Zó kan Ajax zich onder Farioli ontwikkelen tot titelkandidaat

Zó kan Ajax zich onder Farioli ontwikkelen tot een serieuze titelkandidaat

Vandaag om 10:00

Komende zaterdag hervat Ajax de Eredivisie met een thuiswedstrijd tegen RKC Waalwijk. Het is alweer het 31ste optreden van het seizoen, onder leiding van Francesco Farioli. Wat heeft het afgelopen half jaar gebracht? Tijd om de (tactische) balans op te maken aan de hand van drie sterktes én drie zwaktes - en wat dit betekent voor 2025.

Door Lars Visser

Van de penaltyreeks tegen Panathinaikos, de nederlaag tegen NAC Breda, en de onverwachte zeges op PSV en Feyenoord tot de moeizame laatste weken van de eerste seizoenshelft: het is tot nu toe een seizoen met ups en downs voor Ajax, dat langzaam maar zeker bezig is om op te krabbelen uit een van de diepste dalen van de laatste decennia. Zó staan de Amsterdammers er nu voor, te beginnen met een positief punt.

Positief: defensieve stabiliteit
Ajax en defensieve stabiliteit: soms lijkt het wel alsof dat voor Ajacieden een vies woord is. Toch is het één van de belangrijkste succesfactoren van het elftal van Farioli tot nu toe. 15 clean sheets in 30 wedstrijden is indrukwekkend te noemen. Dit succes is voor een groot deel toe te schrijven aan Farioli. Ajax slaagt er keer op keer in om weinig kansen weg te geven. Dit komt doordat er voorafgaand aan iedere wedstrijd een duidelijk verdedigingsplan is, waarbij altijd een min of meer vergelijkbare structuur wordt gehanteerd.

Hierbij spelen een aantal opvallende principes een cruciale rol. Het meest in het oog springende principe is dat de aanvallers in principe altijd druk zetten vanuit een passlijn in het centrum. Let maar eens op de spits van Ajax: Brian Brobbey of Wout Weghorst kijkt altijd eerst achterom voordat hij druk zet en loopt vervolgens vanuit de passlijn van de meest defensieve middenvelder.

Hier is duidelijk te zien dat Brobbey vanuit de passlijn naar de controleur doorstapt in de richting van de centrale verdediger. Dit zorgt er voor dat de controleur in ieder geval niet direct aangespeeld kan worden, en ze van daaruit verder kunnen voetballen. (Bron: ESPN)

Het tweede principe is dat er zelden voor wordt gekozen om direct druk te zetten op de keeper. Farioli's keuze hierin is gebaseerd op het feit dat Ajax nou eenmaal niet beschikt over veel duelkracht. Wanneer je direct druk zet op de keeper, dwing je hem om de bal lang te spelen, precies in het kwetsbare aspect van Ajax. Zijn pragmatische oplossing: dan zetten we gewoon geen druk in zulke situaties.

In deze, en vergelijkbare andere situaties, kiest Ajax er geregeld voor om niet door te stappen naar de keeper, maar de eerste bal vrij te laten. Hiermee voorkom je dat een tegenstander de lange bal gaat spelen, omdat je genoeg mensen rondom de ‘koppers’ hebt staan, en je geeft jezelf de kans om druk te kunnen zetten. (Bron: ESPN)

Daarnaast is er het verdedigen op eigen helft vanuit een 5-4-1-formatie. Deze aanpak zorgt ervoor dat de onderlinge afstanden goed worden bewaakt en de ruimtes voor de tegenstander extreem klein blijven. Dit geheel maakt Ajax in ieder geval behoorlijk solide en lastig te verslaan, zoals gebleken is in de eerste seizoenshelft.

