Gimenez krabbelt op na moeilijk eerste jaar in Rotterdam: 'Ik sprak geen Engels'
Santiago Gimenez heeft echt aan alles moeten wennen sinds hij voet op Rotterdamse bodem zette. Volgens de Mexicaanse aanvalsleider is bijna alles in Nederland anders dan in zijn thuisland. Die heftige vorm van gewenning zorgde voor wat problemen bij Gimenez, maar zijn vriendin sleepte hem er het eerste half jaar doorheen.
De aanvaller zit inmiddels heerlijk in zijn vel in Rotterdam en merkt dat ook aan de vibe bij Feyenoord. "Ik voel me lekker en ik vind Nederland als land prachtig", vertelt Gimenez in gesprek met De Telegraaf. "Ik ben echt trots op dit Feyenoord-elftal. Hier wordt elke wedstrijd tot het einde toe gevochten. Nu knokten we weer negentig minuten en jongens, ook de invallers die tegen NEC nog heel veel hebben gelopen, vliegen erin alsof ze maar vijf minuten hebben gespeeld. Ik vind dat mooi."
Toch was dit voor Gimenez niet vanzelfsprekend, omdat hij aan het begin van dit seizoen enorm moest wennen aan zijn nieuwe club en competitie. "Ik heb veel te danken aan mijn vriendin, die heel veel heeft geoefend met mij in het Engels thuis. Ik sprak echt alleen Spaans. Nu ik goed kan communiceren in het Engels, kan ik heerlijk elke dag met de jongens op de club en met iedereen praten. Daardoor is mijn zelfvertrouwen toegenomen."
Maar ook Gimenez durft zichzelf nu niet de eerste spits van de Rotterdammers te noemen. Dat blijft ook volgens de Mexicaan nog steeds een kwestie van tactiek. "Ik zie mijzelf nog helemaal niet als de eerste spits. Danilo en ik zijn samen de eerste spits. Ja echt, we hebben elkaar veel afgewisseld en het heeft ook met de tactiek per wedstrijd te maken."