Primeur voor 'salaris-kampioen' Barcelona; PSV zorgt voor schril contrast
FC Barcelona blijkt de 'salaris-kampioen' in het mondiale voetbal. De Spaanse grootmacht keerde volgens accountantsorganisatie KPMG liefst 562 miljoen euro uit aan zijn spelers, trainers en ander personeel.
Daarmee zorgt Barça voor een primeur: het is voor het eerst dat een voetbalclub de grens van een half miljard slecht. De Catalanen danken die 'eer' aan de komst van topaankopen als Philippe Coutinho en Ousmane Dembélé. Bovendien tekenden diverse spelers een nieuw contract, waaronder Lionel Messi.
De Argentijnse dribbelvirtuoos strijkt naar verluidt 30 miljoen euro netto per jaar op. Daarnaast kreeg Messi een premie van 50 miljoen, omdat hij zijn krabbel onder de nieuwe verbintenis tot medio 2021 zette.
Mede door al die kosten steeg de salarishuishouding van Barcelona in totaal met liefst 42 procent ten opzichte van het seizoen 2016/'17: van 395 naar 562 miljoen euro. Daar staat wel tegenover dat de inkomsten ook flink stegen, naar ruim 689 miljoen. Alleen aartsrivaal en Champions League-winnaar Real Madrid harkte meer binnen: 743 miljoen.
PSV komt als Eredivisie-kampioen ook aan bod in het rapport van KPMG. De Eindhovenaren keerden 'slechts' 34,6 miljoen uit aan salarissen. Overigens zou Hirving Lozano met 48 miljoen de meest waardevolle PSV'er zijn. Nummer twee Steven Bergwijn is 18 miljoen waard.