WK-eindrapport Oranje: twee onvoldoendes, Groenen de absolute uitblinker
De Oranjevrouwen reisden als Europees kampioen af naar het WK in Frankrijk en reikten uiteindelijk tot de finale. Daarin bleek Amerika een maatje te groot. Zeven keer deelde VoetbalPrimeur cijfers uit aan de speelsters. Dit is ons eindrapport.
Oranje begon op 11 juni aan het WK met een wedstrijd tegen Nieuw-Zeeland. Dat duel werd op de valreep gewonnen dankzij een treffer van invalster Jill Roord. Nadat ook Kameroen was verslagen streed Nederland met Canada om de groepszege. Middels een 2-1 overwinning plaatste de formatie van Sarina Wiegman zich als groepswinnaar voor de achtste finale.
In die eerste knockout-ronde had het zomaar gedaan kunnen zijn. Tegen een sterker Japan zwijnde Oranje met een makkelijk gegeven strafschop, die werd benut door Lieke Martens. Na een uitstekende tweede helft tegen ItalIë, wachtte Zweden in de halve finale. In die wedstrijd bleek Oranje over de langste adem te beschikken: in de verlenging werd een plekje in de finale in de wacht gesleept. In die finale bleek VS uiteindelijk een maat te groot.
Wie waren dit toernooi cijfermatig gezien de uitblinkers bij Oranje? In totaal werden vijftien spelers gedurende het toernooi door ons beoordeeld. Zie hieronder de eindrapporten.
Sari van Veenendaal | 7 keer beoordeeld | gemiddeld cijfer: 7.0
Van Veenendaal was de absolute uitblinker in de finale tegen de VS, toen ze een 8,5 als cijfer kreeg. Helaas kon de doelvrouw niet voorkomen dat de Amerikanen toch twee keer tot scoren kwamen. Ook tegen Nieuw-Zeeland (8), Japan (7,5) en Zweden (8) bewees Van Veenendaal een uitstekende sluitpost te zijn.
Desiree van Lunteren | 7 keer beoordeeld | gemiddeld cijfer: 6.3
Van Lunteren speelde haar beste wedstrijd aan het begin en het eind van het toernooi. Tegen Nieuw-Zeeland, Zweden en de VS scoorde ze een keurige 7. Haar optreden tegen Canada (4.5) kon de rapporteur van VP wat minder bekoren.
Stefanie van der Gragt | 5 keer beoordeeld | gemiddeld cijfer: 6.4
Speelde niet alles door een blessure, maar vanaf de achtste finale was ze er weer bij. Vooral in de halve finale tegen Zweden was Van der Gragt verdedigend belangrijk voor Oranje. Hoe zuur was het dan ook voor haar dat ze de nederlaag in de finale inleidde door een penalty te veroorzaken.
Dominique Bloodworth | 7 keer beoordeeld | gemiddeld cijfer: 6.1
Bloodworth begon heel matig aan het toernooi, maar haar beoordeling steeg elke wedstrijd een beetje verder. De wedstrijd tegen Japan (7) was haar beste van het toernooi.
Anouk Dekker | 3 keer beoordeeld | gemiddeld cijfer: 6.2
Geen al te opvallend toernooi van Dekker, die zag dat Van der Gragt en Bloodworth de voorkeur kregen in het centrum van de defensie. In de finale mocht Dekker wel weer op komen draven en speelde ze een heel degelijke pot.
Kika van Es | 2 keer beoordeeld | gemiddeld cijfer: 5.3
Van Es raakte in de uitzwaaiwedstrijd voor het toernooi geblesseerd aan haar hand, maar was op tijd fit om aan het toernooi te kunnen starten. Tegen Nieuw-Zeeland (5) en Kameroen (5.5) kwam de linksback echter onzeker over en haalde ze niet haar gebruikelijke niveau. Vanaf de wedstrijd tegen Canada was Van Es uit beeld. Eerst kreeg Van Dongen de voorkeur, in de finale speelde Bloodworth op de positie van linksback.
Merel van Dongen | 5 keer beoordeeld | gemiddeld cijfer: 5.8
Van Dongen viel uitstekend in tegen Nieuw-Zeeland (7 als cijfer) en kreeg in de achtste finale tegen Japan een basisplaats toebedeeld. Vanaf dat moment werd het echter minder. Na matige optredens tegen Italië en Zweden (allebei een 5) besloot bondscoach Wiegman achterin te schuiven en Bloodworth als linksback op te stellen.
