'Toen ik de hoogste boete ooit had betaald, werd ik verkocht door Feyenoord'
Jean-Paul Boëtius vertrok anderhalf jaar geleden voor de tweede keer in zijn carrière via de achterdeur bij Feyenoord. Inmiddels is hij een gevierde speler bij FSV Mainz, maar de manier waarop hij uit Rotterdam vertrok zit hem nog niet helemaal lekker.
Boëtius moest en zou weg, nadat hij na een oefenwedstrijd tegen Fenerbahçe weigerde te trainen met de wissels en kort daarna een rode kaart kreeg bij De Graafschap. "De situatie was zó erg, dat Feyenoord me met een strik om naar Mainz had willen brengen, als ik er al niet zelf naartoe was gereden. Zó graag wilden ze van me af", vertelt Boëtius in een uitgebreid interview met Voetbal International.
Het zit hem nog niet helemaal lekker. "Normaal zou je zeggen dat je als jeugdspeler van Feyenoord kunt rekenen op extra krediet. Je bent opgegroeid bij de club, hebt er alles doorlopen, je zou denken dat ze dat mooi vinden. In de praktijk is dat totaal anders. Jeugdspelers worden kritisch benaderd. Ze fluiten je uit. Tonny Vilhena werd zelfs als een geldwolf neergezet, ik als een onhandelbare jongen. En waarom eigenlijk? Daarop kan ik geen antwoord bedenken."
Boëtius had er naar eigen zeggen 'alles voor over om te slagen bij Feyenoord'. "Eigenlijk best lullig, nu ik er zo op terugkijk. Van Geel gaf me de maximale boete na Fenerbahçe, de hoogste ooit aan een speler van Feyenoord, dat record draag ik vermoedelijk voor de rest der tijden met me mee. Maar toen ik had betaald, werd ik verkocht. Geen grap. Ik zou het bedrag eigenlijk nog moeten declareren..."