Rensch: 'Het kon gewoon niet meer, zoveel pijn had ik toen in mijn achillespees'

8 oktober 2021 om 07:43

Devyne Rensch maakt zich één maand en één dag na zijn interlanddebuut op voor een wedstrijd met Jong Oranje. De achttienjarige verdediger heeft sinds zijn debuutwedstrijd tegen Turkije een pas op de plaats moeten maken, maar telt zijn zegeningen en beseft dat hij de tijd heeft.

De vorig seizoen doorgebroken Rensch is bij Ajax eventjes op het tweede plan beland: mede door de topvorm van Noussair Mazraoui en een lichte blessure speelde hij zijn laatste twee wedstrijden voor Jong Ajax. Bovendien werd hij ditmaal niet opgenomen in de selectie van het 'grote' Oranje. "Teleurstellend? Zeker niet. Ik moet gewoon wachten op mijn kans", vertelt Rensch aan het Algemeen Dagblad. Na Nederland-Turkije kreeg hij nog de complimenten van Louis van Gaal. "Dat ik mezelf moest laten zien en gewoon moest doen wat ik altijd doe. Want ik stond hier natuurlijk niet voor niets. En hij vertelde dat hij het volste vertrouwen in mij had. Ja, dat gaf me wel even kracht."

Dat Rensch überhaupt zover is gekomen, is al een klein wonder. Op zijn twaalfde kreeg hij te maken met groeipijnen. "Het kon gewoon niet meer. Op een gegeven moment liep ik alleen nog maar op mijn tenen. Zoveel pijn had ik in mijn achillespees. En ja, dan kun je natuurlijk ook niet voetballen."

Shocktherapie en speciale zooltjes bleken echter uitkomst te bieden. "Dat hielp meteen", aldus Rensch, die nu alsnog aan de vooravond van een fraaie carrière lijkt te staan. "Gelukkig hoef ik daar niet meer over na te denken, over die pijn. Ik heb nergens meer last van. Daarom zou ik ook tegen iedereen willen zeggen: geef nooit op, met welke tegenslag je ook te maken hebt. Blijf hopen, blijf werken. Dan komt het echt wel goed."