Hoe Priske zichzelf én Feyenoord buitenspel zette

Hoe Priske zichzelf én Feyenoord buitenspel zette tegen FC Utrecht

Vandaag om 16:00

FeyenoordFC Utrecht bewees het maar weer eens: voetbal is en blijft een bijzonder spelletje. Ruim 75 procent balbezit, zestien schoten, waarvan vijf op doel en een Expected Goals (xG) van twee: Feyenoord had statistisch zwaar de overhand, maar Utrecht ging met drie héél dure punten aan de haal. Dit waren de details die het verschil maakten, met een negatieve hoofdrol voor trainer Brian Priske.

Door Lars Visser

De zet van Priske die averechts werkt
Voor rust had Feyenoord het grootste gedeelte van de wedstrijd goed onder controle. Met name in de eerste twintig minuten creëerde het team een behoorlijk aantal kansen en leek er geen vuiltje aan de lucht voor de mannen van Priske. Het leek slechts een kwestie van tijd voordat de 1-0 voor Feyenoord zou vallen, ook al werden er na de twintigste minuut niet veel grote kansen meer gecreëerd. De momenten waarop FC Utrecht gevaarlijk werd, hadden eigenlijk allemaal dezelfde oorzaak: balverlies op het middenveld, waardoor FC Utrecht snel kon omschakelen. Dit leidde tot een aantal mogelijkheden voor de ploeg van Ron Jans, waarvan één zeer grote voor David Min.


Afbeelding 1: Het moment van balverlies door een pass van Santiago Gimenez die voor de voeten van Min valt, waardoor hij de counter kan inleiden. (Bron: ESPN)


Afbeelding 2: zeven seconden later is het aan de andere kant van het veld zes aanvallers van FC Utrecht tegenover drie verdedigers van Feyenoord. (Bron: ESPN)

Na rust besloot Priske meer risico te nemen, in de hoop meer kansen te creëren. Waar rechtsback Givairo Read in de eerste helft vaak achterin bleef tijdens de aanvallen van Feyenoord, kreeg hij in de tweede helft de opdracht om nadrukkelijker deel te nemen aan het aanvalsspel. Het nadeel: de restverdediging van Feyenoord was duidelijk minder goed georganiseerd.

Omdat Hugo Bueno regelmatig mee naar voren trok, stonden tijdens omschakelmomenten vaak alleen Gernot Trauner, David Hancko en Ramiz Zerrouki nog achter de bal. Hierdoor kreeg FC Utrecht steeds meer ruimte om te counteren, wat uiteindelijk leidde tot zowel de 0-1 (indirect, via een corner verdiend na een omschakelmoment) als de 0-2, twee keer ontstaan uit snelle omschakelingen. Priske speelde met deze tactische keuzes zichzelf dus eigenlijk buitenspel.


Afbeelding 3: Read is mee naar voren gegaan en tegelijkertijd staat ook Bueno ver naar voren toe, waardoor de restverdediging van Feyenoord niet op orde is. (Bron: ESPN)

Experimenteren met Bueno
In de eerste seizoenshelft was er bij het aanvallen van Feyenoord een vast patroon zichtbaar: Igor Paixão trok naar binnen, Antoni Milambo speelde als nummer 10, en Bueno bestreek de linkerflank. Tegelijkertijd werd de opbouw van Feyenoord verzorgd door Quinten Timber en Hwang In-beom. Dit werkte goed, totdat deze spelers geblesseerd raakten en Priske op zoek moest naar alternatieve oplossingen.

Na wat geschuif besloot hij te spelen met Zerrouki als enige controleur, oftewel met de punt naar achteren op het middenveld. Bueno bleef hierbij wat verder achterin en schoof pas langs de lijn op als Paixão werd aangespeeld. Zo droeg hij vaak bij aan de eerste fase van de opbouw en hielp hij het spel vorm te geven.

In de eerste minuten van de wedstrijd tegen FC Utrecht ontstond echter een ander patroon: Bueno bewoog deze keer niet alleen naar voren, maar niet langs de zijlijn, zoals gebruikelijk, maar juist richting het centrum. Het doel hiervan was om de passlijn naar Paixão open te trekken en hem in 1-op-1-duels te krijgen met Vesterlund.


Afbeelding 4: De positie van Bueno in beeld. Doordat Bueno hier staat, lokt hij meer spelers van FC Utrecht naar het centrum, waardoor de passlijn richting Paixão open komt te liggen, en die 1-op-1 zijn tegenstander kan opzoeken. (Bron: ESPN)

Na ongeveer 25 minuten besloot Priske toch weer terug te schakelen naar de oorspronkelijke opstelling. De reden hiervoor was dat het positioneren van Bueno aan de binnenkant enkele nadelen had. Zijn sterke linkerbeen maakt het lastig om snel het spel te verplaatsen, terwijl zijn voorzetten vanaf de linkerkant juist een belangrijk aanvallend wapen van Feyenoord zijn dit seizoen. Dit laat zien dat Priske nog niet volledig tevreden is met de veldbezetting van Feyenoord en actief op zoek is naar de ideale oplossing.


