'Iedereen wil naar Ajax komen, heb nog geen speler 'nee' horen zeggen'
Francesco Farioli is dolgelukkig bij Ajax. Als het aan de Italiaanse trainer ligt, dan blijft hij nog lange tijd in Amsterdam. "Als ze het geduld hebben om mij te tolereren, ja!", belooft hij in Voetbal International.
Ajax wist Farioli los te weken bij OGC Nice. "De situatie was natuurlijk niet de makkelijkste, maar Ajax was voor mij één van de clubs waarvan ik droomde om te werken, dus het was moeilijk om nee te zeggen", zegt de 35-jarige coach in een uitgebreid interview met VI. "Ik houd ervan om hier te zijn, ik houd ervan hier te werken, ik houd van mijn spelers, ik houd van de groep."
'Ik ben vrij paranoïde'
Farioli erkent wel dat zijn werk veeleisend is, mede doordat hij continu bezig is om te zien waar Ajax stappen kan zetten. "Want op dat gebied ben ik vrij paranoïde: als ik voel dat we ergens kunnen verbeteren en ik geef niet het beste van mezelf om dat te veranderen, dan voel ik dat ik het geld van de club aan het stelen ben. Ik weet dat mijn positie een beetje oncomfortabel is, of dat ik mensen een beetje oncomfortabel kan maken. Maar ik kan deze job niet op een andere manier doen."
Volgens Farioli is Ajax een club met 'grote mogelijkheden en potentie'. "Ajax is een institutie, een legendarische club, een grootmacht. Maar wat mij nog het meest heeft verrast, is: iedereen die je spreekt, wil hierheen komen! Het maakt niet uit waar ze zijn, als je met een goed plan komt en je noemt de naam Ajax, heb ik nog geen enkele speler nee horen zeggen", stelt de Italiaan.
"Alsof je je vrouw tegenkomt: dit is de ware"
Zelf is hij dus ook helemaal op zijn plek. "Alsof je je vrouw tegenkomt: hoeveel vrouwen kom je tegen tijdens je leven? Maar dan komt er een moment dat je zegt: Dit is de ware. Dat was een beetje het gevoel dat ik kreeg, dat wij kregen, het gevoel dat we nog steeds hebben", aldus Farioli. "De liefde groeit, letterlijk, nu ik hier ben. Er is een connectie. Aan het begin was het, denk ik, vrij normaal dat er veel scepsis was. Het examen stopt nooit, maar ik denk dat het duidelijk is dat we er alles uit proberen te persen."