Tadic, Traoré en Babel op een kluitje: waar het voor Ajax misging tegen Getafe

21 februari 2020 om 11:20
Laatste update: 21 februari 2020 om 11:23

Ajax leed donderdagavond nabij Madrid een gevoelige Europa League-nederlaag tegen Getafe. In een wedstrijd zonder veel uitgespeelde kansen en volop psychologische oorlogsvoering van de thuisploeg had Ajax de grootste moeite om het hoofd koel te houden. Als de Amsterdammers zich wél onder de druk uit konden voetballen, liet de eindpass weer te wensen over. Er waren in balbezit dus genoeg zaken die Ajax beter had kunnen uitvoeren tegen het vervelende, maar ook slimme Getafe. Een korte tactische analyse.

Door Ruud Bijnen

In de voorbeschouwingen en tijdens de wedstrijd werd er weinig positiefs gemeld over de gastheren. De provocatieve spelopvatting van Getafe is niet de fraaiste, dat klopt. Aan de andere kant was echter zichtbaar dat de Spanjaarden goed geanalyseerd hadden hoe de vrije trappen tegen Ajax het best genomen konden worden. De 1-0 van Deyverson is daar een mooi voorbeeld van. Aan de ene zijde wordt buitenspel opgeheven door een loopactie en vervolgens wordt het spel verlegd naar de andere kant.

Getafe had nog meer wapens. De snelheid waarmee enkele counters werden uitgevoerd, was zeker ook indrukwekkend. Rond de 28ste minuut bijvoorbeeld werd er door Getafe op volle snelheid over links omgeschakeld: de rappe Marc Cucurella gaf op maximale snelheid én onder druk een puntgave voorzet, die Deyverson maar net over kopte. Dit soort slimme wapens maken van Getafe een buitengewoon lastig te bespelen ploeg.

Geen opbouw, maar lange passes
Opbouwen tegen een team met zulke intensieve pressie kan alleen als de ruimtes zo groot mogelijk gemaakt worden. Als dan de passing en handelingssnelheid goed zijn, moet een technische ploeg als Ajax in staat zijn zich onder de druk uit te spelen.

Eén van de eerste passes over de grond van Bruno Varela was echter veel te zacht en leidde bijna tot een tegengoal. Die onzekerheid zorgde er vermoedelijk voor dat er vervolgens nauwelijks meer voor deze optie gekozen werd. De variant die vanuit de eigen zestien wél veelvuldig gebruikt werd (circa tien tot twaalf keer in de wedstrijd) was de lange bal richting de linksbuitenpositie. Twee subvarianten waren daarbij zichtbaar:

1. Ryan Babel werd rechtstreeks ingespeeld en moest de bal dan vasthouden. Omdat de overige spelers in opbouw-modus stonden – en Nicolás Tagiafico weg moest blijven om Babel de ruimte te geven – was de bijsluiting vaak ver te zoeken. De bal ging daarom vaak weer ver terug waardoor de opbouw opnieuw begon. Babel was slechts één à twee keer in staat de bal te controleren.

2. Lassina Traoré kwam in de bal en moest de bal koppend verlengen op de diepgaande Babel. Dit lukte geen enkele keer.

Getafe had geen enkel probleem met deze speelwijze. Het is een tactiek die te hanteren valt om onder druk uit te spelen, maar niet echt bij Ajax lijkt te passen. Bovendien was dit scenario niet nodig geweest als Ajax zich in beginsel goed gepositioneerd had.

In de zestiende minuut stond Ajax in de meest geziene opstelling bij een achterbal. Daley Blind en Edson Álvarez stonden naast de keeper in de eigen vijfmeter, aangezien Blind de doeltrappen voor zijn rekening nam. Het veld was hierdoor een stuk kleiner, omdat de keeper geen extra aanspeelpunt meer was. Hieronder is te zien dat de Spanjaarden met vijf man in totaal zeven Ajacieden vast wisten te zetten. De afstanden waren in dit geval te klein om Ajax' tegenstander nerveus te maken. Zo stonden Donny van de Beek en Lisandro Martínez te dicht bij elkaar, waardoor de as minder bereikbaar wer.


