Den Bosch-voorzitter: 'Wij hebben geen boete nodig. Wij hebben hulp nodig'

22 november 2019 om 10:46
Laatste update: 22 november 2019 om 10:52

FC Den Bosch-voorzitter Jan-Hein Schouten vindt dat zijn club geen boete nodig heeft, maar hulp in de strijd tegen racisme. De preses van de veelbesproken Brabantse club doet in een ingezonden brief naar het Brabants Dagblad zijn verhaal na het raciscme-incident in De Vliert, afgelopen zondag.

Schouten vertelt in de brief over hoe hij heeft gehandeld nadat de ernst van de situatie duidelijk werd, dat hij de deuren voor de media wagenwijd open heeft gezet en binnen de club niets anders kon doen dan 'alle kikkers die er bij de club nog waren in de emmer te houden'. 'Wat bij mij nu wel beklijft is: iedereen heeft de wereld weer ingedeeld in goed en slecht. Het was zoals iemand tegen me zei: the perfect storm. Zwarte Piet protesten, dan deze voetbalmiddag, onze totaal verkeerde inschatting, Hitler op de tribune, de trainer die uit de bocht vliegt. En dat hebben we geweten. En daar moeten we mee dealen', schrijft Schouten.

'Maar is het niet zo dat we rond thema’s als racisme en ongelijkheid als eerste het woord verbinding willen zoeken? Waar is die verbinding? Wij zijn geen racisten bij FC Den Bosch. Maar tot mijn razernij zijn er bepaalde lieden die onder onze vlag wel hun denkbeelden uiten. Waar is de helpende hand? Het maakt mij activistisch. Wij hebben geen verwensingen meer nodig, geen terechtwijzingen, bedreigingen. Wij hebben geen boete nodig. Wij hebben hulp nodig. De uitgestoken hand. De verbinding. Bij het voetbal komen mensen die willen kwetsen. En wij kunnen die niet in ons eentje weren of evangeliseren. Zoals bijna niemand iets in zijn eentje kan', vervolgt de voorzitter.

Schouten benadrukt dat racisme nooit genuanceerd mag worden en dat racisme de wereld uit moet, en hij vraagt de gemeenschap en de voetbalwereld om hulp daarbij. 'De club is plat. Wij zijn terecht overreden. Maar hij mag niet verloren gaan want dan wint racisme. Maar we kunnen het niet alleen. Wij wachten tot de uitgestoken vingers helpende handen worden.'

Lees de volledige ingezonden brief hier.