Hoe Feyenoord en (vooral) Ajax hopeloos faalden in zonedekking

28 januari 2019 om 16:10
Laatste update: 28 januari 2019 om 16:27

De Klassieker tussen Feyenoord en Ajax toonde aan dat een goed uitgevoerde zonedekking in de Nederlandse top nog ver weg is. Na het nerveuze begin van de Rotterdamse defensie, was het aan beide kanten open huis, waarbij het gebrek aan verdedigende zonale organisatie en afspraken opvallend groot was. Dat gold voor de formatie van Erik ten Hag nog meer dan voor het elftal van Giovanni van Bronckhorst.

Door Ruud Bijnen

Zonedekking is kort verwoord 'het niet aan de bal laten komen van tegenstanders in de zone op het veld waar een speler verantwoordelijk voor is. Deze zone verplaatst mee met het verschuiven van de bal in bezit van de tegenstander.' Er zijn vele principes die bij deze vorm van verdedigen horen om spelers in eenvoudige afspraken duidelijk te maken hoe het werkt. Deze standaardprincipes waren zondag nauwelijks zichtbaar in de Klassieker die in Rotterdam werd afgewerkt. We lichten drie basisprincipes uit.

Principe 1: achterin zoveel mogelijk op lijn verdedigen en met de gehele linie meebewegen met het spel van de tegenstander.

In onderstaande afbeelding is te zien dat Tonny Vilhena direct de geboden ruimte pakte die door spelers Daley Blind en Lisandro Magallán (op de rode lijn) werd geboden. In een goed functionerende verdediging zouden zij op lijn moeten staan met de overige verdedigers. Genoemde spelers moesten in dit geval inhouden. Dat gebeurde niet en Vilhena kreeg een grote kans maar schoot met links net naast de kruising.

Principe 2: Niet verder dan een meter of vijf doordekken op een tegenstander (behalve in de laatste twintig meter tot het doel). Dan overdragen aan de volgende linie en weer plaatsnemen in de eigen linie.

Spelers in de verdediging die te ver doordekken, bieden direct ruimte aan bewegende spelers. De gevaarlijkste spelers die de ruimte kunnen benutten zijn de overlappende, diepgaande middenvelders. Jens Toornstra en Vilhena deden dat aan de kant van Feyenoord uitstekend. Zeker wanneer er centraal achterin bij Ajax werd doorgedekt. Feyenoord werd op die momenten direct gevaarlijk omdat Toornstra en Vilhena oog hebben voor de ruimte.

De eerste vereiste is dan wel dat er centrale verdedigers weggelokt worden. Daarin was Robin van Persie zondag uitstekend op dreef. Naast zijn twee doelpunten wist hij het centrale duo van Ajax regelmatig uit positie te krijgen. In onderstaande afbeelding is te zien dat Vilhena het gat induikt dat is ontstaan doordat kort daarvoor Magallán Van Persie tot de middellijn doordekte. Lasse Schöne zag de loopactie van Vilhena vervolgens te laat. Noussair Mazraoui kwam te laat in positie waardoor Matthijs de Ligt moest kiezen tussen twee spelers, namelijk Sam Larsson in zijn rug of Vilhena die het gat indook.

Maar ook aan de zijde van Feyenoord werd er met regelmaat doorgedekt. Donny van de Beek had echter niet het vermogen om in zijn eentje de ontstane ruimtes te belopen. De andere middenvelders, Lasse Schöne en Frenkie de Jong, zijn niet de spelers om voor ondersteuning in de diepgang te zorgen.

Wat ook af en toe gebeurde, zoals zichtbaar op onderstaande afbeelding, is het uitstappen van een back van Feyenoord op de back van Ajax. In dit geval stapte Jerry St. Juste onnodig door op de opkomende Daley Blind, die al een man bij zich had. Daardoor ontstond direct ruimte achter de Feyenoord-back, waar in dit geval Dusan Tadic inliep. Als de bal op Kasper Dolberg goed was geweest had deze direct mee kunnen geven aan Tadic en had er voor het doel een overtal voor Ajax kunnen ontstaan.

Principe 3: De verdediger is verantwoordelijk voor de tegenstander die hij aan de balkant voor zich heeft.

In het geval van zonedekking is een speler niet bezig met zijn directe tegenstander, maar met de ruimte die hij moet verdedigen. Deze hangt af van waar hij staat op het veld. Waneer een middenvelder in de verdediging komt te staan, moet deze in zonedekking gaan denken. In onderstaande afbeelding is te zien dat Van de Beek en Mazraoui samen één tegenstander in de gaten hielden. Omdat Van de Beek in de laatste linie stond, werd hij verantwoordelijk voor de man die het dichtste bij hem aan de kant van de bal was. In dit geval was dat Berghuis. Hij had tijd genoeg om het de aanvaller heel lastig te maken, maar deed dat niet. Dat had de 2-1 voor Feyenoord tot gevolg.

Uiteraard ging er veel aan de goal vooraf, waaronder een prima loopactie van de kruisende Berghuis en De Jong en Blind die niet de man volgden die uit de rug wegliep. Wanneer De Jong mee zou zijn gelopen met Larsson, had De Ligt bijvoorbeeld op Berghuis kunnen letten. Maar het denken in zones, was vooral van de Beek hier duidelijk vreemd.

Beide ploegen hadden geen effectieve zonedekking waarbij de tactiek met de lopende middenvelders Vilhena en Toornstra de zwakte bij Ajax stevig blootlegde. Richting Real Madrid lijkt dit weinig goeds te voorspellen voor de Amsterdammers. Maar ook Feyenoord kan, ondanks dat het met liefst 6-2 won, op dit vlak nog wat les gebruiken. Ajax' aanvallende tactiek was in de overlap echter te statisch om de Feyenoorders in deze Klassieker op zonedekking pijn te doen. 

Ruud Bijnen is als voetbalanalist werkzaam voor Almere City, bezig aan zijn master in coaching aan het Cruijff Institute en kijkt voor VoetbalPrimeur naar de belangrijke wedstrijden.