'Heel pijnlijke' mijlpaal Ajax op EK: 'Probleem begon bij Ten Hag en Overmars'
In de gewonnen EK-opener van het Nederlands elftal tegen Polen (2-1) stond geen enkele speler aan de aftrap die ooit voor Ajax speelde. Ronald de Boer noemt het 'heel pijnlijk', terwijl Marciano Vink aanwijsbare redenen ziet.
Pas in de 62ste minuut kwam er bij Nederland - Polen wat 'Ajax-dna' op het veld: Donyell Malen speelde tot zijn zestiende in de Amsterdamse jeugdopleiding. Daar bleef het bij in Hamburg. "Heel pijnlijk", reageert De Boer in het Algemeen Dagblad. Hij trekt de vergelijking met 1995, toen hij samen met negen andere Ajacieden een interland speelde tegen Ierland (2-0). "Het contrast met nu kan bijna niet groter."
Dat Ajax zo extreem vertegenwoordigd is in Oranje, komt zelden voor. Toch is het 'zeker geen puur toeval', aldus Vink. "In mijn ogen is de kiem van dit probleem gelegd in de periode Ten Hag-Overmars, hoe gek dat ook moge klinken. Sportief en financieel was dat natuurlijk een geweldige tijd, maar het succes had óók een keerzijde. Doordat de lat steeds hoger werd gelegd, kreeg de jeugd amper kansen."
"Noa Lang, Sven Botman, Azor Matusiwa: allemaal jongens die in eerdere Ajax-periodes méér tijd hadden gekregen om aan te haken bij het eerste", stelt Vink. "Het is prima om de lat hoger te leggen, maar het gaat ook om balans. Ook spelers zoals Luis Orejuela of Mateo Cassierra werden voor miljoenen gehaald, hè. Jongens die zelfs bij Jong Ajax de eigen talenten in de weg zaten."