Zorgen voor Oranje: de drie grootste pijnpunten voor De Boer richting het EK

19 november 2020 om 10:00
Laatste update: 19 november 2020 om 10:00

Door twee succesvolle standaardsituaties liep Oranje weg met de zege tegen Polen, maar de Nations League-wedstrijd gaf genoeg reden tot zorgen voor bondscoach Frank de Boer. VoetbalPrimeur zet drie elementen in het spel van Nederland op een rij die hoe dan ook beter moeten om enige rol van betekenis te kunnen spelen op het EK van komende zomer.

Door Evert van Zoelen

1: Omschakeling na balverlies
De Boer kiest tegen Polen voor een aanvallende opstelling. Met Patrick van Aanholt en Hans Hateboer worden twee avontuurlijke backs opgesteld. Zij hebben beiden de vrijheid gekregen om mee naar voren te trekken en de breedte van het veld te bewaken. Dit geeft buitenspelers Donyell Malen en Calvin Stengs de vrijheid om naar binnen toe te bewegen en van positie te wisselen met Memphis Depay.

Aan de ene kant zorgt dit voor een frivool aanvalsspel: er staan immers veel spelers voorin die allemaal voor de goal kunnen komen en er zijn veel positiewisselingen zichtbaar. Er zit echter ook een belangrijke keerzijde aan: hoe meer spelers er tijdens de aanval voor de bal staan, hoe minder spelers je hebt om na balverlies de counter te stoppen, de zogenaamde restverdediging.

Om deze restverdediging goed te organiseren zijn minstens vier spelers nodig. Twee hiervan zijn meestal de twee centrale verdedigers. De andere twee kunnen opgemaakt worden door ofwel backs, ofwel middenvelders. Aangezien Nederland ervoor kiest om met beide backs hoog te gaan staan, is het dus noodzakelijk dat er twee middenvelders achterblijven. In principe zijn dit Frenkie de Jong en Davy Klaassen.

Het eerste probleem dat Nederland heeft bij de omschakeling na balverlies is dat deze organisatie vaak weg is. Zowel Klaassen als De Jong schuift graag mee naar voren en zijn geregeld in de 16-meter van Polen te vinden. In principe is dat ook geen probleem, zolang hun plek achterin maar weer wordt overgenomen door een andere speler. Deze onderlinge communicatie ontbreekt vaak echter.

Klaassen is ingeschoven en glijdt weg, waarna er nog maar twee spelers achter de bal staan. Bron: NOS

Het tweede onderdeel dat misgaat bij Nederland in de omschakeling is het meteen druk op de bal krijgen. Wanneer je als elftal direct druk wilt zetten na balverlies is het noodzakelijk dat je al tijdens het moment van balbezit je spelers op zo'n manier structureert dat wanneer je de bal kwijtraakt, je meteen druk kunt zetten.

Pep Guardiola hanteerde bijvoorbeeld bij Bayern München de vijftien-passes regel: wanneer zijn team de bal in bezit heeft moeten er eerst vijftien passes gespeeld worden voordat het team kan gaan aanvallen. Wanneer het team gaat aanvallen voordat die vijftien passes gespeeld zijn, dan staat het team vaak niet goed op het moment dat ze de bal kwijtraken.

Bij Oranje zie je dit probleem veelvuldig terugkomen. Op het moment dat de bal verloren wordt is er niemand die meteen druk kan zetten op de tegenstander met de bal. Of er is een speler die meteen drukzet, maar deze speler doet dit niet goed (genoeg) waardoor de tegenstander vrij gemakkelijk onder de eerste druk uit kan spelen. Hierdoor is Oranje ook erg vatbaar voor counters, wat het probleem van de niet georganiseerde restverdediging alleen maar groter maakt.

Nederland verliest de bal, maar er is niemand die meteen druk op de bal kan geven om de counter te stoppen. Bron: NOS

Polen zorgde via de counters al voor het nodige gevaar. Sterkere landen als Frankrijk en België zullen al helemaal gebruik maken van deze ruimtes en minder twijfelachtig zijn voor de goal.