Met de blauwe pijlen wordt aangegeven hoe de veldbezetting beter had gekund. De afstanden worden in dat geval maximaal: daarmee zullen de voorste Getafe-spelers verder uit elkaar gedwongen worden. Varela wordt in dat geval een derde aanspeelpunt achterin en er ontstaat centraal voor de zestien meter meer ruimte: daar kunnen afwisselend Martínez of Van de Beek komen.

Geen overlap met de middenvelders
Wanneer Ajax er wél in slaagde om onder de druk uit te voetballen, kwam het volgende probleem aan het licht. De drie aanvallers stonden over het algemeen erg 'smal' en maakten meestal alle drie tegelijk diepte, op gelijke hoogte met de defensie van Getafe. Gemakkelijker kan een verdediging het niet krijgen: de tegenstander hoeft immers alleen maar mee te lopen. In die situaties kwam ook geen enkele Ajax-pass aan.

Een advies aan Erik ten Hag: laat de aanvallers ook eens inhouden, waardoor een (centrale) verdediger kan gaan twijfelen. Als het dan voorin breder gehouden wordt, moeten de middenvelders goed getimed de diepte maken – zoals Van de Beek zo goed kan – als de verdedigers doordekken op de terugzakkende aanvaller. Dat patroon was echter totaal niet zichtbaar.


De bal is bij Blind (linksbovenin). De middenvelders én de aanvallers zijn in voorwaartse beweging en wachten op een steekpass. De breedte van Ajax is echter niet optimaal: Getafe staat compact en de verdedigers hebben dezelfde snelheid, waardoor deze aanval eenvoudig te verdedigen is. Idealiter staan één of twee rode pijlen omgekeerd: de inzakkende spitsen krijgen ruimte om de bal te ontvangen of te laten vallen op een op snelheid bijsluitende medespeler.

Gebrekkige afstemming voorin
Als een middenvelder wél doorkwam, dan bleef de afstemming van de loopacties voorin onvoldoende. In de 66ste minuut werd dit nog het meest duidelijk. Hakim Ziyech had vanuit de omschakeling ruimte voor zich. Dusan Tadic, Traoré én Babel stonden echter met zijn drieën in de middencirkel en probeerden allen de diepte te zoeken. Ziyech kon de bal dus onmogelijk op een goede manier geven.

Wordt het veld in zo'n situatie breder gehouden, dan is de ruimtes tussen verdedigers groter en heeft Ajax meer mogelijkheden. Zakt een speler uit in de ruimte, dan kan de bal ingespeeld worden, kan Ziyech doorlopen en kunnen de andere spelers ook bijsluiten. Deze basiszaken ontbraken echter volledig in het spel van Ajax.


Ziyech (onder in beeld) loopt op met de bal, maar ziet geen mogelijkheid om zijn medespelers voor hem te bereiken: ze bewegen immers allen voorwaarts in de dekking. Als Babel even inhoudt en terugdraait, kan hij de bal in betrekkelijke rust aannemen. Ziyech kan doorlopen en ook Van de Beek kan bijsluiten. Ondertussen kunnen Traoré en Tadic bijvoorbeeld een kruisende loopactie starten. Deze situatie leidde echter tot balverlies.

Op naar Amsterdam
En nu de return: Ajax mag in eigen huis een 2-0 nederlaag weg zien te poetsen. Die missie in Amsterdam is zeker niet kansloos: het aanvalsspel en de opbouw moeten én kunnen veel beter. Meer variatie aanbrengen, zorgvuldiger zijn in de passing en in de opbouw de onderlinge afstanden vergroten. Als daarnaast 'de vorm' bij een paar individuele spelers iets beter is, dan kan het zeker goed komen.

Een interessante vraag: wat zal Getafe doen? De bus parkeren met de 2-0 voorsprong kan onnatuurlijk voor hen zijn en mogelijk niet de beste optie. Bovendien heeft Ajax tegen fysiek sterke spelers in kleine ruimtes een voorsprong. Gaan de Spanjaarden wederom druk vooruitzetten, dan lukt het Ajax hopelijk beter om hier onderuit te voetballen: het hanteren van de lange bal lijkt sowieso een kansloze missie.