Verbeterpunt: druk zetten
Eén van de fases waarin Ajax het defensief vaak lastig heeft, is wanneer een tegenstander de bal rond de middenlijn heeft en daarmee de eerste druk van Ajax heeft ontweken. Op zulke momenten ontstaat er vaak een tweestrijd binnen het elftal. Het ene deel van het team wil opnieuw druk naar voren zetten, terwijl het andere deel de voorkeur geeft aan het innemen van defensieve stellingen. Het gevolg is dat er ruimtes ontstaan voor de tegenstander, die daardoor op gevaarlijke plekken aan voetballen wordt gelaten. Dit probleem is met name zichtbaar in thuiswedstrijden tegen zwakkere tegenstanders zoals PEC Zwolle (2-0) en Almere City (3-0).

Situatie waarin Brobbey en Davy Klaassen doorstappen in de richting van het centrum van PEC Zwolle, maar tegelijkertijd de rest van het elftal hier nog niet klaar voor is. Gevolg is dat er legio passopties open liggen voor PEC, en Ajax twee spelers verdedigend gezien 'kwijt' is. (Bron: ESPN)

Ook is het vasthouden aan een consequente hoge druk een uitdaging. De ene wedstrijd slaagt Ajax hier beter in dan de andere. In de laatste wedstrijden voor de winterstop wordt de vermoeidheid binnen het team steeds zichtbaarder, en maakt Farioli een bewuste risico-afweging. Halfslachtig druk zetten is namelijk levensgevaarlijk, waardoor hij er soms voor kiest om de tegenstander niet constant op te vangen. Dit kan echter de indruk wekken dat het elftal mat oogt, waardoor tegenstanders te vaak het initiatief grijpen en Ajax achteruit gedrukt wordt. Iets wat– een veelgehoord commentaar – niet des Ajax is.

Alle Ajacieden maken geen aanstalten om druk te gaan zetten, maar laten de tegenstander rustig komen. (Bron: ESPN)

Het is aan Farioli om dit in de tweede seizoenshelft beter te organiseren. In principe is druk zetten namelijk niet vermoeiender dan achterin blijven hangen (gebaseerd op het aantal gelopen meters en het aantal high-intensity sprints). Toch blijft dit een kwestie van perceptie bij de spelers. Als Farioli erin slaagt om zijn spelers hiervan te overtuigen, kan Ajax nog constanter en consequenter hoge druk zetten.

Positief: patronen in balbezit
Bij vlagen voetbalt Ajax weer zoals Ajax hoort te voetballen - een veelgehoorde opmerking na de wedstrijden tegen PSV en Feyenoord dit seizoen. Dit is te danken aan duidelijke patronen in balbezit. Elke speler weet in veel situaties wat er van hem wordt verwacht en is in de basis goed in staat om deze taken uit te voeren.

Met name het vrijspelen van de buitenspelers gebeurt consequent op de juiste manier. Dit zorgt ervoor dat de buitenspelers vaak in staat zijn om een 1-op-1-duel aan te gaan. Op dit moment ontbreekt het vaak op de flanken nog aan kwaliteit om hier echt gevolg aan te geven. De loopacties van de middenvelders en backs van Ajax zijn cruciaal in het vrijspelen van de buitenspelers.

De back van Ajax kiest er (zo goed als altijd) voor om naar het midden te bewegen op het moment dat de centrale verdediger aan zijn kant de bal heeft. Wordt hij gevolgd door zijn directe tegenstander, dan komt er een passlijn vrij richting de buitenspeler. Wordt hij niet gevolgd, dan staat de back zelf vrij. Soms is voetbal heel simpel.

In dit geval is Devyne Rensch naar het centrum getrokken, en achteruit gestapt, wat de passlijn richting Bertrand Traoré opentrekt voor Jordan Henderson. (Bron: ESPN)

Tegelijkertijd zie je de centrale verdedigers van Ajax vaak met de voet op de bal staan om de tegenstander te lokken. Als iemand vorig jaar had verteld dat Josip Sutalo dit regelmatig zou doen, hadden de meeste mensen gek opgekeken. Maar ook hij gedijt prima in deze rol en wacht rustig tot een tegenstander op hem af sprint. Op het moment dat dat gebeurt, klapt de val dicht, en is Ajax binnen enkele passes onderweg, meestal naar de back aan de andere kant. Door het wachten wordt een tegenstander namelijk uitgespeeld, waardoor de overige spelers meer tijd en ruimte krijgen om te voetballen.

