Waarom Ajax zo goed presteert in Europa, en waar Ten Hag voor moet oppassen
Door een 3-0 overwinning op Young Boys in de heenwedstrijd, lijkt Ajax verzekerd van een plek in de kwartfinale van de Europa League. Waarom presteert Ajax sinds het aantreden van Erik ten Hag zo overtuigend in Europa, en wat zijn de gevaren voor de Amsterdammers voor de rest van dit toernooi? Een analyse.
Door Evert van Zoelen
Wat de meeste tegenstanders doen in Europa
4-4-2 in zone, dat is de algemene trend in Europa de afgelopen jaren. Met als meest aansprekend voorbeeld natuurlijk het Atlético Madrid van Diego Simeone. In plaats van directe tegenstanders te volgen, verdedigen ploegen bepaalde ruimtes op het veld. Het team beweegt met de bal mee en probeert zo steeds de ruimtes voor de speler in balbezit af te schermen.
Het grote voordeel hiervan is dat het elftal zelf controle houdt over de positionering van de spelers. Het hanteren van mandekking kan ervoor zorgen dat de linksbuiten ineens linksback komt te spelen, wanneer deze achter de back van de tegenpartij aan moet. Door alle spelers hun eigen zone te laten afdekken, blijft de formatie meer intact en staat de ploeg vaak beter wanneer het de bal weer verovert.
In de Eredivisie, waar mandekking de norm is, zien we deze speelwijze langzaam maar zeker ook steeds meer opkomen. Denk aan het PSV onder Roger Schmidt, maar ook Thomas Letsch hanteert deze speelwijze bij Vitesse. Net als Pascal Jansen bij AZ.
Wat Ajax hier tegenover zet
Alfred Schreuder, oud-assistent trainer van Ajax, zei ooit in een interview met Ajax Showtime: "Je moet de spelers op posities neerzetten waar ze het beste tot hun recht komen. Als wij met Dusan Tadic en Hakim Ziyech continu aan de buitenkant blijven spelen, zijn ze niet gevaarlijk. Ze worden pas gevaarlijk als ze aan de binnenkant spelen. Ze zijn anders dan de vroegere buitenspelers, maar je moet je altijd aanpassen aan de krachten van je eigen spelers."
Sinds het aantreden van Ten Hag is dit wellicht de belangrijkste wijziging geweest. Er werd afgestapt van de 4-3-3 met de punt naar achter en er werd voor een 'moderne' veldbezetting gekozen. Schreuder daarover: "Ik zei op een gegeven moment dat wij in balbezit 3-1-5-1 spelen. Daarbij schuiven beide backs door en zakt [een middenvelder] terug. Dat is geen systeem maar een veldbezetting."
Het eerste jaar dat Ajax dit systeem hanteerde leidde meteen tot een plaats in de halve finale van de Champions League.
Ajax zet beide backs hoger neer en laat één van de middenvelders terugzakken. Vaak is dit de linksmid, die naast de verdediging komt te spelen. In het verleden werd op die positie met Frenkie de Jong als voetballende middenvelder gespeeld. Tegenwoordig vult Ryan Gravenberch die rol in. Dit is ook de reden dat Ajax op die linksmidpositie altijd een speler wil hebben die sterk aan de bal is.
Op Europees niveau betekent dit vaak dat Ajax een vier-tegen-twee-situatie creëert tegen de twee spitsen van de tegenpartij.
Ajax maakt een vier-tegen-twee achterin. Bron: RTL7
Wanneer Ajax dit overtal uitspeelt, kan één van de spelers het middenveld indribbelen. Het is hierbij belangrijk dat de opbouwers van Ajax niet helemaal tegen de zijlijn aan gaan staan. Als ze dat doen, kan de tegenstander ze gemakkelijk vastzetten. Doordat de spelers van Ajax meer richting het centrum positie kiezen, houden ze meer opties aan de bal en creëren ze meer diagonale passlijnen met de spelers hoger op het veld.