2: De opbouw op eigen helft
Het aanvallen op de helft van de tegenstander zag er deze wedstrijd best aardig uit. De opbouw op de eigen helft was echter, zeker in de beginfase, erg stroperig. Dit heeft vooral te maken met de veldbezetting die De Boer kiest.

Waar voorganger Ronald Koeman er steevast voor koos om beide backs hoog weg te zetten en Frenkie de Jong uit te laten zakken naast de centrale verdedigers, kiest Frank de Boer ervoor om de backs laag te houden en De Jong in het middenveld te zetten.

Waar De Jong onder Koeman steevast zou uitzakken in dit soort situaties blijft hij nu in het middenveld staan. Bron: NOS

Het argument dat De Boer zal hanteren is dat het De Jong hierdoor hoger op het veld ingespeeld kan worden, waardoor hij gevaarlijker kan zijn, en dat de backs voor defensieve zekerheid kunnen zorgen als de bal in de opbouw verloren wordt.

Echter leidt dit ook tot een stroperige opbouw op de eigen helft. De beste opbouwer, Frenkie de Jong, komt hierdoor niet meer aan de bal en. Zoals Johan Cruijff ook altijd al beaamde, wil je je backs liever niet inspelen op die plaats van het veld.

De backs zijn immers ingesloten door de zijlijn en hebben daardoor veel minder passopties dan de spelers in het centrum. Daarnaast leidt een pass naar de back vaak een drukmoment van de tegenstander in.

De backs worden ingespeeld op eigen helft, maar hebben in die posities erg weinig passopties. Bron: NOS

Daarnaast kan nog gesteld worden dat De Jong door de meeste tegenstanders een mandekker met zich meekrijgt, waardoor hij nog steeds afgedekt zou worden ook al zakt hij uit. Echter zou dit wel betekenen dat één van de middenvelders van Polen uit positie getrokken wordt, wat weer ruimte opent voor andere spelers van Nederland.

Deze positiewisseling aan de zijkant is daarnaast wel te zien op de helft van de tegenstander, met De Jong die uitzakt, Van Aanholt die hoger gaat staan en Malen die naar binnen toe komt. Wat meerdere keren tot gevaar leidde.

Op de helft van Polen roteert Nederland wel aan de zijkant. Bron: NOS

Tegen de Polen kwam Nederland, op de openingsfase na, vaak nog wel door deze fase van de opbouw heen. Maar wanneer er betere tegenstanders tegenover staan kan dit zomaar leiden tot een betekenisloze opbouw en gevaarlijk balverlies.

3: De verdedigende organisatie (op links)
Verdedigend kiest De Boer steevast voor pure mandekking op het middenveld. Er worden koppeltjes gemaakt en zelfs als één van de tegenstanders naar het toilet zou gaan, dan loopt de middenvelder van Oranje gewoon mee.

Voorin wordt ervoor gekozen om met één van de buitenspelers naar binnen toe druk te zetten. In de wedstrijd tegen Polen was het Malen die vanaf links naar de centrale verdediger toe ging. Achter hem moest de back dan worden opgevangen door Van Aanholt, terwijl Blind de buitenspeler overnam.

De mandekking op het middenveld leidde tegen Spanje al tot de tegengoal en de wedstrijd tegen Polen liet zien dat ook het doordekken aan de zijkant niet ideaal is wanneer er gespeeld wordt zonder Van Dijk.

De momenten dat Blind in de één-tegen-één kwam zagen er erg hachelijk uit en de Ajacied werd meermaals op snelheid geklopt.

Blind en Van Aanholt stappen door. Bron: NOS

Blind wordt geklopt in de één-tegen-één. Bron: NOS

Nu moet wel gesteld worden dat Nederland met de blessure van Van Dijk en De Ligt en de matig spelende backs niet op oorlogssterkte was. Toch is het niet-doordekken van achteruit als gevolg van de strakke mandekking op het middenveld die weer tot problemen leidt. Wat door sterkere tegenstanders uitgebuit zal worden, zoals Spanje van de week al liet zien.

Evert van Zoelen is analist voor het YouTube-kanaal TheNextManager, heeft voor tactiekwebsites- en bladen als Spielverlagerung, TrainersMagazine en Futbol Netradince geschreven en kijkt voor VoetbalPrimeur naar belangrijke wedstrijden.