Sutalo wacht hier net zo lang tot de speler van Real Sociedad uitgestapt is, en dan kan er binnen drie passes de andere kant van het veld bereikt worden. Wacht hij niet, dan staan zowel Rensch als Berghuis direct onder druk van twee kanten, waardoor deze ruimtes niet getrokken worden. (Bron: ESPN)

Verbeterpunt: herkennen van ruimtes
Waar de patronen regelmatig duidelijk zijn, heeft Ajax nog moeite met het herkennen van de ruimtes. In wedstrijden zoals tegen PEC Zwolle ziet Ajax niet altijd dat de ruimtes op dat moment op de vleugels liggen en dat die te 'overloaden' (overloaden is trainerstaal voor het overladen met spelers van een zone, veelal op een plek waar een tegenstander weinig spelers heeft staan) zijn door daar met een middenvelder naartoe te bewegen.

Dit is slechts één voorbeeld, maar de volwassenheid binnen de huidige selectie van Ajax ontbreekt nog op dit vlak. Vooral Sutalo, Hato en in iets mindere mate Rensch blijken nog niet in staat om dit zonder tussenkomst van een trainer zelf te organiseren.

Het voorbeeld van PEC uitgelicht. De Zwollenaren kozen er duidelijk voor om verdedigend gezien veel spelers centraal te brengen om het Ajax moeilijk te maken. De oplossing is dan simpel: door meer spelers in die blauwe ruimtes te brengen om daar een overtal te creëren, oftewel de flank te overloaden. (Bron: ESPN)

Daarnaast zijn er in de laatste weken voor de winterstop ook vaak opvallende keuzes gemaakt door Remko Pasveer in balbezit. Zowel tegen Sparta als tegen Telstar viel het op dat hij regelmatig de lange bal verkoos boven kort opbouwen. In de eerste helft tegen Sparta leek dit tot ergernis te leiden bij Farioli, getuige zijn woede-uitbarsting in de achtste minuut. Dit toont aan dat ook de ervaren doelman van Ajax hierin niet altijd foutloos is en soms de verkeerde keuzes aan de bal maakt.

In deze situatie heeft Pasveer heel veel opties om kort te spelen, maar kiest hij uiteindelijk voor de lange bal, wat leidt tot balverlies. Onnodig, want er zijn genoeg betere opties. (Bron: ESPN)

Toch behoeft dit geheel ook enige nuance, Ajax is pas enkele maanden bezig met het ontwikkelen van deze speelwijze en heeft in die periode door het drukke schema nauwelijks de kans gehad om hier uitgebreid op te trainen. Het is daarom wel te verwachten, en misschien wel te eisen, dat dit Ajax na de winterstop hier stappen in zal zetten.

Positief: diepteloopacties en intensiteit
Twee namen die zonder twijfel thuishoren in de top-vijf beste Ajacieden van de eerste seizoenshelft zijn Kenneth Taylor en Kian Fitz-Jim. Beide spelers hebben namelijk een behoorlijke ontwikkeling doorgemaakt in hun spel.

Taylor heeft vooral grote stappen gezet in zijn rust aan de bal en zijn positionering ten opzichte van de bal. Hij is continu bezig met het zoeken naar waar de ruimtes op het veld ontstaan en waar hij in kan duiken, en zijn timing is daarin ook zeer goed geworden. Deze vooruitgang zorgt ervoor dat hij misschien wel de beste Ajacied van de eerste seizoenshelft was.

