'9 van de 10 vinden duw Haller een overtreding: maar dan is net Nijhuis de VAR...'

8 februari 2021 om 13:00
Laatste update: 8 februari 2021 om 13:14

De KNVB pakte voorafgaand aan het seizoen uit met een nieuwe regel, die duidelijkheid moest scheppen op het gebied van handsballen. De onderkant van de oksel werd de maatstaf: als de bal daaronder kwam, was er sprake van hands, of het nou per ongeluk of expres was, of de arm nou langs het lichaam werd gehouden of niet. Hoeveel effect heeft deze nieuwe spelregel gehad op het voetbal? VoetbalPrimeur neemt contact op met voormalig topscheidsrechter Mario van der Ende.

Met name in de eerste weken van het seizoen regende het strafschoppen. Tijdens de eerste zeven speelrondes werden er direct elf penalty's uitgedeeld wegens hands. Inmiddels zijn we halverwege de twintigste speelronde en zijn er nog maar zes 'hands-strafschoppen' bij gekomen. "Daar heb je volgens mij een aantal cursussen anatomische les voor nodig, om te begrijpen wat de bedoeling is...", concludeerde Van der Ende toen. "Ik heb het idee dat er toch wat meer duidelijkheid in is gekomen", vertelt hij een paar maanden later echter, in een tweede gesprek met VoetbalPrimeur.

"Spastische bewegingen"
Ook de spelers lijken veel meer te letten op waar ze hun armen houden. "In duels zie je dat ze hun armen angstvallig langs het lichaam houden, het zijn bijna spastische bewegingen. Het is een beetje kunstmatig, tegen het natuurlijke bewegen in", vindt de geboren Hagenaar. "De manier waarop verdedigers optreden is een negatief gevolg van de handsregel. Je moet je concentreren op de bal en ervoor zorgen dat de speler niet kan scoren, niet op het voorkomen van een handsbal."

Marcos Senesi hield zijn armen tijdens Feyenoord-AZ niet langs zijn lichaam en kreeg de bal tegen zijn hand aan: volgens Van der Ende was het een 'honderd procent strafschop', maar arbiter Allard Lindhout wees niet naar de stip en VAR Pol van Boekel greep ook niet in. "Als de VAR ook maar één procent met de scheidsrechter mee kan gaan, grijpt hij niet in. Het is ook willekeur: wie zit er achter het scherm?"

"En dan is net Nijhuis de VAR..."
Van der Ende haalt de wedstrijd Ajax-Willem II aan als voorbeeld: de Amsterdammers kwamen in de slotfase op een 2-1 voorsprong, nadat Sébastien Haller in aanloop naar die treffer tegenstander Mats Köhlert wegzette. "Bij negen van de tien scheidsrechters is het een overtreding, bij deze (Siemen Mulder, red.) niet. En dan is net Nijhuis de VAR... En dat wordt dan geaccepteerd, omdat Nijhuis er een andere stijl van fluiten op nahoudt. Maar zo hoort het niet te werken."

Dat is meteen ook de grootste doorn in het oog van Van der Ende: het gebrek aan uniformiteit en eenduidigheid in het Nederlandse scheidsrechterskorps. "Zolang er regels zijn waarmee we nog steeds afhankelijk zijn van de grillen van de scheidsrechter, zijn we niet goed bezig", vertelt Van der Ende. "Als je honderd kilometer per uur mag rijden, en je rijdt 102, dan rijd je twee kilometer te hard. Als er een avondklok is en je komt om 21.05 uur buiten, dan krijg je een bekeuring. Dat is duidelijk. Maar je bent nog steeds overgeleverd aan interpretatie en dat hoort eigenlijk niet bij fluiten."

Volgens de gewezen toparbiter – actief op twee WK's en één EK – is dat ook met de handsregels het geval. Deze kan door de ene scheidsrechter anders geïnterpreteerd worden dan door de ander: extra omkadering kan dan ook geen kwaad, betoogt hij. "Ik heb er al op aangedrongen: verduidelijk nou die situaties. Wat is bijvoorbeeld 'dichtbij'? Voor de ene is het twee meter, voor de andere is het vijftig centimeter. Als ze dat nou specificeren, dan maak je het veel duidelijker."

(Hein Nooijens/VoetbalPrimeur)