Babel opvallend kritisch op 'Grote Vier': 'Misschien daardoor geen wereldkampioen'
De neuzen staan weer dezelfde kant op bij het Nederlands elftal. Dat stelt Ryan Babel, die ook andere tijden heeft meegemaakt. De huidige selectie is volgens de routinier (32) zelfs hechter dan die in 2010, toen Oranje de WK-finale haalde.
Het Nederlands elftal speelde negen jaar geleden met meer grote namen. "Je had toen de strijd tussen de Grote Vier (Wesley Sneijder, Arjen Robben, Robin van Persie en Rafael van der Vaart, red.), die naar mijn beleving allemaal de nummer één wilden zijn", zegt hij tegen De Telegraaf. "Misschien was dat net het kleine stukje, die vijf procent, die ons in Zuid-Afrika geen wereldkampioen maakte."
Babel wijt dat aan een bepaalde bewijsdrang. "Ik kan me het moment herinneren dat Arjen in de finale tegen Spanje alleen op Iker Casillas afging. Hij werd een soort van onderuitgehaald. En Arjen kennende, was hij normaal gesproken gewoon gaan liggen. In dat geval had Spanje rood gekregen en hadden wij tegen tien man misschien wel gewonnen. Maar hij wilde per se scoren. Ik denk hardop, hè. Maar het leek alsof hij niet aan het teambelang dacht en gewoon wilde scoren."
Het huidige Oranje is meer een team, aldus Babel. "Ik heb het gevoel dat we nu geen ego's hebben. We gunnen elkaar allemaal de doelpunten, de acties of de pass. Het is een geheel. En niemand steekt er echt met kop en schouders bovenuit. Vroeger lag de focus alleen op de Grote Vier en niet op de rest van het elftal. Dat was niet vervelend of zo, hoor. Het was zoals het was."