VI zocht uit: FC Utrecht verkocht onder Zuidam al voor bijna 70 miljoen
FC Utrecht heeft onder Jordy Zuidam al voor rond de zeventig miljoen euro aan transfers verdiend, zo heeft Voetbal International onderzocht. Donderdag maakte de club de recordtransfer van Quinten Timber naar Feyenoord bekend. Kosten: 8,5 miljoen euro exclusief bonussen.
Timber kwam vorig jaar zomer transfervrij over van Ajax en heeft zich in één jaar de duurste speler van Utrecht ooit gemaakt. Door bonussen kan het bedrag nog verder oplopen tot tien miljoen euro. Het lijkt wel gewoonte dat Utrecht jaarlijks een speler voor een miljoenenbedrag verkoopt. De club kan ook niet anders, omdat het móet verkopen om zwarte cijfers te schrijven.
Dit keer is het Timber, vorig jaar Gyrano Kerk (voor zeven miljoen naar Lokomotiv Moskou), het jaar daarvoor Sean Klaiber (voor ruim vier miljoen naar Ajax) en ook de transfers van Zakaria Labyad (Ajax, zes miljoen) en Sébastien Haller (Eintracht Frankfurt, zeven miljoen) staan op naam van Zuidam, die nog geen tien miljoen investeerde in nieuwe spelers.
FC Utrecht werd lange tijd weggezet als "koopclub". Deze zomer haalde het echter al meer dan tien miljoen euro op.
— Stef de Bont (@stefdebont_vi) July 28, 2022
Het blijkt geen uitzondering. De koopclub blijkt een verkoopclub. Op VI PRO doken we in het huishoudboekje van de Domstedelingen.https://t.co/5VGrHbEAL5
VI zocht uit dat Utrecht onder Zuidam de zeventig miljoen aan uitgaande transfers aantikt en neemt dertien spelers mee in het rijtje recordaankopen: Haller, Timber, Kerk, Labyad, Bart Ramselaar (4.750.000, PSV), Klaiber, Sofyan Amrabat (4.000.000, Feyenoord), Timo Letschert (4.000.000, Sassuolo), Denso Kasius (3.500.000 Bologna), Nicolas Gavory (3.250.000, Standard Luik), Cyriel Dessers (1 miljoen, Heracles), Ruud Boymans (1 miljoen, Al-Shabab), Vaclav Cerny (750.000, FC Twente). Adam Maher, 1.500.000, Damac FC) en Maarten Paes (1 miljoen, FC Dallas) horen ook nog in dat rijtje.
De transferbedragen zijn niet allemaal netto op de bankrekening van Utrecht terechtgekomen. 'Maar het geeft wel aan dat FC Utrecht inmiddels de naam van verkoopclub heeft', schrijft VI. Het weekblad wijst ook op de huurdeals voor Modibo Sagnan, Arthur Zagre, Can Bozdogan en Daishawn Redan, waar opties tot koop bij zitten.
'Mocht een van deze spelers zich ontwikkelen zoals Timber, dan kan Utrecht – zeker nu het wat geld in de oorlogskas heeft – de optie lichten. Daarmee neemt de waarde op het veld alleen maar verder toe. Met andere woorden: het moet raar lopen wil FC Utrecht in de komende jaren niet nog vaker gaan cashen. De club van die bekende suikeroom is officieel een verkoopclub geworden.'