Sherida Spitse | 7 keer beoordeeld | gemiddeld cijfer: 6.2
Kreeg in het begin van het toernooi veel kritiek, vooral in de wedstrijd tegen Kameroen maakte Spitse een slechte beurt. Daarna krabbelde ze echter op en in de knockout-fase scoorde ze elke keer minimaal een zes. Was in ieder geval belangrijk bij standaardsituaties. Met haar fijne trap stond ze een aantal keer aan de basis van een goal.
Jackie Groenen | 7 keer beoordeeld | gemiddeld cijfer: 7.3
De grote uitblinker aan de kant van Oranje dit toernooi. Groenen schoot Oranje eigenhandig naar de finale, waarin ze helaas haar minst opvallende optreden van het toernooi had. Buiten de openingswedstrijd en de finale om, was het echter een genot om naar Groenen te kijken. Dat ze haar goede techniek en uitstekende inzicht ook nog eens aanvult met een tomeloze inzet, maakt haar de beste Oranje-speelster van het toernooi.
Daniëlle van de Donk | 7 keer beoordeeld | gemiddeld cijfer: 6.1
Van de Donk slaagde er in de meeste wedstrijden niet in haar stempel op de wedstrijd te drukken. Ze compenseerde dat wel met een portie werklust waar je u tegen zegt. In de laatste fase van het toernooi werd Van de Donk ook aan de bal wat sterker, maar al met al had ze zich vaker moeten onderscheiden om tot een hogere beoordeling te komen.
Shanice van de Sanden | 6 keer beoordeeld | gemiddeld cijfer: 5.1
Het was duidelijk niet het toernooi van Shanice van de Sanden. Vanaf de eerste minuut worstelde de buitenspeelster met haar vorm en het was wachten op het moment dat ze geslachtofferd zou worden. Nadat onze rapporteur haar onvoldoendes had gegeven voor haar optredens tegen Japan en Italië (allebei een 4), gebeurde dat ook. In de halve finale tegen Zweden en de finale tegen de VS kreeg Lineth Beerensteyn de voorkeur.
Vivianne Miedema | 7 keer beoordeeld | gemiddeld cijfer: 6.8
De klasse druipt er vanaf bij Vivianne Miedema, die zich tijdens het WK ook nog eens kroonde tot Oranje-topscorer aller tijden via haar twee goals tegen Kameroen. De spits is technisch goed én heeft een neusje voor de goal. De spits haalde haar niveau niet tegen Japan, maar scoorde de rest van het toernooi vooral zevens en één keer (tegen Kameroen) een 8.
Lieke Martens | 7 keer beoordeeld | gemiddeld cijfer: 6.1
De teen van Lieke Martens stond een glansrol zoals twee jaar geleden op het EK in eigen land in de weg. Martens toonde bij vlagen haar klasse, maar het was te weinig om tot echt hoge beoordelingen te komen. Tegen Nieuw-Zeeland kreeg Martens nog een 7.5, maar haar beoordeling daalde snel. Tegen Canada en Zweden scoorde Martens met een 5 zelfs een onvoldoende.
Jill Roord | 3 keer beoordeeld | gemiddeld cijfer: 7.0
We hadden graag meer van Jill Roord willen zien dit toernooi. Haar eerste invalbeurt tegen Nieuw-Zeeland luisterde ze op met de winnende treffer en ook haar invalbeurt in de halve finale tegen Zweden was uitstekend (7.5). Roord solliciteerde meermaals naar een basisplek, maar die kwam er niet. Wellicht volgend toernooi?
Lineth Beerensteyn | 5 keer beoordeeld | gemiddeld cijfer: 6.4
Bracht in haar invalbeurten beduidend meer gif dan Van de Sanden en lijkt bovendien technisch wat begaafder. Tegen Zweden kreeg ze eindelijk een basisplek, maar juist in die wedstrijd haalde ze niet haar niveau, met een magere voldoende (5.5) van de VP-rapporteur tot gevolg. Al met al was Beerensteyn als invaller belangrijker voor Oranje dan als basisspeler.
Wie vond jij de absolute uitblinker van Oranje? En waarom? Deel het in de comments!