Hoe tegen Duitsland pijnlijk duidelijk werd dat Oranje faalt in zonedekking

25 maart 2019 om 10:45

In de Johan Cruijff Arena was het zondagavond een wedstrijd met twee gezichten in de EK-kwalificatiewedstrijd tussen Nederland en Duitsland. In de eerste helft had Die Mannschaft verreweg het beste van het spel, in de tweede helft was het omgekeerde het geval. Vooral in defensief opzicht was er voor Oranje een groot contrast tussen beide wedstrijddelen zichtbaar. In deze analyse kijken we wat er, vooral in de eerste helft, misging in de defensie van Oranje.

Door Ruud Bijnen

Zonedekking is iets wat we in Nederland nauwelijks op niveau weten toe te passen. Het was in deze wedstrijd schrijnend duidelijk dat dit tot op het hoogste niveau niet (goed) wordt toegepast. Vanuit de achterste linie werd er door alle spelers van Oranje ver doorgedekt op uitzakkende spitsen of middenvelders in de lengte van het veld. Daardoor vielen er direct gaten in de defensieve lijn van het Nederlands elftal. Dat op zichzelf hoefde geen probleem te zijn, zolang er geen voorwaartse passing voor de tegenstander mogelijk was als deze ruimtes ontstonden. Maar ook daar ging het mis.

Zonedekking houdt in dat spelers in hun eigen zone spelers opvangen. Als er spelers van de tegenstander uitzakken, dan moeten deze niet gevolgd worden maar overgedragen aan een speler in een linie voorwaarts. Daarnaast worden in zonedekking, juist om doordekken overbodig te maken, passlijnen dichtgezet. Dat gebeurt door een speler tussen de bal en een mogelijke ontvangende tegenstander te coachen. Dat is niet meer of minder dan tegen een speler roepen "naar links Marten (de Roon)", bijvoorbeeld.

Lees ookBuitenlandse pers na verlies Oranje: 'Een marteling voor De Ligt en Van Dijk'

In de eerste helft zakte Frenkie de Jong in de laatste linie als Duitsland de bal had. Daardoor stond er op papier een achterhoede van vijf spelers. Misschien dacht dat vijftal daardoor dat doordekken wel zou kunnen, omdat er toch vier spelers over zouden blijven. Maar Denzel Dumfries stond in vele gevallen al ver voor zijn verdediging. Daardoor werd Matthijs de Ligt al naar buiten gedwongen om de ruimte achter Dumfries te dekken. Bovendien heeft verdedigen met vijf spelers pas echt effect als je deze opstelt over dezelfde breedte als vier verdedigers. En dat was duidelijk niet het geval.


Het begint met het doorstappen van Virgil van Dijk op Serge Gnabry. In plaats van dat te doen, moet de captain Marten de Roon voor zich coachen om naar links te stappen zodat de passlijn naar Gnabry wordt afgesloten. Als Van Dijk voorwaarts uitstapt uit de achterste linie, dan moeten de spelers naast hem allemaal direct naar binnen knijpen. Alleen De Jong doet dat hier. De Ligt en Daley Blind blijven staan. Blind staat sowieso veel te ver naar buiten als de bal aan de andere kant van de as is. Belangrijk is ook dat er géén druk op de bal is. De pass in de diepte kan dus gegeven worden. Gevaarlijk wordt het als de bal tussen De Ligt en De Jong gestoken wordt of aan de buitenkant van De Ligt.

Een ander onderdeel van goed verdedigen is het herkennen van gevaarlijke situaties en daarop anticiperen. Ligt de bal vrij bij Duitsland om diep gegeven te worden, dan moeten verdedigers de beweging van een tegenstander in de diepte kunnen opvangen. In zonedekking doe je dat met twee spelers aan beide kanten van een tegenstander. Belangrijk is daarbij dat je zijwaarts gedraaid staat, zodat je direct snelheid kunt maken. Een andere manier om diepteballen onschadelijk te maken is het buitenspel zetten, maar dat is doorgaans lastiger en risicovoller.