Afbeelding 5: Bueno heeft weer zijn ‘gewone’ positie ingenomen om van daaruit een vrije voorzet te kunnen geven. (Bron: ESPN)

Het gebrek aan diepte bij Feyenoord
Op de eerste fase van de wedstrijd en de fase vlak na rust na, kwam Feyenoord maar mondjesmaat tot kansen. Het probleem ligt niet bij het gebrek aan kwaliteit van de spelers op het veld, maar bij het feit dat de spelers slechts matig complementair aan elkaar zijn. Om een gesloten defensie zoals die van FC Utrecht te doorbreken, is één aspect cruciaal: diepteloopacties zonder bal. Het probleem voor de club uit Rotterdam is dat er maar weinig spelers in de selectie zijn die dit in hun spel hebben. Dit beperkt zich voornamelijk tot Milambo, Paixão en zo nu en dan Gimenez.

Het wordt voor FC Utrecht daardoor te gemakkelijk om te verdedigen, omdat vrijwel alle Feyenoord-spelers de bal in de voeten willen ontvangen. Hierdoor hoeven verdedigers zich enkel te concentreren op het volgen van hun directe tegenstanders. Dit zorgde ervoor dat de defensie van FC Utrecht gedurende grote delen van de wedstrijd nauwelijks in de problemen kwam.

Toch zou dit probleem van Feyenoord op te lossen moeten zijn, met name door meer gebruik te maken van spelers zoals Ibrahim Osman. Hoewel hij tegen Utrecht op zijn zachtst gezegd ongelukkig inviel, is hij wel het type speler dat in dit soort wedstrijden een verdediging kan openbreken.


Afbeelding 6: Het probleem van Feyenoord samengevat. Zes spelers van Feyenoord kijken maar naar één ding: de bal. Dit terwijl bijvoorbeeld Stengs of Paixão juist in deze situatie optimaal een diepteloopactie zou kunnen maken. (Bron: ESPN)

Het verschil in het druk zetten tussen beide elftallen
Toch was zeker niet alles kommer en kwel voor de Rotterdammers deze middag. Het feit dat ze FC Utrecht zo onder druk wisten te zetten en daarmee grotendeels het spel dicteerden, is ook een verdienste van de ploeg van Priske. Opvallend is dat beide ploegen op een vergelijkbare manier druk zetten, maar dat één ploeg daar significant beter in slaagde dan de ander. Beide ploegen kozen ervoor om vanuit een 4-4-2-formatie druk te zetten, waarbij de nummer 10 naast de spits kwam te spelen en de vleugelaanvallers terugzakten naar het middenveld.

Het probleem met druk zetten vanuit een 4-4-2-formatie is echter dat je met twee centrale middenvelders speelt tegenover drie middenvelders van de tegenstander. De meeste ploegen lossen dit op door een centrale verdediger door te laten stappen wanneer de balbezittende partij de diepste middenvelder inspeelt. Bij Feyenoord was dit vaak Calvin Stengs, terwijl dit bij FC Utrecht Jens Toornstra was. En precies hier lag het verschil tussen beide elftallen. Waar Dávid Hancko bij Feyenoord steevast op de juiste momenten wist door te stappen op Toornstra, was Siebe Horemans aan de andere kant van het veld regelmatig te laat bij Stengs.


Afbeelding 7: Horemans twijfelt, omdat Stengs en Zerrouki van positie zijn gewisseld, of hij echt moet doorstappen. Uiteindelijk stapt hij half door, waardoor Zerrouki alsnog alle ruimte krijgt en deze counter leidt uiteindelijk tot een corner voor Feyenoord. (Bron: ESPN)


Afbeelding 8: Het verschil met Feyenoord is dat de afstemming daar beter is. In dit geval kan Hancko niet doorstappen, maar neemt Trauner dit geruisloos over. (Bron: ESPN)

In dit soort situaties zijn seconden cruciaal. Ben je net te laat, dan kan de tegenstander onder de druk uit voetballen. Vaak zakt een ploeg daarna verder in om te voorkomen dat ze telkens uitgespeeld worden wanneer ze druk zetten. Dit zag je ook gebeuren bij de ploeg van Jans, nadat hun drukzetten in de eerste helft een paar keer mislukte. Tegelijkertijd nam FC Utrecht ook (bewust) weinig risico in de opbouw, en speelde het snel de lange bal.

Enige probleem voor Utrecht was dat Feyenoord met Trauner en Hancko daar twee zeer goede koppers heeft staan, waardoor die duels pas met het invallen van Sébastien Haller echt gewonnen werden. In het drukzetten had Feyenoord duidelijk de overhand in deze wedstrijd, al wisten ze dit overwicht niet om te zetten in een resultaat.

Het blijft opvallend: laat grote delen van deze wedstrijd zien aan iemand die de uitslag niet kent, en de meeste mensen zouden Feyenoord als winnaar aanwijzen. Helaas voor Feyenoord is voetbal geen jurysport, en word je afgerekend op cijfers. En die cijfers waren vandaag in het voordeel van FC Utrecht.