Seuntjens stelt zich kwetsbaar op: 'Heb soms een heel duister gevoel'
Ralf Seuntjens heeft bij Veronica Offside openhartig gesproken over zijn ziekte. De spits lijdt aan een agressieve vorm van kanker en ondergaat momenteel chemotherapie. De kanker van Seuntjens bevindt zich in stadium vier, het minst gunstige scenario. Toch is zijn ziekte goed te behandelen.
Seuntjens had schouderklachten en liet zich daardoor scannen in Japan, waar hij onder contract staat bij FC Imabari. De artsen vertelden hem dat hij kanker heeft. "Dan valt alles om je heen weg. Ik heb allereerst mijn zaakwaarnemer Ali Dursun gebeld vanwege het tijdsverschil, omdat mijn vrouw aan het werk was. Die zei meteen: pak je koffer en je zit op de eerste vlucht naar Amsterdam. Maak je niet druk, de rest regel ik voor je. Het is fijn dat je zo'n man hebt die dat voor je doet."
Vliegen naar Nederland bleek uiteindelijk nog een behoorlijk risico met zich mee te dragen. "De tumor drukte tegen mijn halsslagader. Ik zat onder de trombosis. Ik had ook een longembolie of een herseninfarct op kunnen lopen. Dat was heel reeël geweest. De tumor is tien centimeter groot. Dan begint het hele circus te draaien. Ik heb inmiddels zeven chemokuren gehad, nog één te gaan. Eind november hoor ik of het aangeslagen heeft, of er nazorg is of dat ik nog een vervolgtraject in moet."
"Vaak is het hoe agressiever de vorm, hoe beter de chemo reageert. Daar hoop ik een beetje op. We hebben een tussenevaluatie gehad waarin honderd procent van de activiteit weg moest zijn. Dat bleek tachtig procent te zijn. Het was een positieve uitslag, maar geen superuitslag. Ik was er wel tevreden mee, het gaf aan dat het zijn werk deed. Ik hoop dat ik eind november goed nieuws ontvang."
"In het begin geven ze je zestig procent. De buitenwacht zegt dat het veel is, maar voor mij voelt dat niet lekker. Het is momenteel afwachten en in onzekerheid leven, omdat ze nog geen garantie kunnen geven. Als ik langer had doorgespeeld, dan zou ik misschien op een training of in een wedstrijd tegen de vlakte zijn gegaan."
De behandeling hakte er bij Seuntjens flink in, zowel fysiek als mentaal. "De eerste dagen erna zijn helemaal niet fijn. Je voelt je echt beroerd. Ik heb dan een heel duister gevoel vanbinnen. De wereld is eigenlijk helemaal niet leuk. Na ongeveer zes dagen kom je weer een beetje op de goede weg. Dat komt ook omdat ik witte bloedcellen moet bijspuiten na iedere kuur, om beter te herstellen."
Thuis werd Seuntjens er niet gezelliger op, geeft hij eerlijk toe. "De eerste twee kuren weet je niet wat je gaat meemaken. Dan denk je: ik ga gewoon door, ik blijf beneden met de kids en ga wat dingen doen met m'n vrouw. Af en toe was ik niet de leuke man, als ik eerlijk ben. Ik heb met mijn vrouw gesproken, soms word je ook boos op de kinderen. Daar moet je een modus in vinden. Ik blijf wat vaker op de kamer, zij gaan wat vaker uit huis. Ik neem in die dagen wat meer afstand van ze, anders ben ik gewoon heel prikkelbaar. Dat verdienen ze niet. '