Een moment dat Taylor herkent dat Sutalo de bal speelklaar heeft, en er een gat is tussen de back en centrale verdediger, en hij hier in kan duiken met een loopactie. (Bron: ESPN)

Aan de andere kant is er Fitz-Jim. Hij is altijd al een speler geweest met een fluwelen techniek, maar eerder ontbrak het hem aan stootkracht in de laatste fase van het veld. De stap die hij nu heeft gezet, ligt vooral in het timen van zijn diepteloopacties en het druk zetten met volledige intensiteit na balverlies. Deze twee aspecten maken hem een unieke toevoeging aan de selectie, omdat hij iets biedt wat de andere middenvelders van Ajax niet hebben, met name zijn creativiteit en zijn fluwelen techniek is iets waar de meeste middenvelders niet over beschikken.

Fitz-Jim ziet dat er balverlies wordt geleden, maar duikt ook meteen weer in de richting van de bal om hem te heroveren. (Bron: ESPN)

De invulling van deze twee spelers, die veel diepte in hun spel brengen, zorgt ervoor dat Ajax in de eerste fase van de opbouw direct deze spelers in de diepte kan aanspelen. En als dat niet lukt, creëren ze in ieder geval ruimte voor hun teamgenoten. Hun ontwikkeling is dan ook cruciaal voor de speelwijze van dit Ajax.

Verbeterpunt: kansen creëren in de laatste derde
Hoewel Ajax een behoorlijke hoeveelheid goals heeft gemaakt (65 stuks in 30 wedstrijden), creëert het team nog te vaak onvoldoende kansen. Vooral in wedstrijden waarin het ontbreekt aan kwalitatieve buitenspelers, blijft Ajax soms maar mondjesmaat tot kansen komen vanuit spel in het laatste derde van het veld - dicht bij de goal van de tegenstander. Het spel vanuit het centrum richting de spits laat daarbij vaak te wensen over.

Enerzijds heeft dit te maken met het gebrek aan beweging rondom de spits. Te vaak blijven spelers statisch staan, waardoor Ajax de tegenstander onvoldoende uit elkaar trekt. Dit maakt het verdedigend eenvoudiger voor de tegenstander en bemoeilijkt het creëren van mogelijkheden.

Vier spelers van Ajax staan binnen tien bij tien meter van elkaar, dan wordt het lastig om door een verdediging heen te komen. Het gebeurt te vaak dat spelers van Ajax op één lijn staan qua hoogte, waardoor het een tegenstander makkelijk wordt gemaakt. (Bron: ESPN)

Aan de andere kant laat de timing van loopacties vanuit de backs vaak te wensen over. De backs van Ajax herkennen te weinig de juiste momenten om binnendoor of buitenom te gaan en komen vaak te laat. Zowel Rensch als Hato moet zich op dit vlak verder ontwikkelen om nog waardevoller te worden voor dit Ajax. Deze tekortkomingen zorgen er mede voor dat het team minder kansen creëert dan eigenlijk mogelijk is.

Gaaei kiest er in deze situatie voor om de rode lijn te volgen, maar dat is precies dezelfde lijn die Traoré al loopt, die de bal heeft. Als hij de blauwe lijn volgt dwingt hij NEC tot keuzes maken, en geeft hij daarmee óf Traoré meer ruimte, of komt hij zelf vrij te staan. (Bron: ESPN)

Conclusie
Puur op basis van resultaten kan Ajax tevreden zijn over de eerste seizoenshelft. Voorafgaand aan het seizoen hadden de Amsterdammers direct getekend voor de tweede plek in de Eredivisie. Het feit dat Ajax nog actief is in de KNVB Beker én alle kans heeft om door te gaan in Europa, is bovendien een groot pluspunt. Tegelijkertijd zijn resultaten alleen niet zaligmakend. Er is nog voldoende werk aan de winkel voor Farioli om dit team verder te ontwikkelen tot een serieuze titelkandidaat, en ook het spel behoeft zeker nog een hoop ontwikkeling.