De tien hoogste transfersommen op een rij

De Tien: de duurste transfers aller tijden in voetballand

15 april 2014 om 10:10

Twee keer per jaar staat de voetbalwereld op zijn kop. Wanneer het 'transferwindow' geopend is vliegen de miljoenenbedragen je om de oren. Maar wie mogen zich nu eigenlijk de duurste spelers ter wereld noemen? Vandaag in 'De Tien': de duurste voetballers aller tijden.

10. Fernando Torres: van Liverpool naar Chelsea (58 miljoen euro, 2011)
De Spaanse aanvaller Fernando Torres (30) stapte in 2011 over van Liverpool naar Chelsea. De hoge verwachtingen kon de aanvaller tot op heden niet waarmaken op Stamford Bridge. In 3,5 jaar bij Chelsea scoorde Torres, regelmatig mikpunt van spot, in één seizoen nooit vaker dan acht keer in Premier League-verband.



9. Radamel Falcao: van Atlético Madrid naar AS Monaco (60 miljoen euro, 2013)
In de doldrieste transferzomer van 2013 was Radamel Falcao één van de vier aanvallers in dit lijstje die een miljoenentransfer maakte. De Colombiaan koos verrassend voor het ambitieuze AS Monaco. De start van Falcao in het shirt van de Franse club was veelbelovend, totdat een zware knieblessure roet in het eten van de aanvaller en AS Monaco gooide.



8. Luis Figo: van FC Barcelona naar Real Madrid (62 miljoen euro, 2000)
Eén van de meest veelbesproken transfers uit de voetbalhistorie is die van Luis Figo. De Portugees durfde het aan om in 2000 de overstap van FC Barcelona naar aartsrivaal Real Madrid te maken. Bij zijn terugkeer in Camp Nou leverde dat later historische beelden op. Figo kreeg onder meer een varkenskop naar zijn hoofd geworpen door het Barça-publiek.



7. Edinson Cavani: van Napoli naar Paris Saint-Germain (64 miljoen euro, 2013)
Paris Saint-Germain zag het al helemaal voor zich: Edinson Cavani moest met Zlatan Ibrahimovic een droomkoppel vormen bij de club uit Parijs. Dat twee topaanvallers niet altijd direct een droomduo vormen is duidelijk te zien bij de Franse club. Cavani heeft ogenschijnlijk moeite met zijn rol in de schaduw van de Zweedse uitblinker en het 4-3-3-systeem dat gehanteerd wordt bij PSG.

6. Kaká: van AC Milan naar Real Madrid (65 miljoen euro, 2009)
Opnieuw duikt de naam van Real Madrid op in deze Tien. De Spaanse grootmacht staat bekend om het betalen van enorme transfersommen, zo ook in het geval van Kaká. De voormalig wereldvoetballer van het jaar slaagde er in Madrid echter nooit in zijn oude vorm te etaleren. In zijn laatste seizoenen verpieterde hij zelfs op de bank. Dit seizoen komt Kaká op huurbasis uit voor AC Milan, de club waar hij in het verleden zijn beste periode doormaakte.



5. Zlatan Ibrahimovic: van Internazionale naar FC Barcelona (69 miljoen euro, 2009)
Een andere transfer waar op voorhand veel meer van verwacht werd was die van Zlatan Ibrahimovic naar FC Barcelona. De aanvaller werd met een enorm verwachtingspatroon gepresenteerd in Camp Nou, maar kwam nooit echt tot wasdom. Zijn moeizame relatie met toenmalig trainer Pep Guardiola, die Ibrahimovic uitgebreid beschreef in zijn biografie, lag daar ten grondslag aan.



4. Zinedine Zidane: van Juventus naar Real Madrid (75 miljoen euro, 2001)
Een transfer die beter uitpakte dan Real Madrid ooit had durven dromen, was die van Zinedine Zidane. De Franse grootmeester was het stralende middelpunt van de 'Galacticos' en werd al snel in de Madrileense harten gesloten. Zidane is nog altijd actief in Madrid, hij fungeert momenteel als assistent-trainer van hoofdcoach Carlo Ancelotti. In de toekomst zou Zidane zomaar eens de volgende hoofdtrainer van Real kunnen worden.



3. Neymar: van Santos naar FC Barcelona (88 miljoen euro, 2013)

Over de transfersom van Neymar bestaat enige twijfel; twijfel die voornamelijk gezaaid werd door zijn nieuwe werkgever, FC Barcelona. De Braziliaan werd door Barça voor een op het eerste oog schappelijk bedrag overgenomen van Santos, maar in werkelijkheid viel de transfersom een stuk hoger uit zou later blijken. Diverse tussenpersonen, waaronder de vader van Neymar, ontvingen tientallen miljoenen; alles bij elkaar opgeteld kwam het kostenplaatje van Neymar uit op 88 miljoen euro.

2. Cristiano Ronaldo: van Manchester United naar Real Madrid (94 miljoen euro, 2009)
Tot afgelopen zomer was hij de onbetwiste recordhouder. Real Madrid betaalde in 2009 liefst 94 miljoen euro voor Cristiano Ronaldo, een transfersom die de Portugees binnen no-time terugverdiende in het shirt van Real Madrid. Ronaldo lijkt elk seizoen beter en beter te worden; niet voor niets werd hij eerder dit jaar opnieuw beloond met de titel wereldvoetballer van het jaar.



1. Gareth Bale: van Tottenham Hotspur naar Real Madrid (100 miljoen euro, 2013)
De duurste transfer aller tijden komt – wat een verrassing – eveneens op naam van Real Madrid: honderd miljoen euro telden de Madrilenen afgelopen zomer neer voor Gareth Bale, de vleugelflitser uit Wales. Na een onrustige zomer en een wat moeizame start heeft Bale zijn draai inmiddels redelijk te pakken. In alle competities scoorde Bale vooralsnog negentien keer namens Real; omgerekend dus zo'n 5,2 miljoen euro per treffer.