Gravenberch blijft in het centrum van het veld. Dit zorgt ervoor dat hij meer opties heeft aan de bal en de tegenstander hem niet zomaar vast kan zetten. Bron: RTL7
Positionele superioriteit
De spelers hoger op het veld kiezen positie tussen de linies. Eén speler aan elke kant zorgt dat het veld breed blijft. Bij Ajax wisselen de backs en buitenspelers dit af. De ene keer is het de back die het veld breed houdt en de buitenspeler die aan de binnenkant gaat spelen. De andere keer blijft de buitenspeler breed staan en komt de back aan de binnenkant op.
De manier van positie kiezen tussen de linies is erg belangrijk tegen een 4-4-2 in zone. Door precies tussen de tegenstanders in te gaan staan, dwing je de opponent tot het maken van keuzes. Dat is duidelijk zichtbaar in onderstaande afbeelding. Davy Klaassen en Tadic staan precies tussen meerdere tegenstander opgesteld. Wanneer één van de verdedigers vooruit stapt om ze af te dekken, ontstaat er ruimte achter de verdediging van Young Boys. Zakt één van de middenvelders iets terug, dan ontstaat er weer meer ruimte voor de middenvelders van Ajax. In trainersjargon wordt dit een positionele superioriteit genoemd.
Klaassen en Tadic staan precies tussen verschillende tegenstanders in. Bron: RTL7
Wat Ajax óók vaak doet is één-tegen-één-situaties creëren tegen de centrale verdedigers van de tegenpartij, door de aanvallende middenvelder naast de spits te zetten. Omdat de tegenstander zones aanhoudt, zal er geen extra speler meezakken om het overtal achterin te bewaken.
Spelers als Klaassen, maar in het verleden zeker ook Donny van de Beek, zijn goed in het uitspelen van dit soort mogelijkheden. Door op het juiste moment weg te lopen, trekken zij geregeld een verdediger met zich mee, wat ruimte creëert voor andere spelers. Ook kan Ajax door het hoge technische niveau vaak kort combineren wanneer een speler tussen de linies wordt ingespeeld. Dit zorgt ervoor dat de Amsterdammers gebruik kunnen maken van het gebrek aan rugdekking bij de tegenstander.
Dit is een van de redenen waarom spelers als Zakaria Labyad en de inmiddels vertrokken Quincy Promes minder renderen als aanvallende middenvelder dan spelers als Klaassen of Van de Beek. Labyad en Promes hebben minder gevoel voor het slim positie kiezen en het wegtrekken van verdedigers en zijn spelers die vooral renderen met de bal aan de voet of als ze vanaf de zijkant komen.
Moment voorafgaand aan de 1-0 tegen Young Boys: Klaassen gaat hoger staan waardoor Young Boys achterin één-tegen-één komt te staan. Bron: RTL7
Zwakke plekken
Doordat Ajax met zoveel spelers voor de bal staat, blijft de belangrijkste zwakke plek de omschakeling wanneer de Amsterdammers de bal kwijtraken. Ajax schakelt snel om en probeert meteen druk te zetten na balverlies. Vaak gaat dat goed, maar op momenten dat de tegenstander onder die eerste druk uit weet te spelen, liggen er grote ruimtes achterin.
Daarnaast komt Ajax in de problemen wanneer de spelers in de opbouw de ploeggenoten tussen de linies niet weten te bereiken. Dit was tijdens de eerste helft tegen Young Boys het geval. Wanneer dit gebeurt valt Ajax in twee blokken uit elkaar: de opbouwers en de aanvallers. Het onderstreept het belang van Daley Blind achterin bij de Amsterdammers. Met zijn passing is hij geregeld de speler die van achteruit voor de tempoversnelling zorgt en spelers tussen de linies weet te vinden.
Met de recente seizoenen (met wisselend Europees succes) in het achterhoofd zal Ajax vooral willen oppassen dat het niet opnieuw tegen een Getafe-scenario aanloopt. Maar met de huidige tussenstanden lijkt het erop dat alle vechtploegen al zijn uitgeschakeld dit Europa League-seizoen, en dat Ajax de Ten Hag-formulie kan blijven uitvoeren.
Evert van Zoelen is analist voor het YouTube-kanaal TheNextManager, heeft voor tactiekwebsites- en bladen als Spielverlagerung, TrainersMagazine en Futbol Netradince geschreven en kijkt voor VoetbalPrimeur naar belangrijke wedstrijden.