TV-gelden voor volgend seizoen: Heracles stijgt, NEC meteen op plaats vijftien
De achttien clubs die volgend seizoen in de Eredivisie gaan spelen zijn bekend. ADO Den Haag, VVV-Venlo en FC Emmen spelen een niveau lager, SC Cambuur, Go Ahead Eagles en NEC mogen het op het hoogste niveau gaan proberen. Wat betekent dat voor de verdeling van de tv-gelden? VoetbalPrimeur zet het op een rij.
Na ieder seizoen wordt de televisiegeldenranglijst opnieuw opgemaakt, waarbij de resultaten van de afgelopen tien jaar meetellen. Een plekje hoger of lager op de lijst kan voor de kleinere clubs tonnen schelen, terwijl het verschil tussen de koploper en nummer twee al ruim één miljoen euro bedraagt.
Uitleg over verdeling tv-gelden
Het zal niet als een verrassing komen dat Ajax de ranglijst van de televisiegelden aanvoert. De Amsterdammers ontvangen over het seizoen 2020/2021 ruim 10,4 miljoen euro en volgend seizoen pakt de club zelfs nog ruim 300.000 euro meer. Dat is ruim één miljoen euro meer dan nummer twee PSV.
Maar hoe wordt de ranglijst voor de televisiegelden nou berekend? De Eredivisie CV werkt met een systeem waarin er over de afgelopen tien seizoenen punten worden toegekend aan de teams, aan de hand van de eindstanden in de Eredivisie. De nummer één krijgt achttien punten, de nummer twee zeventien en de nummer drie zestien. Dat houdt in dat de hekkensluiter van één seizoen één punt krijgt, de nummer zeventien twee punten en ga zo maar door.
Deze punten worden vermenigvuldigd met een bepaald getal. De punten van tien seizoenen geleden worden vermenigvuldigd met één, de punten van negen seizoenen geleden met twee en die van acht seizoenen geleden met drie. De meest recente seizoenen leveren in verhouding het meest op: zo wordt het pas afgeronde seizoen 2020/2021 met factor tien vermenigvuldigd, het seizoen daarvoor met negen enzovoorts. Aan de hand van de laatste tien seizoenen, met vorig seizoen meegerekend, is dit de nieuwe ranglijst.
Zoals net al aangegeven is Ajax de koploper, gevolgd door PSV, Feyenoord en AZ. Maar wat betekent dat voor de financiën van de clubs? Elke club krijgt een bepaald percentage van de televisiegelden, gebaseerd op de ranglijst.
Nu er bekend is welke achttien clubs er volgend seizoen in de Eredivisie spelen, is het mogelijk om een nieuwe ranglijst te maken. De resultaten van het seizoen 2010/2011 vallen weg. In de top van de lijst verandert er weinig. De eerste verschuiving zien we op plaats acht. Door de negende plaats van afgelopen seizoen gaat Heracles Almelo aan concurrent sc Heerenveen voorbij. Het levert de Almeloërs een lekker zakcentje op: het verschil tussen een achtste en een negende plaats op de ranglijst van de tv-gelden scheelt ruim zeven ton.
De grote winnaars na het afgelopen seizoen zijn Sparta Rotterdam en Fortuna Sittard, die respectievelijk stegen naar plaats dertien en veertien. Het levert Sparta 414.000 euro meer op ten opzichte van vorig seizoen, Fortuna kan 302.700 euro extra bijschrijven. Hier moet wel bij vermeld worden dat het totale bedrag aan tv-gelden aankomend seizoen hoger ligt dan vorig seizoen. Er wordt aankomend jaar ongeveer 84 miljoen euro verdeeld onder de clubs. Vorig seizoen was dat 81 miljoen. Aangezien de tv-gelden elk jaar wat hoger komen te liggen, zijn de hiervoor weergegeven bedragen bij benadering.
Opvallend is dat er volgend seizoen geen clubs zijn die minder geld gaan ontvangen dan het jaar ervoor: ook Heerenveen gaat erop vooruit, nadat het stuivertje heeft gewisseld met Heracles. Dat komt mede door de degradaties van ADO, VVV en Emmen. ADO zou al minder gaan verdienen aan de tv-gelden over komend seizoen, maar is nu gedegradeerd en verdwijnt voorlopig uit het klassement.
De misschien wat onverwachte promotie voor NEC heeft gevolgen voor RKC Waalwijk. De geel-blauwen stijgen volgend seizoen twee plaatsen, van achttien naar zestien, maar moeten NEC boven zich laten op plaats vijftien. De Nijmegenaren teren nog op de prestaties uit het verleden, iets dat RKC in mindere mate kan doen. Cambuur staat op plek zeventien, Go Ahead Eagles is de 'hekkensluiter'.
(Gijs Groeneveld/VoetbalPrimeur)