, maar daarna zakte hij ver weg. De Braziliaan mocht dus na een klein uur al plaatsmaken.

Sébastien Haller – 4,5: Voor rust hadden we hem niet veel gezien, meteen daarna kreeg de recordaankoop een open kopkans: die had een spits met zijn postuur én zijn prijskaartje moeten maken, punt. Haller hoefde donderdag niet te spelen tegen Lille en was dus de meest frisse Ajacied, maar beleefde een teleurstellende middag.

Dusan Tadic – 6: Moest vaak achter Dumfries aan en kreeg niet veel ruimte van zijn directe tegenstander. Vlak na rust kon hij één keer een perfecte voorzet op Haller afleveren, maar had hij de pech dat deze niet aan de Ajax-spits besteed was. Vlak voor tijd nam hij zijn verantwoordelijkheid en hielp hij Ajax met een rake penalty aan een fortuinlijk als gouden punt. Vervolgens misdroeg hij zich echter tijdens het juichen: dat moet een 32-jarige aanvoerder eigenlijk niet doen.

Invallers
Perr Schuurs – 6: Viel bij rust in voor Rensch en greep zijn kans als centrale verdediger. De revelatie van de beginfase van het seizoen heeft de voorbije weken een pas op de plaats moeten maken, maar herpakte zich in Eindhoven

Mohammed Kudus – 5,5: Loste na een klein uur Álvarez af. De Ghanees moest voor meer voetbal en dynamiek op het middenveld zorgen, maar speelde vlak. Hij heeft zijn vormpeil van vóór zijn zware blessure nog niet te pakken.

David Neres – 5: Kwam tegelijkertijd in het veld voor landgenoot Antony. Wat voor Kudus gold, gold ook voor Neres: ook de Braziliaan is nog niet dezelfde speler als voor zijn langdurige revalidatieperiode.

Brian Brobbey – x: Viel tien minuten voor tijd in voor Gravenberch en speelde te kort voor een beoordeling.

Trainer
Erik ten Hag – 5,5: Dat hij in minuut 56 al zijn tweede en derde wissel toepaste, was een teken aan de wand. De Ajax-trainer had vooral achterin niet veel te kiezen, maar zag zijn ploeg voor de tweede keer in vier dagen tegenvallen in een topwedstrijd. Maar goed, Ten Hag ligt nog steeds op koers voor drie hoofdprijzen en verdient daarvoor de credits.