'Ten Hag was qua gedrag een voorbeeld, Slot was tactisch veel verder dan de rest'
Arne Slot en Erik ten Hag zijn anno 2021 de meest gelauwerde trainers van het land en staan zondag tegenover elkaar tijdens Feyenoord-Ajax. Hun spelerscarrière was echter relatief bescheiden: de ene speelde voor PEC Zwolle, NAC Breda en Sparta, de ander voor FC Twente, De Graafschap, RKC Waalwijk en FC Utrecht. Hoe waren de twee kale strategen als ploeggenoot? VoetbalPrimeur haalt herinneringen op met Martijn Abbenhues en Édouard Duplan.
"Arne was de regisseur"
Slot en Ten Hag waren beiden als prof al trainers in wording. "Erik was een speler die al iets verder over het spelletje nadacht dan de meesten", vertelt Abbenhues over Ten Hag, met wie hij vlak voor de eeuwwisseling bij FC Twente samenspeelde. "Hij wist alles, alle informatie over de voetballerij, over spelers, over trainers, je kon het zo gek niet bedenken of hij wist het. Volgens mij las hij de Voetbal International altijd van A tot Z, hij nam alles in zich op. Dat hij uiteindelijk iets in de voetballerij ging doen, was voor mij niet zo'n verrassing. En als Erik een doel stelde, moest het heel raar lopen, wil hij daar niet alles voor gedaan hebben."
Duplan ging in 2007 van RBC Roosendaal naar Sparta en trof daar Slot als ervaren ploeggenoot. "Tactisch was hij al zó veel verder dan de rest, sowieso verder dan ik op dat moment. Ik merkte dat hij als speler al een visie had, hij was mijn eerste teamgenoot van wie ik dacht: dat wordt sowieso een trainer", vertelt de Fransman, die dankzij Slot kon wennen aan de stap van de Eerste Divisie naar de Eredivisie. "Bij Sparta waren nog meer jongens die hun mond opendeden, dat ging soms op een minder leuke manier. Maar Arne was een hele fijne ploeggenoot, hij stelde me op mijn gemak, probeerde mij vastigheid te geven en automatismen te creëren. Het was fijn om iemand te treffen die het spelletje zag én ook gewoon aardig was."
Duplan kreeg als rechtsbuiten bijvoorbeeld te horen hoe hij het beste kon lopen als Slot de bal van de rechtsback kreeg. "Arne zat de trainers nooit in de weg, maar nam wel de vrijheid om met mij te praten over wat hij van me verwachtte. En dat nam je natuurlijk meteen aan van hem. Zo'n speler als hij heb ik altijd gezocht, iemand met een visie, waar je afspraken mee kon maken. Hij was bezig met elke linie en de verbinding tussen de linies, hij was eigenlijk de regisseur van het team."
"Erik was met zijn gedrag een voorbeeld"
Ten Hag was bij FC Twente juist een leader by example, stelt Abbenhues: niet de uitblinker, wel de aanjager. "Erik heeft heel veel uit zijn carrière gehaald. Aan inzet, gedrevenheid en focus ontbrak het nooit bij hem. Alleen met zijn gedrag was hij al een voorbeeld, hoe je het maximale uit je capaciteiten kunt halen", aldus de oud-spits. "Hij deed ook veel dingen die normaal gesproken door de trainers gedaan worden. Toen ik daar zat, was Hans Meyer (geboren in Oost-Duitsland, red.) de trainer: niet iemand die lekker de discussie losmaakte, hij vertelde ons hoe het zat. Maar Erik dacht altijd wel mee met hem en met assistent Fred Rutten, ik geloof dat hij op de achtergrond veel met ze sparde."
