Real Madrid mag zich voor het eerst sinds 2017 de beste van Spanje noemen

16 juli 2020 om 22:58
Laatste update: 16 juli 2020 om 23:01

Real Madrid heeft zich voor het eerst sinds 2017 tot kampioen van Spanje gekroond. De ploeg van coach Zinedine Zidane won donderdag met 2-1 van Villarreal. Dat FC Barcelona met 1-2 verloor van Osasuna deed er daardoor al niet meer toe.

Real Madrid - Villarreal
Real Madrid had absoluut geen last van titelzenuwen. De Koninklijke nam direct het initiatief tegen een veredeld B-elftal van Villarreal, dat daarmee een nederlaag al leek in te calculeren. De thuisploeg had niets te duchten van de bezoekers en kreeg al snel een aantal goede kansen. Vooral Karim Benzema was op dreef en de Fransman brak na een klein halfuur de ban: hij schoot van dichtbij raak op aangeven van Luka Modric. Het was al zijn twintigste goal van het seizoen in La Liga.

Real Madrid beleefde een zorgeloze kampioenswedstrijd. Omdat FC Barcelona op achterstand kwam tegen Osasuna, kon de champagne worden koud gezet. Ook in de tweede helft hadden de Madrilenen de overhand. Slechts heel even sloeg de schrik nog toe, toen Thibaut Courtois de knie van Xavi Quintilla keihard tegen het gezicht kreeg. De Belgische sluitpost kon echter verder. 

Na 77 minuten verdubbelde Real de score. Sergio Ramos mocht aanleggen voor een strafschop. De captain en Benzema namen de strafschop verrassend in tweeën - à la Cruijff - maar de Fransman liep te vroeg in, waardoor het feestje niet doorging. In de herkansing deed Benzema het zelf. Hij tekende daarmee voor zijn 21ste treffer, slechts twee minder dan La Liga-topscorer Lionel Messi. 

Villarreal kwam in de slotfase toch nog terug tot 2-1 dankzij een knappe goal van Vincente Iborra, maar Real hield mede dankzij een prachtige redding van Courtois stand. Een treffer van Marco Asensio werd nog afgekeurd vanwege hands van Benzema, maar het mocht de pret niet drukken. De 34ste landstitel uit de clubgeschiedenis is een feit.

FC Barcelona - Osasuna
Waar Real Madrid feest viert, zal het chagrijn bij FC Barcelona toenemen. De Catalanen gingen thuis met 1-2 onderuit tegen Osasuna. De bezoekers namen na een kwartier brutaal de leiding. Pervis Estupiñán kreeg van Nélson Semedo alle tijd om voor te geven en José Arnáiz werkte binnen. Frenkie de Jong, Sergio Busquets, Jordi Alba en Luis Suárez zagen vanaf de bank dat Barça ook daarna nauwelijks enig initiatief aan de dag legde. 

Barça was opnieuw aangewezen op Lionel Messi, die uit een vrije trap de lat raakte. Een kwartier na rust was het wel raak voor de Argentijnse ster. Ditmaal krulde hij de bal via de binnenkant van de paal binnen: 1-1. Met invallers Suárez, Arturo Vidal, Busquets, De Jong en Alba leek de thuisploeg alsnog voor de zege te gaan, maar niets was minder waar. 

Voor Barcelona volgde een rampzalige slotfase, hoewel Osasuna inmiddels met tien man stond vanwege een smerige overtreding van Enric Gallego. Met een man minder sloegen de Basken zelfs nog genadeloos toe via Roberto Torres: 1-2. Het zal de stemming er niet beter op maken bij de uittredend kampioen.