Spelersrapport: Pasveer en Van Dijk blinken uit, ook enkele studententienen

Remko Pasveer – 8: Pasveer straalde rust uit en bewees zich een goede dienst met het oog op het WK. Zijn beste redding was na 66 minuten op een inzet van Onana. In de opbouw nam hij geen grote risico's, maar behield hij het balbezit.

Jurriën Timber – 7: Hij had meteen een goede ingreep op Eden Hazard, die daarna wist dat er weinig te halen viel voor hem. Timber volgde de Belgische sterren - naast Hazard ook even Kevin De Bruyne - als een schaduw over het veld.

Virgil van Dijk – 8: Van Dijk was weer druk met het sturen van zijn ploeggenoten. Waar nodig greep de aanvoerder zelf in. Hij liet met zijn goede lange bal op Taylor zien ook dat te kunnen. De beloning volgde met de 1-0.

Nathan Aké – 7,5: Verdedigend was het meer dan in orde wat Aké liet zien. Bovendien had hij een paar keer een goede inspeelpass, waaruit enig gevaar ontstond. Hij stelde zijn WK-basisplaats veilig, maar werd na 45 minuten gewisseld.

Denzel Dumfries – 6,5: Hij zocht in de eerste helft een paar keer steun bij de scheidsrechter, maar kreeg die niet. Met één zo'n moment leidde hij onder meer een kans in voor de Rode Duivels. Na rust speelde hij aanvallender en werd hij ook een keer gevaarlijk.

Daley Blind – 7: Blind wordt vaak niet ontzien, maar eerlijk is eerlijk: hij behoorde zondag tot de betere spelers aan Oranje-zijde. De routinier draaide in balbezit makkelijk mee en liet zich verdedigend niet in verlegenheid brengen.

Marten de Roon – 6,5: Hij speelde als vervanger van Frenkie de Jong en dan doet Oranje logischerwijs een jasje uit. Toch deed de hardwerkende De Roon wat er van hem verwacht mocht worden, zo zat hij onder meer Kevin De Bruyne dwars.

Steven Berghuis – 5,5: België kreeg zijn eerste schot op doel doordat Berghuis stond te slapen. De creatieve impulsen moesten van hem komen, maar hij leek niet helemaal bij de les. Na een halfuur kon hij niet verder vanwege rugklachten.

Davy Klaassen – 5,5: Je ziet hem vaak niet, maar dan weet hij toch belangrijk te zijn. Dat zou je met een beetje verbeelding ook nu kunnen zeggen, aangezien hij Courtois hinderde bij de 1-0. Maar verder was het wel mager.

Vincent Janssen – 6: Hij was aanspeelbaar, wurmde zich een keer langs zijn opponent en probeerde het doel onder vuur te nemen. Janssen is niet de meest verfijnde aanvaller, maar verzaken doet hij niet.

Steven Bergwijn – 6: Bergwijn lijkt een beetje te tobben met zijn vorm. Wellicht mist hij wat frisheid, maar de Ajacied was tegen België aanvankelijk onzichtbaar. Na de thee kwam hij wel een paar keer in kansrijke positie, maar haalde hij de trekker niet over.

Invallers
Cody Gakpo – 7,5: Tegen Polen viel hij in positieve zin op, maar na zijn snelle invalbeurt tegen België had hij tijd nodig om op stoom te komen. Gakpo begon echter steeds beter te draaien, met als hoogtepunten zijn assist en heerlijke actie in de slotfase.

Tyrell Malacia – 6,5: Malacia kwam halverwege in het veld en deed dat verrassend als linker centrale verdediger. Soms was het wat onwennig en leek hij zijn ei niet helemaal kwijt te kunnen, maar dat is logisch op een vreemde plek.

Kenneth Taylor – 6,5: Taylor mocht in zijn tweede interland een helft meedoen. Niet alles ging goed, maar de jonge middenvelder was weer zeer ijverig. Met zijn tweebenigheid en dynamiek heeft hij zijn wapens.

Stefan de Vrij – x: Speelde te kort voor een beoordeling.

Ryan Gravenberch – x: Speelde te kort voor een beoordeling.

Bondscoach
Louis van Gaal – 7: Door de absentie van Frenkie de Jong en Memphis Depay kon Van Gaal nog iets anders proberen richting het WK. Vooral het middenveld met De Roon en Klaassen leek wat voetballend vermogen te missen, maar de winnende coach heeft altijd gelijk.