Na zijn Twente-tijd speelde Abbenhues een paar jaar bij het toenmalige FC Zwolle, met Slot als talentvolle spelmaker achter hem. "Hij was toen al heel overtuigd van zichzelf. Ook al was hij één van de jongsten, hij was heel aanwezig. Bij Zwolle was er niet zo'n hiërarchie als bij FC Twente: Arne kon zijn zegje doen in de kleedkamer, dat was geen probleem en dat werd ook geaccepteerd. En wat hij zei, dat sneed ook wel hout, daar werd hij serieus in genomen."
"Arne liet zich nooit beïnvloeden"
Abbenhues leerde Slot bovendien kennen als een evenwichtige persoonlijkheid op het veld. "Hij nam veel risico in zijn spel. Daardoor kreeg ik veel ballen, dat was voor mij als spits wel prettig, hij was een hele fijne voetballer om achter me te hebben. Maar voor het publiek was het alles of niets. Want doordat hij veel risico nam, ging het natuurlijk niet altijd goed. En dat vond ik het knappe aan Arne, dat hij zich nooit liet beïnvloeden door de reactie van het publiek en altijd zijn eigen spel bleef spelen, ook als er eens iets misging."
Na een tussenstop bij NAC ging Slot dus op Het Kasteel aan de slag. Duplan is nog altijd onder de indruk van de huidige Feyenoord-trainer. "Hij moest het niet hebben van zijn fysiek en duelkracht, maar van zijn intelligentie en inzicht. En hij dacht op een bijzondere manier na over het spelletje, dat vond ik heel bijzonder om te ervaren." De waardering bleek wederzijds: toen Slot in 2013 stopte, nam hij Duplan op in zijn selectie met beste oud-ploeggenoten. De 4-0 zege op Ajax in mei 2009 - één goal van Duplan, twee assists van Slot - gaf de doorslag. "Het is met afstand mijn mooiste wedstrijd voor Sparta geweest. Édouard was die middag gewoonweg ongrijpbaar. Hij passeert zo ongelooflijk makkelijk", liet Slot toen weten.
"Ik had achteraf graag met Ten Hag gewerkt"
"Ja, dat heb ik ook wel eens gelezen. Een eer dat Arne dat gezegd heeft", aldus Duplan, die in de loop van zijn Sparta-jaren ook steeds beter ingespeeld raakte op Slot. "Het is nooit echt mijn kracht geweest om zonder bal te lopen: niet dat ik lui was, maar ik ging pas lopen als ik de bal zou kunnen krijgen. Maar als Arne de bal kreeg, liep ik wel altijd, want ik wist dat de bal altijd daadwerkelijk kon komen."
De Fransman speelde later vijf jaar voor FC Utrecht, maar vertrok in 2015: de in dat jaar aangestelde Ten Hag is hij net misgelopen, concludeert Duplan tot zijn spijt. "Ik heb hem nog één keer aan de telefoon gehad. Hij zei dat hij op mij rekende, maar ik voelde toch dat het toen beter was om ergens anders heen te gaan", doelt hij op zijn transfer naar ADO Den Haag. "Later hoorde ik van de jongens bij FC Utrecht hoe hij was, hoe hij de trainingen aanpakte en hoe ze hem hadden ervaren. Achteraf gezien had ik het wel graag mee willen maken en met hem willen werken."
En nu zijn Slot en Ten Hag dus de trainers van Feyenoord en Ajax. Abbenhues is onder de de indruk van zijn oud-teamgenoten. "Ik vind het knap hoe mentaal sterk Ten Hag is. Dat had hij als speler ook al: nooit de grootste, maar hij hield zich altijd staande, hoor. Bewonderenswaardig hoe hij dat nu in Amsterdam klaarspeelt. En ik denk dat Slot en hij allebei zichzelf zijn, daar blinken ze allebei in uit: ze spelen geen rol en doen zich niet anders voor dan ze in werkelijkheid zijn." Daar sluit Duplan zich bij aan. "Misschien een paar kilo erbij, maar Arne is niet veranderd."
(Hein Nooijens/VoetbalPrimeur)