"Die voorzitter zou zijn moeder nog verkopen": alles over Ajax-opponent Getafe

19 februari 2020 om 10:10
Laatste update: 19 februari 2020 om 11:24

We mogen weer: Ajax zal zijn Europese avontuur vervolgen in de Europa League, en wel tegen Getafe. Niet de meest aansprekende naam voor de gemiddelde voetbalvolger, maar een meer dan gevaarlijke tegenstander: de bescheiden club uit een voorstad van Madrid is uitgegroeid tot een serieuze bedreiging van de gevestigde Primera División-orde. Tijd voor een nadere kennismaking.

Sinds 1946 wordt er al gevoetbald in Getafe, zonder dat dit overigens doordrong tot het grote publiek. Veertig jaar lang speelde de club anoniem zijn wedstrijdjes in de lagere regionen van het Spaanse voetbal, totdat men begin jaren tachtig failliet werd verklaard. In 1983 volgde er een doorstart na een fusie en werd de basis voor het huidige Getafe gelegd. Na vier (!) opeenvolgende promoties vond men zichzelf opeens terug in de Segunda División B, het derde niveau van Spanje.

Twintig jaar later – na wat heen en weer pendelen tussen het tweede en derde niveau – volgde wederom een tussensprint. Het nieuwe millennium begon nog dramatisch met een degradatie naar de Segunda División B én de moord op verdediger Sebastián Gómez Garrido: vlak voor aanvang van het seizoen 2001/2002 werd Sebas op het strand van Castellón doodgeschoten door een politieman, met wie hij ruzie kreeg. Curieus genoeg wordt zijn naam niet één keer genoemd op de clubsite: Getafe besteedt liever aandacht aan de sportieve successen, die niet lang na het overlijden van Gómez zouden volgen.

Tenerife-connectie
Op zaterdag 19 juni 2004 was het namelijk zover: Getafe verzekerde zich op Tenerife van zijn allereerste promotie naar de Primera División. Terwijl een stomverbaasde Arjen Robben – een kleine tweeduizend kilometer verderop, in Aveiro – werd vervangen door Paul Bosvelt, schreef Getafe geschiedenis door met 3-5 te winnen op de Canarische Eilanden. Sergio Pachón maakte alle vijf (!) de doelpunten en werd in één klap onsterfelijk in Getafe en omstreken.

Twaalf niet onverdienstelijke seizoenen zouden volgen, maar in 2016 degradeerde men opnieuw. Na zeven speeldagen stond de club zelfs 21ste in de Segunda División, waarna de clubleiding ingreep. Juan Esnáider moest plaatsmaken en José Bordalás was zijn opvolger: een 0-0 tegen Tenerife markeerde het begin van een nieuw tijdperk. Uiteindelijk klom Getafe omhoog op de ranglijst en mocht het play-offs om promotie spelen. De finale tegen – u raadt het al – Tenerife werd gewonnen en Getafe mocht de beste clubs van Spanje weer het leven zuur maken.

"Die zou zijn moeder nog verkopen"
Onder de bezeten Bordalás is Getafe namelijk als een komeet omhooggeschoten. Vorig seizoen greep de blauwe vechtmachine pas op de laatste speeldag naast de Champions League, inmiddels doet Getafe doodleuk wéér een gooi naar het miljardenbal. Of die missie nu slaagt of niet, Bordalás maakt een meer dan gemiddelde kans om zijn 'trainer van het jaar'-titel te prolongeren.

Wie kijkt naar de historie en de financiële mogelijkheden van Getafe, zal des te meer bewondering krijgen voor Geta. Het stadion Coliseum Alfonso Pérez is vernoemd naar een speler die niet eens voor de club heeft gespeeld – wel voor Real Madrid, FC Barcelona en het Spaanse elftal overigens – en voorzitter Ángel Torres zou volgens Sierd de Vos 'zelfs zijn moeder verkopen': de Serviër Nemanja Maksimovic is met tien miljoen euro de duurste aankoop uit de clubgeschiedenis, zes miljoen goedkoper dus dan landgenoot Miralem Sulejmani. En toch is Getafe voorlopig the best of the rest in Spanje.

Voorbeeld voor Liverpool-comeback
Getafe is bovendien pas verslagen als de spelersbus de stad uit is, om er maar een mooi cliché bij te pakken. FC Barcelona ondervond dit al in 2007, twaalf jaar voor het Liverpool-trauma. In de halve finale van de Copa del Rey wonnen de Catalanen thuis met 5-2, mede door de onvergetelijke, Maradona-achtige solo van Lionel Messi. Getafe verbijsterde echter de voetbalwereld door in de return over Barça heen te walsen: het werd 4-0, Ronaldinho, Xavi, Iniesta en Oleguer stonden erbij en keken ernaar. De Azulones mochten Europa in en schakelden FC Twente uit. Het moge duidelijk zijn: Ajax is gewaarschuwd!

(Hein Nooijens/VoetbalPrimeur)