Waarom De Jong defensief top was en offensief minder indruk maakte bij Ajax
Sinds zijn transfer naar FC Barcelona wordt Ajax-middenvelder Frenkie de Jong nog nauwlettender in de gaten gehouden. In de halve finale van de KNVB Beker tussen Feyenoord en Ajax legde VoetbalPrimeur hem onder een vergrootglas. Verdedigend was De Jong top in De Kuip, aanvallend leek er ruimte voor verbetering. Lees in deze analyse waarom.
Door Ruud Bijnen
De Jong verdedigend
In Rotterdam was De Jong opvallend vaak betrokken bij balveroveringen: 23 in negentig minuten. Dat is voor een topwedstrijd veel voor een middenvelder. Hoe kreeg de middenvelder dat in Rotterdam voor elkaar?
Allereerst stond De Jong heel vaak tussen de bal die bij een tegenstander was en het eigen doel wanneer de bal aan zijn linkerkant van de as was. Daarmee sloot hij de kortste weg automatisch af; die weg werd door Feyenoord het meest gezocht. Op momenten dat de bal aan de rechterkant van de as was, stond hij meestal zo opgesteld dat hij kon instappen op een tegenstander die voor hem stond en/of hij sloot een passlijn af naar iemand achter hem. Voor dat laatste was hij ook afhankelijk van de coaching in zijn rug, maar het was duidelijk zichtbaar dat De Jong heel veel om zich heen keek. Hij was zich bewust van zijn omgeving. Een aspect waar veel spelers in de Eredivisie nog maar weinig mee bezig zijn. De Jong dus wel.
Daarnaast sloot hij ook nagenoeg altijd bij als de tegenstander in een kleine ruimte de bal had. Als extra man gaf hij dan druk op de bal en verkleinde hij de ruimte voor Feyenoord. Deze zaken sorteerden duidelijk effect en leidden tot veel balveroveringen. Maar er is nóg een aspect dat De Jong beheerst: hij leest de tegenstander met bal en ziet aan lichaamshouding en het kijkgedrag waar de tegenstander naartoe gaat spelen. Hij reageert daar vervolgens razendsnel op.
Cuco Martina gaat de bal trappen naar Jens Toornstra, maar voordat hij de bal raakt, is De Jong al onderweg om ertussen te komen. Hij ziet dus al vóór de trap dat de bal gaat komen en waar deze naartoe gaat.
De Jong aanvallend
De Jong was beduidend minder actief in de aanval dan in de verdediging. Dat bleek uit het aantal sprints voorwaarts in vergelijking met zijn verdedigende explosiviteit. Het leek erop dat de jonge middenvelder in offensief opzicht niet zijn beste avond had. Hij is in dat opzicht zeker ook afhankelijk van wat er door zijn teamgenoten wordt aangeboden. Hoe staan zij? Welke loopacties maken zij? Spelen ze hem aan?
Het was in De Kuip zichtbaar dat De Jong vaak vanuit het middenveld teruglopend naar de achterste linie om de bal vroeg. Wanneer hij de bal ontving, draaide hij naar voren. De passing ging vervolgens vaak breed of enigszins schuin naar voren. Het tempo van deze acties was laag. Het doel? Mogelijk mensen weglokken om ergens anders ruimte te maken.
De tweede manier waarop de Jong de ballen vroeg, was door in de breedte naar de bal toe te lopen als deze aan de zijkant van het veld was. Ook dit had weinig rendement voorwaarts. Het gebeurde in deze wedstrijd veelal in een betrekkelijk laag tempo en soms met een tegenstander dichtbij hem. Het is een vorm van gesloten aanbieden en het maakt het veld per definitie kleiner als je naar de bal toekomt. Voor de man met bal is het vaak geen aantrekkelijk optie om in te spelen.
De Jong heeft net achter zich gekeken en komt naar de bal toe net na dit beeld. De ruimte wordt daardoor kleiner. Hij maakt geen beweging om los te komen. De Jong had hier meer kunnen doen in offensief opzicht. Bijvoorbeeld door in de rug van Toornstra te gaan staan en op een goed moment te versnellen in de ruimte voor hem. Hij laat dan wel ruimte vallen in defensief opzicht. De vraag is wat op zo'n moment zwaarder telt.
Er waren meer momenten dat er offensief meer gedaan had kunnen worden door De Jong. Hij bleef vaak bij de tegenstander lopen en maakte weinig vooracties om los te komen. Als er dan een keer echt ruimte was om in te schuiven, gebeurde het niet.
De bal is onderweg naar Ziyech. Als de Jong even aanzet heeft hij al ruimte voor zich om met de bal op te lopen met het spel voor zich in de as. Hij doet het niet en blijft staan. Ziyech kiest voor een directe bal in de diepte langs de lijn.
Positief was dat De Jong wat dieper op de helft van Feyenoord achter de bal bleef en daardoor nagenoeg altijd met het gezicht naar het doel van de tegenstander stond. Hij had daarmee alle voorwaartse afspeelmogelijkheden in het vizier.
Ziyech passt de bal naar de Jong. Als de bal onderweg is kijkt de Jong links van zich en achter zich. Hij laat daarmee opnieuw zien dat hij zich bewust is van zijn omgeving. Een zeer belangrijke kwaliteit. Links is er geen afspeelmogelijkheid en rechts is het te druk om de bal weer in te spelen. De Jong houdt de bal vast en geeft even later mee aan de opkomende Blind.
Conclusies over het spel van De Jong tegen Feyenoord
De middenvelder was in deze wedstrijd actiever en had meer rendement in het verdedigen dan in het aanvallen. Defensief was hij top en zeer belangrijk met meer dan twintig onderscheppingen. In balbezit kwamen er echter geen splijtende passes van zijn voet en had hij geen bijdrage in de doelpunten, anders dan de bal met het hoofd opnieuw inbrengen bij de 0-2.
Het loskomen van de tegenstander, de ruimte voorwaarts vinden, de richting van aanbieden: het lijkt voor verbetering vatbaar. Maar bezien vanuit het aspect restverdediging kan dat wel eens misleidend zijn. Voorwaarts de ruimte instappen, kan evengoed betekenen dat er daardoor risico’s zijn voor een gevaarlijke tegenaanval bij balverlies. Wellicht had hij met meer acties voorwaarts minder onderscheppingen gehad en was de eindstand anders geweest. Gezien het kijkgedrag van de Jong en het daarmee bewust zijn van zijn omgeving, kan het wel eens zo zijn dat hij uitstekend inschat of hij er goed aan doet om in te schuiven of te blijven staan.
Ruud Bijnen is als voetbalanalist werkzaam voor Almere City, bezig aan zijn master in coaching aan het Cruijff Institute en kijkt voor VoetbalPrimeur naar belangrijke wedstrijden.