Ten Hag versus Schmidt: geen tegenpolen, maar opvallende gelijkenissen
Op het eerste gezicht lijken Roger Schmidt en Erik ten Hag twee heel verschillende trainers. Schmidt staat bekend om zijn pressingvoetbal, terwijl Ten Hag zich heeft laten inspireren door Pep Guardiola en een voorstander is van combinatievoetbal. Maar als we de achterliggende principes bekijken, ontlopen de trainers van PSV en Ajax elkaar opvallend weinig.
Door Evert van Zoelen
Verdedigend
Schmidt en Ten Hag zijn voorstanders van hoog drukzetten. De Duitse trainer van PSV wil vanuit zijn filosofie de tegenstander zoveel mogelijk afjagen. Dit zorgt voor chaotische situaties, waarvan zijn team kan profiteren. De trainer van Ajax wil dat zijn team zoveel mogelijk de bal heeft. Hoog drukzetten zorgt ervoor dat de tegenstander zo min mogelijk tijd aan de bal krijgt, zodat Ajax in staat is om de bal weer zo snel mogelijk terug te veroveren.
Beide trainers prefereren zonedekking boven mandekking. Schmidt laat PSV vanuit een 4-4-2 in zoneverdediging spelen. Ten Hag koos vooral bij FC Utrecht duidelijk voor het verdedigen van zones. Sinds zijn tijd bij Ajax is hij meer overgeschakeld naar man-oriëntaties, maar er zijn nog steeds duidelijke zonale elementen te zien.
Daarnaast probeert zowel Schmidt als Ten Hag het centrum af te dekken en de bal naar de zijkant te dwingen. Hierbij is wel een verschil in visie merkbaar: Schmidt zet druk vanuit een 4-4-2 formatie en probeert met de voorste vier spelers vooral de passlijnen door het centrum dicht te houden.
Schmidt probeert met PSV vooral de passlijnen door het centrum af te dekken. Bron: ESPN.
Ten Hag maakt bij Ajax koppeltjes in het centrum van het veld, waardoor alle passopties daar afgedekt zijn. Eén van de backs wordt vrijgelaten en wanneer deze wordt ingespeeld, stapt de back van Ajax meteen door om hem onder druk te zetten.
Ajax verdedigt met koppeltjes op het middenveld. Bron: SBS.
De manier van drukzetten van Schmidt vraagt meer van de voorste spelers. Die moeten namelijk precies weten wanneer ze wel en niet druk kunnen zetten én moeten oog hebben voor de passlijnen achter hen. Ten Hag neemt met zijn manier van drukzetten meer risico: omdat hij wil dat zijn spelers van achteruit doorstappen, ontstaan er meer 1-tegen-1-scenario's achterin. Bij Schmidt gebeurt dit minder snel, omdat de voorste spelers de passlijnen meer dichthouden.
Deze verschillen in het drukzetten zijn weer terug te leiden naar de filosofieën van beide trainers. Schmidt heeft als doel om de bal te veroveren op de helft van de tegenstander. Als de tegenstander achterin enkele keren kan rondspelen is dat geen ramp, zolang ze maar geen progressie door de linies heen maken. Ten Hag wil de bal zo snel mogelijk heroveren. Vandaar dat hij agressiever druk naar voren zet om op die manier de tegenstander sneller onder druk te kunnen zetten.
Omschakeling
Het meteen omschakelen na balverlies is een ander element waar beide trainers zich in specialiseren. We zien dit seizoen zowel Ajax als PSV meteen omschakelen bij balverlies. Ook hier hanteren de trainers hetzelfde principe, maar is het idee erachter verschillend.
Schmidt ziet, net als bij het drukzetten, het chaotische moment dat ontstaat tijdens een omschakelmoment als de ideale kans om zelf een aanval te kunnen creëren. Hij steekt daarom veel tijd in het beheersen van die omschakelmomenten; het is de sleutel in zijn speelwijze.
PSV zet meteen druk na balverlies en onderschept de bal. Doordat ADO nog niet in positie is, weten de Eindhovenaren meteen een kans te creëren. Bron: ESPN.
Ten Hag zit meer in de hoek van Guardiola en Peter Bosz. Hij wil dat zijn ploeg de bal heeft en beschouwt de eerste paar seconden na balverlies als het ideale moment om de bal weer te heroveren. Waar bij Schmidt dus de focus ligt op het benutten van het omschakelmoment om zelf een kans te creëren, ligt de focus van Ten Hag vooral op het heroveren van de bal om daarna zelf weer een aanval op te zetten.
Om die omschakeling na balverlies zo succesvol mogelijk te laten verlopen, is het belangrijk dat de veldbezetting tijdens het balbezit goed gestructureerd is. Bij zowel Schmidt als Ten Hag zie je vaak dat veel spelers aan één kant van het veld staan. Aan de ene kant creëert dit een overtal tijdens het balbezit, aan de andere kant zijn de afstanden op dat soort momenten klein, mocht de bal verloren worden.
Ajax met veel spelers aan één kant van het veld. Bron: ESPN.
Aanvallend
Tot slot zijn er ook in balbezit vergelijkbare principes zichtbaar bij beide trainers. Zowel Ten Hag als Schmidt wil van achteruit opbouwen en vooral het centrum bezetten. Bij Schmidt komt dit het duidelijkst naar voren dit seizoen. De buitenste middenvelders bewegen helemaal naar het centrum toe en alleen de backs blijven aan de zijkant van het veld staan.
PSV bezet vooral het centrum. Bron: ESPN.
Ten Hag doet dit ook, maar op een minder extreme manier. Hij laat Ajax vanuit een 3-1-5-1-achtige formatie spelen. Ook hier zijn het maar twee spelers die de volledige breedte van het veld gebruiken.
Ook bij Ajax zijn het alleen de backs die het veld breed houden. Bron: SBS.
Het verschil zit hem echter weer in de uitvoering. Waar Ten Hag vooral een overtal achterin wil creëren en dat overtal naar voren wil verplaatsen, is Schmidt directer. Die directheid, het spelen van een lange bal, kan tot chaotische situaties leiden. Zoals eerder besproken ziet Schmidt dat niet als een probleem, terwijl Ten Hag die momenten het liefst wil vermijden.
Schmidt en Ten Hag hanteren dus veelal dezelfde basisprincipes binnen hun speelwijze. Het zijn vooral de keuzes hoe die principes tot uiting moeten komen waarin beide heren aanzienlijk verschillen.