Dit is de situatie net voor de 0-2. De bal ligt vrij om gepasst te worden vanuit de Duitse verdediger Antonio Rüdiger. De achterste linie van Oranje staat hoog opgesloten; slechts zes meter van de middellijn waardoor Jasper Cillessen geen rugdekking kan geven. Blind stapt op buitenspel, evenals De Jong. Van Dijk doet dat niet (en staat bovendien gesloten waardoor het langer duurt voor hij op snelheid komt) en Gnabry staat klaar om de ruimte in zijn rug in te duiken. Zou het goed gaan, dan anticiperen in dit geval Van Dijk en De Jong op de pass die komt. Ze maken zelf snelheid, allebei aan één kant van Gnabry, en onderscheppen de bal in de lucht voordat hij de spits bereikt.

In de tweede helft werd er geen wondermiddel toegepast, maar werd een kleine aanpassing gedaan. De Jong speelde bij balbezit van Duitsland niet meer in de achterste linie, maar ervoor. Quincy Promes moest dan wat terugzakken waardoor hij de linksback werd in plaats van Blind. De Jong was na rust sterk in het om zich heen kijken, wist wat er in zijn rug gebeurde en stond daardoor op het middenveld bijna altijd voor de Duitsers hinderlijk in de passlijn naar een spits toe. Achterin had je in het centrum drie verdedigers die in het tweede bedrijf ook wat dichter op elkaar speelden. Daarnaast was Oranje wat beter in staat om voorin druk op de bal te houden, zodat de passing in de diepte van Duitsland bijna verdwenen was.


De defensie in de tweede helft, waarbij Blind, Van Dijk en De Ligt dichter bij elkaar spelen en De Jong ervoor staat. Helemaal rechtsonder in de hoek (buiten beeld) staat Promes, die nu als back fungeert als de bal in bezit is van Duitsland. Er is geen druk op de bal, maar Oranje staat nu verder teruggezakt waardoor de ruimte achter de laatste linie kleiner is. Dan is het veel onaantrekkelijker om passes in de diepte te geven en de kans op succes is bovendien veel kleiner.

Toch ging het in de laatste minuten nog een keer mis in de zonedekking. Er werd uitgestapt door een verdediger, de ruimte achter hem werd niet gedicht (geknepen) en buitenspel werd opgeheven door een verdediger die een meter weggaf. De facetten die in het eerste deel van de wedstrijd structureel misgingen, gingen in de laatste minuut van de officiële speeltijd toch nog even fout. Het werd direct afgestraft door de Duitsers.


De inleiding tot de 2-3 waarbij De Ligt uitstapt en een enorm gat achter hem laat. Hij had helemaal niet hoeven komen, want De Jong was al onderweg om druk te geven op de bal. De Roon (die nu als rechtsback staat) komt niet naar binnen en laat even later invaller Marco Reus uit zijn rug weglopen. Komt hij naar binnen, dan kan de bal achter hem langs nooit gegeven worden. Op het moment van de pass op Reus heft Blind buitenspel op door een meter achter de rest van de verdediging te staan.

Als bondscoach is er weinig gelegenheid om spelers aan elkaar te laten wennen. In de voorhoede kan Oranje rekenen op de individuele kwaliteiten van Memphis, die met een fantastische assist en een leep doelpunt ook tegen Duitsland weer nadrukkelijk aanwezig was. Maar in de achterhoede zal er getraind moeten worden op een structureel betere samenwerking tussen spelers die van verschillende clubs afkomstig zijn. Dat is geen eenvoudige opgave, maar tegen topteams wel bittere noodzaak, zo bleek tegen Duitsland.

Ruud Bijnen is als voetbalanalist werkzaam voor Almere City, bezig aan zijn master in coaching aan het Cruijff Institute en kijkt voor VoetbalPrimeur naar belangrijke wedstrijden.