Olfers: 'Gudde heeft wat uit te leggen, maar het is niet genoeg voor een rechter'

Hoewel de beslissing van de bond onrechtvaardig mag overkomen, wil dat niet zeggen dat de clubs in de rechtbank gelijk krijgen. "Die kans is heel klein, want doorgaans wordt het sportieve aspect niet heel zwaar meegewogen. Een rechter kijkt naar de procedure en of er in alle redelijkheid een besluit is genomen", stelt Olfers in gesprek met de NOS.

De procedure die de KNVB volgde, roept wel vragen op, erkent de hoogleraar. Directeur Eric Gudde riep de clubs op om voor of tegen degradatie te stemmen, maar de bond zag geen duidelijke uitkomst. "De clubs die geen stem hebben uitgebracht, hebben zich aan de stemming onttrokken. De uitkomst is dan zestien voor promotie/degradatie en negen tegen. Die uitslag lijkt me vrij duidelijk. Dan heeft Gudde wel wat uit te leggen. Het proces roept vraagtekens op, maar het bestuur betaald voetbal heeft wel de bevoegdheid dit besluit te nemen."

De vraag is vooral of er een enorm onredelijk besluit is genomen. "Artikel 8 van het Burgerlijk Wetboek zegt: is het besluit zo onredelijk dat het niet in stand kan worden gehouden? De KNVB mag dit besluiten, maar ik zou niet graag op de stoel van de rechter zitten in deze zaak", zegt Olfers. "Dit voelt niet goed, maar ik denk dat het niet genoeg is om een rechter overstag te doen gaan."